Besluit voorkoming of beperking samenloop AAW-uitkering met uitkering ingevolge de sociale wetgeving van een andere Mogendheid

Geraadpleegd op 07-11-2024.
Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Besluit van 19 oktober 1976, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 43, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 21 september 1976, Directoraat-Generaal voor Sociale Voorzieningen, Stafafdeling B.O., nr. 54414;

Gelet op artikel 43 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet;

De Sociaal-Economische Raad gehoord (advies van 17 september 1976);

De Raad van State gehoord (advies van 6 oktober 1976, nr. 33);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 14 oktober 1976, Directoraat-Generaal voor Sociale Voorzieningen, Stafafdeling B.O., nr. 54898;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1 Bij samenloop over eenzelfde tijdvak van een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten met één of meer van de navolgende ingevolge de sociale wetgeving van één of meer andere Mogendheden toegekende uitkeringen:

    • a. uitkering wegens arbeidsongeschiktheid;

    • b. weduwenuitkering;

    • c. wezenuitkering;

    • d. ouderdomsuitkering, dan wel, enige andere uitkering, welke in verband met het bereikt hebben van een bepaalde leeftijd is toegekend, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering slechts uitbetaald, indien en voor zover deze het totale bedrag van de onder a tot en met d bedoelde uitkeringen overtreft.

  • 2 Bij de toepassing van het bepaalde in het vorige lid wordt met een in dat lid onder a bedoelde uitkering slechts rekening gehouden, indien en voor zover deze is verleend ter zake van dezelfde arbeidsongeschiktheid als de arbeidsongeschiktheidsuitkering.

Artikel 2

  • 1 Indien ingevolge het vorige artikel bij de vaststelling van het bedrag van de uit te betalen arbeidsongeschiktheidsuitkering twee of meer uitkeringen ingevolge de sociale wetgeving van één of meer andere Mogendheden in aanmerking moeten worden genomen, welke reeds onderling onderhevig zijn aan de werking van anticumulatiebepalingen, wordt als bedrag van de betrokken uitkeringen in aanmerking genomen het bedrag, dat is vastgesteld na toepassing van de vorenbedoelde anticumulatiebepalingen.

  • 2 Indien enerzijds een uitkering ingevolge de sociale wetgeving van een andere Mogendheid ingevolge het vorige artikel leidt tot een vermindering van het uit te betalen bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, en anderzijds de eerstbedoelde uitkering krachtens de nationale wetgeving van die andere Mogendheid, al dan niet met toepassing van enige bepaling van een voor die andere Mogendheid en Nederland geldende internationale regeling inzake sociale zekerheid, moet worden verminderd of geschorst wegens de samenloop met de arbeidsongeschiktheidsuitkering, wordt de vermindering van de uitbetaling van de arbeidsongeschiktheidsuitkering te dier zake gesteld op de helft van het bedrag, dat ingevolge dit besluit als vermindering zou zijn vastgesteld wegens samenloop met die uitkering, wanneer deze niet verminderd of geschorst zou zijn wegens samenloop met de arbeidsongeschiktheidsuitkering.

  • 3 Indien ter zake van de samenloop met een uitkering ingevolge de sociale wetgeving van een andere Mogendheid zowel het bepaalde in het eerste lid, als het bepaalde in het tweede lid van toepassing is, wordt voor de toepassing van het tweede lid genoemde uitkering in aanmerking genomen voor hetzelfde bedrag, als waarvoor die uitkering in aanmerking zou moeten worden genomen als alleen het bepaalde in het eerste lid van toepassing was.

Artikel 3

  • 1 Wanneer een periodieke uitkering ingevolge de sociale wetgeving van een of andere Mogendheid, welke van invloed was op de hoogte van het overeenkomstig de voorgaande artikelen tot uitbetaling komende bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, is afgekocht, blijft het bedrag van de uit te betalen arbeidsongeschiktheidsuitkering vastgesteld, alsof de eerstbedoelde uitkering niet was afgekocht. Na de beëindiging van de periodieke uitkering wordt de betrokkene geacht uit hoofde van de ontvangen afkoopsom een periodieke uitkering te ontvangen ter hoogte van de periodieke uitkering, die laatstelijk voor die beëindiging werd genoten.

  • 2 Indien aan de berekening van een in het vorige lid bedoelde afkoopsom een ander bedrag aan periodieke uitkering ten grondslag is gelegd dan laatstelijk voor de beëindiging van die uitkering werd genoten, en het verschil niet uitsluitend een gevolg is van een aanpassing aan het loon- en/of prijspeil, wordt voor de vaststelling van het bedrag van de na de beëindiging van de periodieke uitkering uit te betalen arbeidsongeschiktheidsuitkering, in afwijking van het bepaalde in het vorige lid, de betrokkene geacht uit hoofde van de ontvangen afkoopsom een periodieke uitkering te ontvangen ter hoogte van het bedrag, dat aan de berekening van die afkoopsom ten grondslag is gelegd.

Artikel 4

  • 1 De bij de toepassing van de voorgaande artikelen noodzakelijke omrekening in euro van een niet in euro uitgedrukte uitkering op grond van de sociale wetgeving van een andere Mogendheid geschiedt met behulp van de door de Europese Centrale Bank geadviseerde wisselkoersen.

Artikel 5

Voor zoveel nodig in afwijking van het bepaalde in de voorgaande artikelen wordt:

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot 1 oktober 1976.

Lasten en bevelen dat dit besluit in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 19 oktober 1976

Juliana

De Staatssecretaris van Sociale Zaken,

P. J. J. Mertens

Uitgegeven de achtentwintigste oktober 1976

De Minister van Justitie,

Van Agt