Titel 1. Algemene bepalingen
-
1 De Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen, alsmede alle lichamen waaraan
krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, bezitten rechtspersoonlijkheid.
-
2 Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen, bezitten slechts
rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde volgt.
-
2 Zij worden geregeerd door hun eigen statuut, voor zover dit niet in strijd is met
de wet. Met uitzondering van artikel 5 gelden de volgende artikelen van deze titel niet voor hen; overeenkomstige toepassing
daarvan is geoorloofd, voor zover deze is te verenigen met hun statuut en met de aard
der onderlinge verhoudingen.
Verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, naamloze vennootschappen,
besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en stichtingen bezitten rechtspersoonlijkheid.
-
1 Een rechtspersoon ontstaat niet bij het ontbreken van een door een notaris ondertekende
akte voor zover door de wet voor de totstandkoming vereist. Het ontbreken van kracht
van authenticiteit aan een door een notaris ondertekende akte verhindert het ontstaan
van de rechtspersoon slechts, indien die rechtspersoon in een bij die akte gemaakte
uiterste wilsbeschikking in het leven zou zijn geroepen.
-
4 Het vermogen wordt vereffend als dat van een ontbonden rechtspersoon in de voorgewende
rechtsvorm. Degenen die zijn opgetreden als bestuurders, zijn hoofdelijk verbonden
voor de tot dit vermogen behorende schulden die opeisbaar zijn geworden in het tijdvak
waarin zij dit deden. Zij zijn eveneens verbonden voor de schulden die voortspruiten
uit in die tijd ten behoeve van dit vermogen verrichte rechtshandelingen, voor zover
daarvoor niemand ingevolge de vorige zin verbonden is. Ontbreken personen die ingevolge
de vorige twee zinnen verbonden zijn, dan zijn degenen die handelden, hoofdelijk verbonden.
Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een natuurlijk persoon
gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit.
-
1 Op wijzigingen in statuten en reglementen en op ontbinding van de rechtspersoon, die
krachtens dit boek moeten worden openbaar gemaakt, kan voordat deze openbaarmakingen
en, in geval van statutenwijziging, de voorgeschreven openbaarmaking van de gewijzigde
statuten zijn geschied, geen beroep worden gedaan tegen een wederpartij en derden
die daarvan onkundig waren.
-
2 Een door de wet toegelaten beroep op statutaire onbevoegdheid van het bestuur of
van een bestuurder tot vertegenwoordiging van de rechtspersoon bij een rechtshandeling
kan tegen een wederpartij die daarvan onkundig was, niet worden gedaan, indien de
beperking of uitsluiting van de bevoegdheid niet ten tijde van het verrichten van
die rechtshandeling op de door de wet voorgeschreven wijzen was openbaar gemaakt.
Hetzelfde geldt voor een beroep op een beperking van de vertegenwoordigingsbevoegdheid
van anderen dan bestuurders, aan wie die bevoegdheid bij de statuten is toegekend.
-
3 De rechtspersoon kan tegen een wederpartij die daarvan onkundig was, niet de onjuistheid
of onvolledigheid van de in het register opgenomen gegevens inroepen. Juiste en volledige
inschrijving elders of openbaarmaking van de statuten is op zichzelf niet voldoende
bewijs dat de wederpartij van de onjuistheid of onvolledigheid niet onkundig was.
-
4 Voor zover de wet niet anders bepaalt, kan de wederpartij van een rechtspersoon zich
niet beroepen op onbekendheid met een feit dat op een door de wet aangegeven wijze
is openbaar gemaakt, tenzij die openbaarmaking niet is geschied op elke wijze die
de wet vereist of daarvan niet de voorgeschreven mededeling is gedaan.
Een door een rechtspersoon verrichte rechtshandeling is vernietigbaar, indien daardoor
het doel werd overschreden en de wederpartij dit wist of zonder eigen onderzoek moest
weten; slechts de rechtspersoon kan een beroep op deze grond tot vernietiging doen.
-
2 Een tussen hen krachtens wet, gewoonte, statuten, reglementen of besluit geldende
regel is niet van toepassing voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven
van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
-
2 Elke bestuurder draagt verantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken. Hij is
voor het geheel aansprakelijk terzake van onbehoorlijk bestuur, tenzij hem mede gelet
op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij
niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk
bestuur af te wenden.
-
1 Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de rechtspersoon en van alles
betreffende de werkzaamheden van de rechtspersoon, naar de eisen die voortvloeien
uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe
behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren,
dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden
gekend.
-
4 De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde
balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht
en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens
en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke
tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
Het boekjaar van een rechtspersoon is het kalenderjaar, indien in de statuten geen
ander boekjaar is aangewezen.
De aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon
rust tevens hoofdelijk op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid
van de rechtspersoon daarvan bestuurder is.
Het stemrecht over besluiten waarbij de rechtspersoon aan bepaalde personen, anders
dan in hun hoedanigheid van lid, aandeelhouder of lid van een orgaan, rechten toekent
of verplichtingen kwijtscheldt, kan door de statuten aan die personen en aan hun echtgenoot,
geregistreerde partner, en bloedverwanten in de rechte lijn worden ontzegd.
-
2 Een onbekwame die lid is van een vereniging, kan zijn stemrecht daarin zelf uitoefenen,
voor zover de statuten zich daartegen niet verzetten; in andere gevallen komt de uitoefening
van het stemrecht toe aan zijn wettelijke vertegenwoordiger.
-
3 Tenzij de statuten anders bepalen, is het in de vergadering van een orgaan van een
rechtspersoon uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming
beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd
gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
-
4 Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid
daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid der vergadering
of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde,
een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de
rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
-
1 Een besluit van een orgaan van een rechtspersoon, dat in strijd is met de wet of de
statuten, is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit.
-
2 Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken van een door de
wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling van of mededeling aan een
ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen, dan kan het door die ander worden
bekrachtigd. Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dat
ook voor de bekrachtiging.
-
4 Indien een bestuurder in eigen naam de vordering instelt, verzoekt de rechtspersoon
de voorzieningenrechter van de rechtbank iemand aan te wijzen, die terzake van het
geding in de plaats van het bestuur treedt.
-
5 De bevoegdheid om vernietiging van het besluit te vorderen, vervalt een jaar na het
einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij
de belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd.
-
6 Een besluit dat vernietigbaar is op grond van lid 1 onder a, kan door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd; voor dit besluit gelden
de zelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit. De bevestiging werkt niet
zolang een tevoren ingestelde vordering tot vernietiging aanhangig is. Indien de vordering
wordt toegewezen, geldt het vernietigde besluit als opnieuw genomen door het latere
besluit, tenzij uit de strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit.
-
1 De onherroepelijke uitspraak die de nietigheid van een besluit van een rechtspersoon
vaststelt of die zulk een besluit vernietigt, is voor een ieder, behoudens herroeping
of derdenverzet, bindend, indien de rechtspersoon partij in het geding is geweest.
Herroeping komt ieder lid of aandeelhouder toe.
-
2 Is het besluit een rechtshandeling van de rechtspersoon, die tot een wederpartij
is gericht, of is het een vereiste voor de geldigheid van zulk een rechtshandeling,
dan kan de nietigheid of vernietiging van het besluit niet aan die wederpartij worden
tegengeworpen, indien deze het gebrek dat aan het besluit kleefde, kende noch behoefde
te kennen. Niettemin kan de nietigheid of vernietiging van een besluit tot benoeming
van een bestuurder of een commissaris aan de benoemde worden tegengeworpen; de rechtspersoon
vergoedt echter diens schade, indien hij het gebrek in het besluit kende noch behoefde
te kennen.
Een rechtspersoon wordt opgericht voor onbepaalde tijd.
-
5 Slechts de rechtspersoon kan machtiging tot omzetting verzoeken aan de rechtbank,
onder overlegging van een notarieel ontwerp van de akte. Zij wordt in elk geval geweigerd,
indien een vereist besluit nietig is of indien een rechtsvordering tot vernietiging
daarvan aanhangig is. Zij wordt geweigerd, indien de belangen van stemgerechtigden
die niet hebben ingestemd of van anderen van wie ten minste iemand zich tot de rechter
heeft gewend, onvoldoende zijn ontzien. Indien voor de omzetting machtiging van de
rechter is vereist, verklaart de notaris in de akte van omzetting dat de machtiging
op het ontwerp van de akte is verleend.
-
2 De rechtbank verklaart op verzoek van het bestuur, een belanghebbende of het openbaar
ministerie, of en op welk tijdstip de rechtspersoon is ontbonden in een geval als
bedoeld in lid 1 onder b of d. De beschikking is voor een ieder bindend. Is de rechtspersoon in een register ingeschreven,
dan wordt de in kracht van gewijsde gegane uitspraak, inhoudende de verklaring, door
de zorg van de griffier aldaar ingeschreven.
-
3 Aan de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven wordt van de ontbinding opgaaf
gedaan: in de gevallen als bedoeld in lid 1, onder a, b en d door de vereffenaar, indien deze er is en anders door het bestuur, in het geval als
bedoeld in lid 1, onder c door de faillissementscurator, in het geval als bedoeld in lid 1, onder e door de Kamer van Koophandel en in het geval als bedoeld in lid 1 onder f door de griffier van het betrokken gerecht.
-
4 Indien de rechtspersoon op het tijdstip van zijn ontbinding geen baten meer heeft,
houdt hij alsdan op te bestaan. In dat geval doet het bestuur of, bij toepassing van
artikel 19a, de Kamer van Koophandel, daarvan opgaaf aan de registers waar de rechtspersoon is
ingeschreven.
-
1 Een in het handelsregister ingeschreven naamloze vennootschap, besloten vennootschap
met beperkte aansprakelijkheid, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij wordt
door een beschikking van de Kamer van Koophandel ontbonden, indien de Kamer is gebleken
dat ten minste twee van de hiernavolgende omstandigheden zich voordoen:
-
a. er staan gedurende ten minste een jaar geen bestuurders van de rechtspersoon in het
register ingeschreven, terwijl ook geen opgaaf tot inschrijving is gedaan, dan wel
er doet zich, indien er wel bestuurders staan ingeschreven, met betrekking tot alle
ingeschreven bestuurders een van de navolgende omstandigheden voor:
-
1°. bestuurder is overleden,
-
2°. de bestuurder is ten minste een jaar niet bereikbaar gebleken op het in het register
vermelde adres, en evenmin op het in de basisregistratie personen vermelde adres,
of betrokkene is niet ingeschreven in de basisregistratie personen;
-
b. de rechtspersoon is ten minste een jaar in gebreke met de nakoming van de verplichting
tot openbaarmaking van de jaarrekening of de balans en de toelichting overeenkomstig
de artikelen 394, 396 of 397;
-
c. de rechtspersoon heeft ten minste een jaar geen gevolg gegeven aan een aanmaning als
bedoeld in artikel 9, lid 3 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen tot het doen van aangifte voor de vennootschapsbelasting.
-
2 Een in het handelsregister ingeschreven vereniging of stichting, die niet een onderneming
drijft die in het handelsregister staat ingeschreven, wordt door een beschikking van
de Kamer van Koophandel ontbonden, indien de Kamer is gebleken dat de omstandigheid,
genoemd in het eerste lid, onder a, zich voordoet en zij ten minste een jaar in gebreke
is het voor inschrijving in het handelsregister verschuldigde bedrag te voldoen.
-
3 Indien de Kamer op grond van haar bekende gegevens gebleken is dat een rechtspersoon
als bedoeld in de leden 1 en 2 voor ontbinding in aanmerking komt, deelt zij de rechtspersoon
en de ingeschreven bestuurders bij aangetekende brief aan hun laatst bekende adres
mee, dat zij voornemens is tot ontbinding van de rechtspersoon over te gaan, met vermelding
van de omstandigheden waarop het voornemen is gegrond. De Kamer schrijft deze mededeling
in het register. Als de omstandigheid, bedoeld in het eerste lid, onder a, zich voordoet,
doet de Kamer van het voornemen tot ontbinding tevens een mededeling opnemen in de
Staatscourant. Voor zover de kosten van deze publikatie niet uit het vermogen van de rechtspersoon
kunnen worden voldaan, komen deze ten laste van Onze Minister van Justitie.
-
4 Na verloop van acht weken na de dagtekening van de aangetekende brief ontbindt de
Kamer de rechtspersoon bij beschikking, tenzij voordien is gebleken dat de omstandigheden
die ingevolge het derde lid zijn vermeld, zich niet of niet meer voordoen.
-
7 Als op grond van artikel 23, lid 1 geen vereffenaars kunnen worden aangewezen, treedt de Kamer op als vereffenaar van
het vermogen van de ontbonden rechtspersoon, behoudens het bepaalde in artikel 19, lid 4. Op verzoek van de Kamer benoemt de rechtbank in haar plaats een of meer andere vereffenaars.
-
8 Indien tegen een beschikking als bedoeld in lid 4, beroep wordt ingesteld bij het
College van Beroep voor het bedrijfsleven schrijft de Kamer dat in het register in.
De beslissing op het beroep wordt tevens ingeschreven. Indien de beslissing strekt
tot vernietiging van de beschikking doet de Kamer een mededeling daarvan opnemen in
de Staatscourant. Gedurende het tijdvak waarin de rechtspersoon na de beschikking tot ontbinding had
opgehouden te bestaan, is er een verlengingsgrond als bedoeld in artikel 320 van Boek 3 ten aanzien van de verjaring van rechtsvorderingen van of tegen de rechtspersoon.
-
2 Een rechtspersoon waarvan het doel in strijd is met de openbare orde, wordt door
de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie ontbonden. Alvorens de ontbinding
uit te spreken kan de rechtbank de rechtspersoon in de gelegenheid stellen binnen
een door haar te bepalen termijn zijn doel zodanig te wijzigen dat het niet meer in
strijd is met de openbare orde.
-
3 Een rechtspersoon vermeld in de lijst, bedoeld in artikel 2, derde lid, van Externe link: Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 (PbEG L 344), in Bijlage I van Externe link: Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 (PbEG L 139) of is vermeld en met een ster aangemerkt
in de Bijlage bij het Gemeenschappelijk Standpunt nr. 2001/931 van de Raad van 27
december 2001 (PbEG L 344) is van rechtswege verboden en niet bevoegd tot het verrichten
van rechtshandelingen.
-
6 Een rechtshandeling die de rechtspersoon ondanks zijn uit het bewind voortvloeiende
onbevoegdheid vóór de inschrijving heeft verricht, is niettemin geldig, indien de
wederpartij het bewind kende noch behoorde te kennen.
Artikel 22a
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2016. Zie het
overzicht van wijzigingen]
-
1 Voor of bij het doen van een verzoek door het openbaar ministerie tot ontbinding van
een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
kan het openbaar ministerie de rechter bij verzoekschrift vragen te bevelen dat, tot
de uitspraak op genoemd verzoek in kracht van gewijsde gaat, aan de aandeelhouders
de bevoegdheid tot het vervreemden, verpanden of met vruchtgebruik belasten van aandelen
wordt ontzegd.
-
3 De beschikking wordt onverwijld, zo mogelijk op dezelfde dag, betekend aan de aandeelhouders
en de vennootschap. De griffier draagt zorg voor de inschrijving van de beschikking
in het handelsregister.
-
4 Binnen acht dagen na de betekening in het vorige lid vermeld kunnen de aandeelhouders
tegen de beschikking in verzet komen. Het verzet schorst het bevel niet, behoudens
de bevoegdheid van de aandeelhouders om daarop in kort geding door de voorzieningenrechter
van de rechtbank te doen beslissen. Verzet tegen de beschikking kan niet gegrond zijn
op de bewering dat de aandeelhouder zijn aandelen wil overdragen.
-
1 Voor zover de rechter geen andere vereffenaars heeft benoemd en de statuten geen andere
vereffenaars aanwijzen, worden de bestuurders vereffenaars van het vermogen van een
ontbonden rechtspersoon. Op vereffenaars die niet door de rechter worden benoemd,
zijn de bepalingen omtrent de benoeming, de schorsing, het ontslag en het toezicht
op bestuurders van toepassing, voor zover de statuten niet anders bepalen. Het vermogen
van een door de rechter ontbonden rechtspersoon wordt vereffend door een of meer door
hem te benoemen vereffenaars.
-
2 Ontslaat de rechter een vereffenaar, dan kan hij een of meer andere benoemen. Ontbreken
vereffenaars, dan benoemt de rechtbank een of meer vereffenaars op verzoek van een
belanghebbende of het openbaar ministerie. De vereffenaar die door de rechter is benoemd,
heeft recht op de beloning welke deze hem toekent.
-
3 Een benoeming tot vereffenaar door de rechter gaat in daags nadat de griffier de
benoeming aan de vereffenaar heeft meegedeeld; de griffier doet de mededeling terstond,
indien de beslissing die de benoeming inhoudt, bij voorraad uitvoerbaar is en anders,
zodra zij in kracht van gewijsde is gegaan.
-
5 De rechtbank kan een vereffenaar met ingang van een door haar bepaalde dag ontslaan,
het zij op diens verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen op verzoek van een medevereffenaar,
het openbaar ministerie of ambtshalve.
-
1 Een vereffenaar heeft, tenzij de statuten anders bepalen, dezelfde bevoegdheden, plichten
en aansprakelijkheid als een bestuurder, voor zover deze verenigbaar zijn met zijn
taak als vereffenaar.
-
2 Zijn er twee of meer vereffenaars, dan kan ieder van hen alle werkzaamheden verrichten,
tenzij anders is bepaald. Bij verschil van mening tussen de vereffenaars beslist op
verzoek van een hunner de rechter die bij de vereffening is betrokken, en anders de
kantonrechter. De rechter bedoeld in de vorige zin, kan ook een verdeling van het
loon vaststellen.
-
3 Zowel de rechtbank als een door haar in de vereffening benoemde rechter-commissaris
kan voor de vereffening nodige bevelen geven, al dan niet in de vorm van een bevelschrift
in executoriale vorm. De vereffenaar is verplicht hun aanwijzingen op te volgen. Tegen
de bevelen en aanwijzingen staan geen rechtsmiddelen open.
-
4 Blijkt de vereffenaar dat de schulden de baten vermoedelijk zullen overtreffen, dan
doet hij aangifte tot faillietverklaring, tenzij alle bekende schuldeisers desgevraagd
instemmen met voortzetting van de vereffening buiten faillissement.
Artikel 23b
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2016. Zie het
overzicht van wijzigingen]
-
1 De vereffenaar draagt hetgeen na de voldoening der schuldeisers van het vermogen van
de ontbonden rechtspersoon is overgebleven, in verhouding tot ieders recht over aan
hen die krachtens de statuten daartoe zijn gerechtigd, of anders aan de leden of aandeelhouders.
Heeft geen ander recht op het overschot, dan keert hij het uit aan de Staat, die het
zoveel mogelijk overeenkomstig het doel van de rechtspersoon besteedt.
-
2 De vereffenaar stelt een rekening en verantwoording op van de vereffening, waaruit
de omvang en samenstelling van het overschot blijken. Zijn er twee of meer gerechtigden
tot het overschot, dan stelt de vereffenaar een plan van verdeling op dat de grondslagen
der verdeling bevat.
-
4 De vereffenaar legt de rekening en verantwoording en het plan van verdeling neer
ten kantore van de registers waarin de rechtspersoon is ingeschreven, en in elk geval
ten kantore van de rechtspersoon, als dat er is, of op een andere plaats in het arrondissement
waar de rechtspersoon woonplaats heeft. De stukken liggen daar twee maanden voor ieder
ter inzage. De vereffenaar maakt in een nieuwsblad bekend waar en tot wanneer zij
ter inzage liggen. De rechter kan aankondiging in de Staatscourant bevelen.
-
5 Binnen twee maanden nadat de rekening en verantwoording en het plan zijn neergelegd
en de nederlegging overeenkomstig lid 4 is bekendgemaakt en aangekondigd, kan iedere
schuldeiser of gerechtigde daartegen door een verzoekschrift aan de rechtbank in verzet
komen. De vereffenaar doet van gedaan verzet mededeling op de zelfde wijze als waarop
de nederlegging van de rekening en verantwoording en het plan van verdeling zijn medegedeeld.
-
7 Zodra de intrekking van of beslissing op elk verzet onherroepelijk is, deelt de vereffenaar
dit mede op de wijze waarop het verzet is medegedeeld. Brengt de beslissing wijziging
in het plan van verdeling, dan wordt ook het gewijzigde plan van verdeling op deze
wijze meegedeeld.
-
1 Indien na het tijdstip waarop de rechtspersoon is opgehouden te bestaan nog een schuldeiser
of gerechtigde tot het saldo opkomt of van het bestaan van een bate blijkt, kan de
rechtbank op verzoek van een belanghebbende de vereffening heropenen en zo nodig een
vereffenaar benoemen. In dat geval herleeft de rechtspersoon, doch uitsluitend ter
afwikkeling van de heropende vereffening. De vereffenaar is bevoegd van elk der gerechtigden
terug te vorderen hetgeen deze te veel uit het overschot heeft ontvangen.
-
1 De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van een ontbonden rechtspersoon moeten
worden bewaard gedurende zeven jaren nadat de rechtspersoon heeft opgehouden te bestaan.
Bewaarder is degene die bij of krachtens de statuten, dan wel door de algemene vergadering
of, als de rechtspersoon een stichting was, door het bestuur als zodanig is aangewezen.
-
2 Ontbreekt een bewaarder en is de laatste vereffenaar niet bereid te bewaren, dan
wordt een bewaarder, zo mogelijk uit de kring dergenen die bij de rechtspersoon waren
betrokken, op verzoek van een belanghebbende benoemd door de kantonrechter van de
rechtbank van het arrondissement waarin de rechtspersoon woonplaats had. Rechtsmiddelen
staan niet open.
-
4 De in lid 2 genoemde kantonrechter kan desverzocht machtiging tot raadpleging van
de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers geven aan iedere belanghebbende, indien
de rechtspersoon een stichting was, en overigens aan ieder die aantoont bij inzage
een redelijk belang te hebben in zijn hoedanigheid van voormalig lid of aandeelhouder
van de rechtspersoon of houder van certificaten van diens aandelen, dan wel als rechtverkrijgende
van een zodanige persoon.
-
3 Voor de toepassing van lid 1 worden aan aandelen verbonden rechten niet toegerekend
aan degene die de aandelen voor rekening van anderen houdt. Aan aandelen verbonden
rechten worden toegerekend aan degene voor wiens rekening de aandelen worden gehouden,
indien deze bevoegd is te bepalen hoe de rechten worden uitgeoefend dan wel zich de
aandelen te verschaffen.
-
4 Voor de toepassing van lid 1 worden stemrechten, verbonden aan verpande aandelen,
toegerekend aan de pandhouder, indien hij mag bepalen hoe de rechten worden uitgeoefend.
Zijn de aandelen evenwel verpand voor een lening die de pandhouder heeft verstrekt
in de gewone uitoefening van zijn bedrijf, dan worden de stemrechten hem slechts toegerekend,
indien hij deze in eigen belang heeft uitgeoefend.
Een groep is een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch
zijn verbonden. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen en vennootschappen die met
elkaar in een groep zijn verbonden.
-
1 Een rechtspersoon of vennootschap heeft een deelneming in een rechtspersoon, indien
hij of een of meer van zijn dochtermaatschappijen alleen of samen voor eigen rekening
aan die rechtspersoon kapitaal verschaffen of doen verschaffen teneinde met die rechtspersoon
duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid. Indien een vijfde
of meer van het geplaatste kapitaal wordt verschaft, wordt het bestaan van een deelneming
vermoed.
-
1 Bij de vaststelling in hoeverre de leden of aandeelhouders stemmen, aanwezig of vertegenwoordigd
zijn, of in hoeverre het aandelenkapitaal verschaft wordt of vertegenwoordigd is,
wordt geen rekening gehouden met lidmaatschappen of aandelen waarvan de wet of een
statutaire regeling als bedoeld in artikel 228 lid 5 bepaalt dat daarvoor geen stem kan worden uitgebracht.
-
2 In afwijking van lid 1 wordt voor de toepassing van de artikelen 24c, 63a, 152, 201a, 220, 224a, 262, 265a, 333a lid 2, 334ii lid 2, 336 lid 1, 346, 379 lid 1 en lid 2, 407 lid 2, 408 lid 1 en 414 ten aanzien van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid tevens rekening
gehouden met aandelen waarvan een statutaire regeling als bedoeld in artikel 228 lid 5 bepaalt dat daarvoor geen stem kan worden uitgebracht.
Van de bepalingen van dit boek kan slechts worden afgeweken, voor zover dat uit de
wet blijkt.
-
4 De statuten houden in:
-
a. de naam van de vereniging en de gemeente in Nederland waar zij haar zetel heeft;
-
b. het doel van de vereniging;
-
c. de verplichtingen die de leden tegenover de vereniging hebben, of de wijze waarop
zodanige verplichtingen kunnen worden opgelegd;
-
d. de wijze van bijeenroeping van de algemene vergadering;
-
e. de wijze van benoeming en ontslag van de bestuurders;
-
f. de bestemming van het batig saldo van de vereniging in geval van ontbinding, of de
wijze waarop de bestemming zal worden vastgesteld.
-
5 De notaris, ten overstaan van wie de akte wordt verleden, draagt zorg dat de akte
voldoet aan het in de leden 2-4 bepaalde. Bij verzuim is hij persoonlijk jegens hen
die daardoor schade hebben geleden, aansprakelijk.
-
1 De bestuurders van een vereniging waarvan de statuten zijn opgenomen in een notariële
akte, zijn verplicht haar te doen inschrijven in het handelsregister en een authentiek
afschrift van de akte, dan wel een authentiek uittreksel van de akte bevattende de
statuten, ten kantore van dat register neer te leggen.
-
2 Zolang de opgave ter eerste inschrijving en nederlegging niet zijn geschied, is iedere
bestuurder voor een rechtshandeling waardoor hij de vereniging verbindt, naast de
vereniging hoofdelijk aansprakelijk.
-
2 De bestuurders zijn hoofdelijk naast de vereniging verbonden voor schulden uit een
rechtshandeling die tijdens hun bestuur opeisbaar worden. Na hun aftreden zijn zij
voorts hoofdelijk verbonden voor schulden, voortspruitend uit een tijdens hun bestuur
verrichte rechtshandeling, voor zover daarvoor niemand ingevolge de vorige zin naast
de vereniging is verbonden. Aansprakelijkheid ingevolge een der voorgaande zinnen
rust niet op degene die niet tevoren over de rechtshandeling is geraadpleegd en die
heeft geweigerd haar, toen zij hem bekend werd, als bestuurder voor zijn verantwoording
te nemen. Ontbreken personen die ingevolge de eerste of tweede zin naast de vereniging
zijn verbonden, dan zijn degenen die handelden, hoofdelijk verbonden.
-
4 Heeft de inschrijving, bedoeld in het vorige lid, plaatsgevonden, dan is degene die
uit hoofde van lid 2 wordt verbonden slechts aansprakelijk, voor zover de wederpartij
aannemelijk maakt dat de vereniging niet aan de verbintenis zal voldoen.
Artikel 31
[Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 32
[Vervallen per 01-09-1994]
Tenzij de statuten anders bepalen, beslist het bestuur over de toelating van een lid
en kan bij niet-toelating de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
-
2 Tenzij de statuten van de vereniging anders bepalen, gaat het lidmaatschap van een
rechtspersoon die door fusie of splitsing ophoudt te bestaan, over op de verkrijgende
rechtspersoon onderscheidenlijk overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte
beschrijving op een van de verkrijgende rechtspersonen.
Verbintenissen kunnen slechts bij of krachtens de statuten aan het lidmaatschap worden
verbonden.
-
2 De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen in de gevallen in de statuten genoemd,
voorts wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten door de statuten voor het
lidmaatschap gesteld, te voldoen, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging
niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Tenzij de statuten dit
aan een ander orgaan opdragen, geschiedt de opzegging door het bestuur.
-
4 Tenzij de statuten dit aan een ander orgaan opdragen, geschiedt de ontzetting door
het bestuur. Het lid wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave
van redenen, in kennis gesteld. Hem staat, behalve wanneer krachtens de statuten het
besluit door de algemene vergadering is genomen, binnen één maand na ontvangst van
de kennisgeving van het besluit, beroep op de algemene vergadering of een daartoe
bij de statuten aangewezen orgaan of derde open. De statuten kunnen een andere regeling
van het beroep bevatten, doch de termijn kan niet korter dan op één maand worden gesteld.
Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
-
5 Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft, tenzij de statuten
anders bepalen, desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.
-
6 De vereniging draagt er zorg voor dat leden de voor opzegging van het lidmaatschap
noodzakelijke informatie eenvoudig kunnen raadplegen. De informatie wordt in ieder
geval opvallend vermeld op de hoofdpagina van de website en op bladzijde 1, 2 of 3
van het ledenblad, indien een vereniging gebruik maakt van deze communicatiemiddelen.
-
1 Tenzij de statuten anders bepalen, kan opzegging van het lidmaatschap slechts geschieden
tegen het einde van een boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van
vier weken; op deze termijn is de Algemene termijnenwet niet van toepassing. In ieder geval kan het lidmaatschap worden beëindigd tegen het
eind van het boekjaar, volgend op dat waarin wordt opgezegd, of onmiddellijk, indien
redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
-
3 Een lid kan voorts zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een
maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn
verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem
van toepassing. Deze bevoegdheid tot opzegging kan de leden bij de statuten worden
ontzegd voor het geval van wijziging van de daar nauwkeurig omschreven rechten en
verplichtingen en voorts in het algemeen voor het geval van wijziging van geldelijke
rechten en verplichtingen.
-
3 De statuten kunnen bepalen, dat een of meer der bestuursleden, mits minder dan de
helft, door andere personen dan de leden worden benoemd.
-
4 Is in de statuten bepaald dat een bestuurder in een vergadering uit een bindende
voordracht moet worden benoemd, dan kan aan die voordracht het bindend karakter worden
ontnomen door een met ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen genomen besluit
van die vergadering. In de statuten kan worden bepaald dat op deze vergadering ten
minste een bepaald aantal stemmen moet kunnen worden uitgebracht; dit aantal mag niet
hoger worden gesteld dan twee derden van het aantal stemmen dat door de stemgerechtigden
gezamenlijk kan worden uitgebracht.
-
5 Indien ingevolge de statuten een bestuurslid door leden of afdelingen buiten een
vergadering wordt benoemd, dan moet aan de leden gelegenheid worden geboden kandidaten
te stellen. De statuten kunnen bepalen dat dit recht slechts aan een aantal leden
gezamenlijk toekomt, mits hun aantal niet hoger wordt gesteld dan een vijfde van het
aantal leden dat aan de verkiezing kan deelnemen. De statuten kunnen voorts bepalen
dat aldus gestelde kandidaten slechts zijn benoemd, indien zij ten minste een bepaald
aantal stemmen op zich hebben verenigd, mits dit aantal niet groter is dan twee derden
van het aantal der uitgebrachte stemmen.
-
6 Een bestuurslid kan, ook al is hij voor een bepaalde tijd benoemd, te allen tijde
door het orgaan dat hem heeft benoemd, worden ontslagen of geschorst. Een veroordeling
tot herstel van de arbeidsovereenkomst tussen de vereniging en bestuurder kan door
de rechter niet worden uitgesproken.
-
1 Behoudens het in het volgende artikel bepaalde, hebben alle leden die niet geschorst
zijn, toegang tot de algemene vergadering en hebben daar ieder één stem; een geschorst
lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld,
en is bevoegd daarover het woord te voeren. De statuten kunnen aan bepaalde leden
meer dan één stem toekennen.
-
3 De statuten kunnen bepalen dat personen die deel uitmaken van andere organen der
vereniging en die geen lid zijn, in de algemene vergadering stemrecht kunnen uitoefenen.
Het aantal der door hen gezamenlijk uitgebrachte stemmen zal echter niet meer mogen
zijn dan de helft van het aantal der door de leden uitgebrachte stemmen.
-
7 Voor de toepassing van lid 6 is vereist dat de stemgerechtigde via het elektronisch
communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de
verhandelingen ter vergadering en het stemrecht kan uitoefenen. De statuten kunnen
bepalen dat bovendien is vereist dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel
kan deelnemen aan de beraadslaging.
-
8 De statuten kunnen bepalen dat stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering
via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder dan op
de dertigste dag voor die van de vergadering, gelijk worden gesteld met stemmen die
ten tijde van de vergadering worden uitgebracht.
-
2 De statuten kunnen bepalen dat bepaalde besluiten van de algemene vergadering aan
een referendum zullen worden onderworpen. De statuten regelen de gevallen waarin,
de tijd waarbinnen, en de wijze waarop het referendum zal worden gehouden. Hangende
de uitslag van het referendum wordt de uitvoering van het besluit geschorst.
-
2 Een eenstemmig besluit van alle leden of afgevaardigden, ook al zijn deze niet in
een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde
kracht als een besluit van de algemene vergadering.
-
1 Het bestuur roept de algemene vergadering bijeen, zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt,
of wanneer het daartoe volgens de wet of de statuten verplicht is. De statuten kunnen
deze bevoegdheid ook aan anderen dan het bestuur verlenen.
-
2 Op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden of afgevaardigden
als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte der stemmen in de algemene
vergadering of van een zoveel geringer aantal als bij de statuten is bepaald, is het
bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn
van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek.
-
3 Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen, tenzij
in de statuten de wijze van bijeenroeping der algemene vergadering voor dit geval
anders is geregeld, de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze
waarop het bestuur de algemene vergadering bijeenroept of bij advertentie in ten minste
één ter plaatse waar de vereniging gevestigd is, veelgelezen dagblad. De verzoekers
kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding der vergadering en
het opstellen der notulen.
-
5 Tenzij de statuten anders bepalen kan, indien een lid of afgevaardigde hiermee instemt,
de bijeenroeping geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar
en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel is bekend gemaakt.
De artikelen 37-41 zijn van overeenkomstige toepassing op de afdelingen van een vereniging die geen
rechtspersonen zijn en die een algemene vergadering en een bestuur hebben; hetgeen
in die artikelen omtrent de statuten is bepaald, kan in een afdelingsreglement worden
neergelegd.
-
1 In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een
besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat
aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping
tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste zeven dagen.
-
2 Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel
tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering
een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen,
op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van
de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Aan de afdelingen waaruit de vereniging
bestaat en aan afgevaardigden moet het voorstel ten minste veertien dagen vóór de
vergadering ter kennis zijn gebracht; de vorige zin is alsdan niet van toepassing.
-
2 Voor zover de bevoegdheid tot wijziging bij de statuten mocht zijn uitgesloten, is
wijziging niettemin mogelijk met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle
leden of afgevaardigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
-
4 Een bepaling in de statuten, welke de bevoegdheid tot wijziging van een of meer andere
bepalingen uitsluit, kan slechts worden gewijzigd met algemene stemmen in een vergadering,
waarin alle leden of afgevaardigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
-
6 De bestuurders van een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid, waarvan de statuten
overeenkomstig artikel 30 lid 3 van dit Boek in afschrift ten kantore van het handelsregister zijn nedergelegd, zijn
verplicht aldaar tevens een afschrift van de wijziging en van de gewijzigde statuten
neder te leggen.
-
2 Slechts indien dit uit de statuten voortvloeit, is het bestuur bevoegd te besluiten
tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van
registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich
als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of
zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. De statuten kunnen
deze bevoegdheid aan beperkingen en voorwaarden binden. De uitsluiting, beperkingen
en voorwaarden gelden mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vereniging
ter zake van deze handelingen, tenzij de statuten anders bepalen.
-
3 Bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan een bestuurder toekomt,
is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Een
wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid
tot vertegenwoordiging kan slechts door de vereniging worden ingeroepen.
De vereniging kan, voor zover uit de statuten niet het tegendeel voortvloeit, ten
behoeve van de leden rechten bedingen en, voor zover dit in de statuten uitdrukkelijk
is bepaald, te hunnen laste verplichtingen aangaan. Zij kan nakoming van bedongen
rechten jegens en schadevergoeding aan een lid vorderen, tenzij dit zich daartegen
verzet.
In alle gevallen waarin de vereniging een tegenstrijdig belang heeft met een of meer
bestuurders of commissarissen kan de algemene vergadering een of meer personen aanwijzen
om de vereniging te vertegenwoordigen.
-
1 Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het
boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een
bestuursverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid.
Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring
aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders en commissarissen;
ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave
van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke
bestuurders in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.
-
2 Ontbreekt een raad van commissarissen en wordt omtrent de getrouwheid van de stukken
aan de algemene vergadering niet overgelegd een verklaring afkomstig van een accountant
als bedoeld in artikel 393 lid 1, dan benoemt de algemene vergadering jaarlijks een commissie van ten minste twee
leden die geen deel van het bestuur mogen uitmaken. De commissie onderzoekt de stukken
bedoeld in de tweede zin van lid 1, en brengt aan de algemene vergadering verslag
van haar bevindingen uit. Het bestuur is verplicht de commissie ten behoeve van haar
onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de
kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van
de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.
-
1 Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar van een vereniging als bedoeld
in artikel 360 lid 3, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier maanden door de algemene
vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het bestuur een jaarrekening
op en legt het deze voor de leden ter inzage ten kantore van de vereniging. Binnen
deze termijn legt het bestuur ook het bestuursverslag ter inzage voor de leden, tenzij
de artikelen 396 lid 7 of 403 voor de vereniging gelden.
De vereniging, bedoeld in artikel 360 lid 3, zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het bestuursverslag en de krachtens artikel 392 lid 1 toe te voegen gegevens vanaf de oproep voor de algemene vergadering, bestemd tot
behandeling van de jaarrekening, te haren kantore aanwezig zijn. De leden kunnen de
stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen.
De artikelen 131, 138, 139, 149 en 150 zijn van overeenkomstige toepassing in geval van faillissement van een vereniging
waarvan de statuten zijn opgenomen in een notariële akte en die aan de heffing van
vennootschapsbelasting is onderworpen.
In geval van faillissement of surséance van betaling van een vereniging die is ingeschreven
in het handelsregister, worden de aankondigingen welke krachtens de Faillissementswet in de Staatscourant worden opgenomen, door hem die met die openbaarmaking is belast, mede ter inschrijving
in dat register opgegeven.
Voorzover van de bepalingen van deze titel in de statuten kan worden afgeweken, kan
deze afwijking alleen geschieden bij op schrift gestelde statuten.
-
2 De akte moet worden verleden in de Nederlandse taal. Indien de stichting haar zetel
heeft in de provincie Fryslân kan de akte in de Friese taal worden verleden. Een volmacht
tot medewerking aan de akte moet schriftelijk zijn verleend. De stichting kan worden
opgericht door een uiterste wilsbeschikking, gemaakt bij een notariële akte die in
een vreemde taal is verleden; de statuten van de stichting moeten ook dan in de Nederlandse
of Friese taal luiden.
-
5 De notaris, ten overstaan van wie de akte is verleden, draagt zorg dat de statuten
bevatten hetgeen in de leden 2-4 is genoemd. Bij verzuim is hij persoonlijk jegens
hen die daardoor schade hebben geleden, aansprakelijk.
Bij gebreke van een aanwijzing van een zetel in de statuten, heeft de stichting haar
zetel in de gemeente, waar de notaris voor wie de akte is verleden, ten tijde van
het passeren der akte zijn standplaats had.
Artikel 288
[Vervallen per 01-01-2003]
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2002. Zie het
overzicht van wijzigingen]
-
1 De bestuurders zijn verplicht de stichting benevens de naam, de voornamen en de woonplaats
of laatste woonplaats van de oprichter of oprichters te doen inschrijven in het handelsregister
en een authentiek afschrift dan wel een authentiek uittreksel van de akte van oprichting
bevattende de statuten, ten kantore van dat register neer te leggen.
-
2 Zolang de opgave ter eerste inschrijving en nederlegging niet zijn geschied, is iedere
bestuurder voor een rechtshandeling, waardoor hij de stichting verbindt, naast de
stichting hoofdelijk aansprakelijk.
Artikel 290
[Vervallen per 01-01-1992]
-
2 Slechts indien dit uit de statuten voortvloeit, is het bestuur bevoegd te besluiten
tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van
registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich
als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of
zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. De statuten kunnen
deze bevoegdheid aan beperkingen en voorwaarden binden. De uitsluiting, beperkingen
en voorwaarden gelden mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de stichting
ter zake van deze handelingen, tenzij de statuten anders bepalen.
-
3 Bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan een bestuurder toekomt,
is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Een
wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid
tot vertegenwoordiging kan slechts door de stichting worden ingeroepen.
De statuten van de stichting kunnen door haar organen slechts worden gewijzigd, indien
de statuten daartoe de mogelijkheid openen. De wijziging moet op straffe van nietigheid
bij notariële akte tot stand komen. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift
van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het in artikel 289 van dit Boek bedoelde register.
-
1 Indien ongewijzigde handhaving van de statuten zou leiden tot gevolgen, die bij de
oprichting redelijkerwijze niet kunnen zijn gewild, en de statuten de mogelijkheid
van wijziging niet voorzien of zij die tot wijziging de bevoegdheid hebben, zulks
nalaten, kan de rechtbank op verzoek van een oprichter, het bestuur of het openbaar
ministerie de statuten wijzigen.
-
2 De rechtbank wijkt daarbij zo min mogelijk van de bestaande statuten af; indien wijziging
van het doel noodzakelijk is, wijst zij een doel aan dat aan het bestaande verwant
is. Met inachtneming van het vorenstaande is de rechtbank bevoegd, zo nodig, de statuten
op andere wijze te wijzigen dan is verzocht.
Een besluit tot wijziging van de statuten kan te allen tijde op verzoek van de stichting,
van een belanghebbende of van het openbaar ministerie door de rechtbank worden vernietigd,
indien de wijziging tot gevolg heeft dat de stichting kan worden ontbonden op een
grond als bedoeld in de artikelen 21 of 301 lid 1, en die wijziging niet tot omzetting leidt. Overigens zijn artikel 15 leden 3 en 4 en artikel 16 van toepassing.
In een geding, waarin ontbinding van een stichting op een grond als vermeld in artikel 21 of 301 lid 1 onder a wordt verzocht, kan de rechtbank de bevoegdheden in de beide voorgaande artikelen
genoemd, ambtshalve uitoefenen.
-
1 Het openbaar ministerie bij de rechtbank is, bij ernstige twijfel of de wet of de
statuten te goeder trouw worden nageleefd, dan wel het bestuur naar behoren wordt
gevoerd, bevoegd aan het bestuur inlichtingen te verzoeken.
-
2 Bij niet- of niet-behoorlijke voldoening aan het verzoek kan de voorzieningenrechter
van de rechtbank, desverzocht, bevelen dat aan het openbaar ministerie de boeken,
bescheiden en andere gegevensdragers van de stichting voor raadpleging beschikbaar
worden gesteld en de waarden der stichting worden getoond. Tegen de beschikking van
de voorzieningenrechter staat geen hoger beroep of cassatie open.
-
1 Dit artikel is van toepassing op de stichting die:
-
a. bij of krachtens de wet verplicht is een financiële verantwoording op te stellen die
gelijk of gelijkwaardig is aan een jaarrekening als bedoeld in titel 9; en
-
b. op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende
balansdata, niet heeft voldaan aan ten minste twee van de vereisten als bedoeld in
artikel 397 leden 1 en 2.
Artikel 398 lid 5 is van toepassing. Voor de toepassing van artikel 397 lid 1, onderdeel b, wordt in plaats van de netto-omzet gelezen het totaal van de bedrijfsopbrengsten
onderscheidenlijk het totaal van de baten voor zover de stichting deze bij of krachtens
bijzondere wetgeving opneemt in de financiële verantwoording.
-
1 Indien een toezichthoudend orgaan is ingesteld bij een stichting als bedoeld in artikel 297a lid 1, kunnen in dat orgaan niet worden benoemd: personen die commissaris of niet uitvoerende
bestuurder zijn bij vijf of meer andere rechtspersonen. Het voorzitterschap van de
raad van commissarissen of het bestuur, indien de bestuurstaken zijn verdeeld over
uitvoerende en niet uitvoerende bestuurders, telt dubbel.
-
1 Een bestuurder die:
-
a. iets doet of nalaat in strijd met de bepalingen van de wet of van de statuten, dan
wel zich schuldig maakt aan wanbeheer, of
-
b. niet of niet behoorlijk voldoet aan een door de voorzieningenrechter van de rechtbank,
ingevolge artikel 297, gegeven bevel, kan door de rechtbank worden ontslagen. Dit kan geschieden op verzoek
van het openbaar ministerie of iedere belanghebbende.
Telkens wanneer het door de statuten voorgeschreven bestuur geheel of gedeeltelijk
ontbreekt en daarin niet overeenkomstig de statuten wordt voorzien, kan de rechtbank,
op verzoek van iedere belanghebbende of het openbaar ministerie in de vervulling van
de ledige plaats voorzien. De rechtbank neemt daarbij zoveel mogelijk de statuten
in acht.
Een stichting die een of meer ondernemingen in stand houdt welke ingevolge de wet
in het handelsregister moeten worden ingeschreven, vermeldt bij de staat van baten
en lasten de netto-omzet van deze ondernemingen.
-
1 Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar van een stichting als bedoeld
in artikel 360 lid 3, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier maanden door het in lid
3 bedoelde orgaan op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het bestuur een jaarrekening
op en legt het deze voor hen die deel uitmaken van het in lid 3 bedoelde orgaan ter
inzage ten kantore van de stichting. Binnen deze termijn legt het bestuur ook de krachtens
artikel 392 lid 1 toe te voegen gegevens ter inzage voor hen die deel uitmaken van het in lid 3 bedoelde
orgaan en het bestuursverslag, tenzij artikel 396 lid 7 voor zover het betreft het bestuursverslag, of artikel 403 voor de stichting gelden. Zij die deel uitmaken van het in lid 3 bedoelde orgaan
kunnen kosteloos een afschrift van deze stukken verkrijgen.
-
3 De jaarrekening wordt uiterlijk een maand na afloop van de termijn vastgesteld door
het daartoe volgens de statuten bevoegde orgaan. Indien de statuten deze bevoegdheid
niet aan enig orgaan verlenen, komt deze bevoegdheid toe aan het toezicht houdende
orgaan en bij gebreke daarvan aan het bestuur.
De artikelen 131, 138, 139, 149 en 150 zijn van overeenkomstige toepassing in geval van faillissement van een stichting
die aan de heffing van vennootschapsbelasting is onderworpen.
In kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraken, inhoudende:
doorhaling, aanvulling of wijziging van het in het register ingeschrevene,
wijziging van de statuten van de stichting,
wijziging van of voorziening in het bestuur, of
vernietiging van een besluit tot wijziging van de statuten,
worden door de zorg van de griffier van het college waarvoor de zaak laatstelijk aanhangig
was ingeschreven in het in artikel 289 van dit Boek genoemde register.
In geval van faillissement of surséance van betaling van een stichting worden de aankondigingen
welke krachtens de Faillissementswet in de Staatscourant worden opgenomen, door hem die met de openbaarmaking is belast, mede ter inschrijving
in het register, bedoeld in artikel 289 van dit Boek, opgegeven.
-
2 Voor de toepassing van artikel 285 lid 3 van dit Boek gelden als uitkeringen aan oprichters van zulk een stichting of aan
hen die deel uitmaken van haar organen, niet de uitkeringen die voortvloeien uit een
recht op pensioen of uit een aanspraak krachtens een arbeidsovereenkomst waarin een
beding als bedoeld in artikel 631, lid 3, onder c, van Boek 7, is opgenomen.
Artikel 305
[Vervallen per 01-01-1984]
Artikel 306
[Vervallen per 01-01-1984]
Artikel 307
[Vervallen per 01-01-1984]