Artikel 1
[Regeling vervallen per 25-02-2005]
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
"San José-schildluis": het insect, genaamd Quadraspidiotus perniciosus (Comst.);
"planten": levende planten en levende delen van planten, met inbegrip van daaraan aanwezige
vruchten en zaden;
"besmette planten of vruchten": planten of vruchten waarop zich één of meer San José-schildluizen bevinden waarvan
niet vaststaat dat zij dood zijn;
"verdachte planten": planten waarop zich vermoedelijk één of meer San José-schildluizen bevinden waarvan
niet vaststaat dat zij dood zijn;
"waardplanten": planten behorend tot een van de volgende geslachten:
Acacia Tourn. ex. L., Acer L., Amelanchier Med., Chaenomeles Ldl., Cotone-aster Ehrh.,
Crataegus L., Cydonia Mill., Euonymus L., Fagus L., Juglans L., Ligustrum L., Maclura
Nutt., Malus Mill., Populus L., Prunus L., Ptelea L., Pyrus L., Ribes L., Rosa L.,
Salix L., Sorbus L., Symphoricarpos Duham., Syringa L., Tilia L., Ulmus L. en Vitis
L..
Artikel 4
[Regeling vervallen per 25-02-2005]
In een krachtens artikel 2 aangewezen gebied alsmede in een gebied dat ten opzichte van het eerstbedoelde gebied
zodanig is gelegen dat de San José-schildluis aldaar dreigt voor te komen en dat uit
dien hoofde door Onze Minister is aangewezen, is het telen van waardplanten en andere
door Onze Minister aangewezen planten slechts toegestaan onder de voorwaarde dat die
planten overeenkomstig door Onze Minister gegeven voorschriften worden onderworpen
aan een of meer behandelingen strekkende tot vernietiging van San José-schildluizen.