Besluit van 24 september 1973, houdende regelen betreffende de indeling van onbewerkt
hout
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers van Landbouw en Visserij a.i. en van Economische
Zaken van 21 augustus 1973 (Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken,
no. J 1509), gehoord het Bosschap en de Algemene Vereniging Inlands Hout;
Overwegende, dat regelen moeten worden gesteld ter uitvoering van de Richtlijn nr. 68/89/EEG, van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 januari 1968 betreffende de aanpassing
van de wetgevingen der lid-staten ten aanzien van de indeling van onbewerkt hout (Pb. E.G. 1968, nr. L 32);
Gelet op de artikelen 2 en 3 van de Landbouwkwaliteitswet (Stb. 1971, 371);
De Raad van State gehoord (advies van 12 september 1973, nr. 22);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van 14 september 1973 (Directie
Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, no. J 1687);
Hebben goedgevonden en verstaan: