1. Bijlage
[Regeling vervallen per 29-01-2008]
Vragen van de leden Notenboom en Krosse (beiden KVP) over het tevens als detailhandelaar
optreden van enkele groothandelsbedrijven (ingezonden 26 januari 1977):
[Regeling vervallen per 29-01-2008]
Heeft de Staatssecretaris kennis genomen van het oordeel van de Staatssecretaris van
Economische Zaken, dat (zelfbedieningspasjes) groothandels zoals Makro-Best, -Nuth
en -Breda tevens detailhandels zijn?
Is de Staatssecretaris bereid te bevorderen, dat van de zijde van zijn dienst wordt
vastgesteld, dat de in vraag 1 bedoelde groothandelsbedrijven derhalve óók vallen
onder de bepaling in de Wet omzetbelasting die voorschrijft, dat aanbiedingen aan
particulieren dienen te geschieden incl. BTW?
Antwoord van Staatssecretaris Van Rooijen (Financiën) ontvangen 28 februari 1977):
[Regeling vervallen per 29-01-2008]
Ingevolge artikel 38 van de Wet op de omzetbelasting 1968 is het aan ondernemers verboden
aan anderen dan ondernemers en publiekrechtelijke lichamen goederen en diensten aan
te bieden tegen prijzen met zodanige aanduidingen dat de omzetbelasting niet in de
prijzen zou zijn begrepen.
Aan deze verbodsbepaling ligt blijkens de wetshistorie de gedachte ten grondslag bij
niet-ondernemers verwarring te voorkomen inzake de door hen per saldo te betalen bedragen.
In hoeverre aan de bescherming tegen verwarring welke artikel 38 aan anderen dan ondernemers
beoogt te bieden, behoefte bestaat voor zover in groothandelszelfbedieningszaken aankopen
voor privé-gebruik kunnen worden gedaan, is een vraag waarbij naar het oordeel van
de ondergetekende een zekere nuancering past. Bij de parlementaire behandeling van
genoemd wetsartikel is trouwens reeds ter voorkoming van complicaties bij ondernemers
die zowel aan particulieren als aan andere leveren een zo soepel mogelijke benadering
van grensgevallen toegezegd.
Zolang de bedoelde bedrijven, hoezeer mede een detailhandelsfunctie vervullend, het
karakter van groothandel behouden, hetgeen de normale figuur zal zijn, valt moeilijk
bezwaar te maken tegen toepassing van het in de groothandel gebruikelijke systeem
van aanbiedingen waarbij de prijs ‘exclusief omzetbelasting’ wordt aangegeven. Een
andere gedragslijn zou althans, als weinig strokend met het BTW-systeem, juist tot
verwarring bij ondernemers-gegadigden kunnen leiden.
Daarbij komt dat, nu van algemene bekendheid is dat in die bedrijven bij het afrekenen
van aankopen, zowel die voor zakelijk als voor privé-gebruik, de omzetbelasting afzonderlijk
op de nota wordt bijgesteld, ook zij die voor privé-doeleinden wensen te kopen zich
er zeer wel van bewust zullen zijn dat de exclusief-OB-prijs op de nota met de omzetbelasting
zal worden verhoogd. Zulks in aanmerking genomen acht de ondergetekende, zo de verbodsbepaling
van artikel 38 al naar de letter van toepassing zou zijn, hetgeen zijns inziens minstens
twijfelachtig is, naar de geest daarvan in beginsel geen aanleiding tegen het in bedoelde
branche hanteren van prijzen exclusief omzetbelasting op te treden.
De zaak kan anders liggen indien groothandelszelfbedieningszaken bijvoorbeeld huis
aan huis reclamefolders zouden verspreiden of advertenties in voor consumenten bestemde
rubrieken van dagbladen e.d. zouden plaatsen, waarin prijzen worden genoemd waarbij
wordt aangegeven dat de omzetbelasting daarin niet is begrepen (zonder tevens van
de bijtelling van de omzetbelasting melding te maken) en ook overigens duidelijk is
dat de aanbieding tot particulieren is gericht. Tegen een dergelijke handelwijze zal
door de belastingdienst uiteraard worden opgetreden. De ondergetekende stelt zich
voor dit aspect op korte termijn nog eens uitdrukkelijk onder de aandacht van genoemde
dienst te brengen.