Besluit van 14 augustus 1976, houdende bepalingen met betrekking tot de rechtspositie
van de benoemde leden van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken van 29 oktober
1973, nr. AC 216040;
Gelet op artikel 125, eerste lid van de Ambtenarenwet 1929 en artikel 5 van de Instellingswet WRR;
De Raad van State gehoord (advies van 28 november 1973, nr. 4);
Gezien het nader rapport van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken
van 9 augustus 1976, nr. CP 76-10548,
Hebben goedgevonden en verstaan: