Besluit van 22 november 1973, houdende bestrijding wratziekte 1973
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 15 oktober 1973, No.
J 1867, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Overwegende dat het wenselijk is nieuwe voorschriften vast te stellen met betrekking
tot de bestrijding van de aardappelwratziekte en daarbij tevens uitvoering te geven
aan de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 8 december 1969 (69/464/EEG)
betreffende de bestrijding van de wratziekte (Pb. 24 december 1969, nr. L 323);
Gelet op artikel 3 van de Plantenziektenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 24 oktober 1973, no. 13);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 15 november 1973, No. J
1963, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: