Wet van 26 juni 1975, houdende voorlopige regeling schadefonds geweldsmisdrijven
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voorlopige regelen te
geven voor de instelling van een fonds waaruit uitkeringen kunnen worden toegekend
aan personen die ten gevolge van een geweldsmisdrijf zwaar lichamelijk letsel hebben
bekomen, alsmede aan bepaalde nabestaanden van die personen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: