Wet van 11 juni 1975, tot uitvoering van het op 29 november 1969 te Brussel tot stand
gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade
door verontreiniging door olie, met Bijlage (Trb. 1970, 196) alsmede regeling van
die aansprakelijkheid in overeenstemming met dat Verdrag
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, in verband met de bekrachtiging
van het op 29 november 1969 te Brussel tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake
de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie (Trb. 1970, 196) regelen vast te stellen tot uitvoering van dat Verdrag en, in afwachting
van de inwerkingtreding van dat Verdrag, reeds in overeenstemming daarmede regelen
vast te stellen betreffende de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie afkomstig van olietankschepen en betreffende daarmede samenhangende onderwerpen:
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: