Wet van 7 september 1973, houdende uitvoering van het op 1 juni 1967 te Londen tot
stand gekomen Verdrag inzake de uitoefening van de visserij op de Noordatlantische
Oceaan, met Bijlagen en Aanhangsel (Trb. 1968, 54) (Verbeterblad)
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels te stellen tot
uitvoering van het op 1 juni 1967 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de uitoefening
van de visserij op de Noordatlantische Oceaan, met Bijlagen en Aanhangsel;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: