Besluit van 28 november 1974, ter uitvoering van artikel 1, derde lid, van de Wet
verontreiniging oppervlaktewateren
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 17 oktober 1974,
nr. HW/RWS 70183, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Waterstaatsrecht,
gedaan mede namens Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne;
Gelet op artikel 1, derde lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Stb. 1969, 536);
Gezien het advies van de Raad van de Waterstaat van 29 augustus 1974;
De Raad van State gehoord (advies van 13 november 1974, nr. 24);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 november
1974, nr. HW/RWS 79359, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Waterstaatsrecht,
uitgebracht mede namens Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne;
Hebben goedgevonden en verstaan: