Besluit van 3 september 1975, tot uitvoering van enige artikelen van de Wet voorlopige
regeling schadefonds geweldsmisdrijven
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 22 april 1975, Stafafdeling Wetgeving
Publiekrecht, nr. 267/675;
Overwegende, dat het noodzakelijk is ter uitvoering van enige artikelen van de Wet
voorlopige regeling schadefonds geweldsmisdrijven nadere regels te stellen, onder
meer met betrekking tot de bedragen die ten hoogste kunnen worden uitgekeerd en de
inrichting en werkwijze van de commissie tot beheer van het fonds;
Gelet op de artikelen 4, tweede en derde lid, 11, 12 en 22 van de Wet voorlopige regeling
schadefonds geweldsmisdrijven;
De Raad van State gehoord (advies van 14 mei 1975, nr.5);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 26 augustus 1975, Stafafdeling
Wetgeving Publiekrecht, nr. 494/675;
Hebben goedgevonden en verstaan: