Stb. 2007, 349, datum inwerkingtreding 03-10-2007, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2007.
1 Indien met toepassing van artikel 87e, tweede lid of derde lid, 87f, vierde of vijfde
lid, of 87h, derde lid, met betrekking tot de gevels van in aanbouw zijnde of aanwezige
woningen voor de eerste maal een hogere geluidsbelasting dan 48 dB vanwege de hoofdweg
of vanwege binnen het tracé van die hoofdweg gelegen wegen, onderscheidenlijk een
hogere geluidsbelasting dan 55 dB vanwege binnen het tracé van die hoofdweg gelegen
spoorwegen als de ten hoogste toelaatbare is vastgesteld, treffen burgemeester en
wethouders met betrekking tot de geluidwering van die gevels maatregelen om te bevorderen
dat de geluidsbelasting binnen de woning bij gesloten ramen in geval van geluidsbelasting
vanwege wegen ten hoogste 33 dB, onderscheidenlijk vanwege spoorwegen ten hoogste
35 dB bedraagt.
2 Indien met toepassing van artikel 87g, derde tot en met zesde lid, of 87i, derde tot
en met vijfde lid, met betrekking tot de gevels van in aanbouw zijnde of aanwezige
woningen een hogere geluidsbelasting dan 53 dB vanwege de hoofdweg of vanwege binnen
het tracé van die hoofdweg gelegen wegen, onderscheidenlijk een hogere geluidsbelasting
dan 63 dB vanwege binnen het tracé van die hoofdweg gelegen spoorwegen als de ten
hoogste toelaatbare is vastgesteld, treffen burgemeester en wethouders met betrekking
tot de geluidwering van die gevels maatregelen om te bevorderen dat de geluidsbelasting
binnen de woning bij gesloten ramen ten hoogste 43 dB bedraagt.
3 Indien met toepassing van artikel 87e, zesde lid, 87f, achtste lid of 87h, zesde lid,
met betrekking tot de gevels van andere geluidsgevoelige gebouwen voor de eerste maal
een hogere geluidsbelasting dan 48 dB vanwege de hoofdweg of vanwege binnen het tracé
van die hoofdweg gelegen wegen, onderscheidenlijk een hogere geluidsbelasting dan
53 dB vanwege binnen het tracé van die hoofdweg gelegen spoorwegen, als de ten hoogste
toelaatbare is vastgesteld, treffen burgemeester en wethouders met betrekking tot
de geluidwering van die gevels maatregelen om te bevorderen dat de geluidsbelasting
bij gesloten ramen binnen:
-
a. leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen,
-
b. onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen, bedoeld in
artikel 87b, eerste lid, onder e, 2°,
-
c. onderzoeks-, behandelings-, recreatie- en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten
van gebouwen, bedoeld in artikel 87b, eerste lid, onder e, 3°, ten hoogste 28 dB bedraagt,
onderscheidenlijk binnen:
-
a. theorievaklokalen van onderwijsgebouwen,
-
b. ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen
en verpleeghuizen als bedoeld in artikel 87b, eerste lid, onder e, 2°, ten hoogste
33 dB bedraagt.
4 Het derde lid is van overeenkomstige toepassing, indien met toepassing van artikel
87g, negende lid of 87i, achtste lid, met betrekking tot de gevels van andere geluidsgevoelige
gebouwen een hogere geluidsbelasting dan 48 dB vanwege de hoofdweg of vanwege binnen
het tracé van die hoofdweg gelegen wegen, onderscheidenlijk een hogere geluidsbelasting
dan 53 dB vanwege binnen het tracé van die hoofdweg gelegen spoorwegen, als de ten
hoogste toelaatbare is vastgesteld, met dien verstande dat in plaats van «28 dB» wordt
gelezen «38 dB» en in plaats van «33 dB» wordt gelezen: 43 dB.
5 Indien met toepassing van artikel 106d, tweede lid of derde lid, 106e, derde lid,
of 106g, vierde of vijfde lid, met betrekking tot de gevels van in aanbouw zijnde
of aanwezige woningen voor de eerste maal een hogere geluidsbelasting dan 55 dB vanwege
de landelijke spoorweg of vanwege binnen het tracé van die landelijke spoorweg gelegen
spoorwegen, onderscheidenlijk een hogere geluidsbelasting dan 48 dB vanwege binnen
het tracé van die landelijke spoorweg gelegen wegen, als de ten hoogste toelaatbare
is vastgesteld, treffen burgemeester en wethouders met betrekking tot de geluidwering
van die gevels maatregelen om te bevorderen dat de geluidsbelasting binnen de woning
bij gesloten ramen in geval van geluidsbelasting vanwege spoorwegen ten hoogste 35
dB, onderscheidenlijk vanwege wegen ten hoogste 33 dB bedraagt.
6 Indien met toepassing van artikel 106f, derde tot en met vijfde lid, of 106h, derde
tot en met zesde lid, met betrekking tot de gevels van in aanbouw zijnde of aanwezige
woningen een hogere geluidsbelasting dan 63 dB vanwege de landelijke spoorweg of vanwege
binnen het tracé van die landelijke spoorweg gelegen spoorwegen, onderscheidenlijk
een hogere geluidsbelasting dan 53 dB vanwege binnen het tracé van die landelijke
spoorweg gelegen wegen als de ten hoogste toelaatbare is vastgesteld, treffen burgemeester
en wethouders met betrekking tot de geluidwering van die gevels maatregelen om te
bevorderen dat de geluidsbelasting binnen de woning bij gesloten ramen ten hoogste
43 dB bedraagt.
7 Indien met toepassing van artikel 106d, zesde lid, 106e, zesde lid of 106g, achtste
lid, met betrekking tot de gevels van in aanbouw zijnde of aanwezige andere geluidsgevoelige
gebouwen voor de eerste maal een hogere geluidsbelasting dan 53 dB vanwege de landelijke
spoorweg of vanwege binnen het tracé van die landelijke spoorweg gelegen spoorwegen,
onderscheidenlijk een hogere geluidsbelasting dan 48 dB vanwege binnen het tracé van
die landelijke spoorweg gelegen wegen, als de ten hoogste toelaatbare is vastgesteld,
treffen burgemeester en wethouders met betrekking tot de geluidwering van die gevels
maatregelen om te bevorderen dat de geluidsbelasting bij gesloten ramen binnen:
-
a. leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen,
-
b. onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen, bedoeld in
artikel 106b, eerste lid, onder e, 2°,
-
c. onderzoeks-, behandelings-, recreatie- en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten
van gebouwen, bedoeld in artikel 106b, eerste lid, onder e, 3°, ten hoogste 28 dB
bedraagt, onderscheidenlijk binnen:
-
a. theorievaklokalen van onderwijsgebouwen,
-
b. ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen
en verpleeghuizen als bedoeld in artikel 106b, eerste lid, onder e, 2°, ten hoogste
33 dB bedraagt.
8 Het zevende lid is van overeenkomstige toepassing, indien met toepassing van artikel
106f, achtste lid, of 106h, negende lid, met betrekking tot de gevels van andere geluidsgevoelige
gebouwen een hogere geluidsbelasting dan 53 dB vanwege de landelijke spoorweg of vanwege
binnen het tracé van die landelijke spoorweg gelegen spoorwegen, onderscheidenlijk
een hogere geluidsbelasting dan 48 dB vanwege binnen het tracé van die landelijke
spoorweg gelegen wegen, als de ten hoogste toelaatbare is vastgesteld, met dien verstande
dat in plaats van «28 dB» wordt gelezen «38 dB» en in plaats van «33 dB» wordt gelezen:
43 dB.
9 Indien met betrekking tot de gevels van woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen
waarvan de geluidsbelasting vanwege de weg op 1 maart 1986 hoger was dan 55 dB(A)
en waarvoor met toepassing van artikel 87f, vierde, vijfde, zevende of achtste lid,
of artikel 106g, vierde, vijfde, zevende of achtste lid, voor de eerste maal een hogere
geluidsbelasting dan 48 dB, vanwege de weg als de ten hoogste toelaatbare is vastgesteld,
treffen burgemeester en wethouders met betrekking tot de geluidwering van die gevels
in afwijking van het eerste, derde, vijfde en zevende lid, maatregelen om te bevorderen
dat de geluidsbelasting:
-
a. binnen de woning bij gesloten ramen ten hoogste 43 dB bedraagt,
-
b. binnen de leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen, de onderzoeks- en behandelruimten
van ziekenhuizen en verpleegtehuizen, bedoeld in 87b, eerste lid, onder e, 2°, en
de onderzoeks, behandelings-, recreatie- en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten
van gebouwen, bedoeld in artikel 87b, eerste lid, onder 3°, bij gesloten ramen ten
hoogste 38 dB bedraagt, onderscheidenlijk
-
c. binnen de theorievaklokalen van onderwijsgebouwen en de ruimten voor patiëntenhuisvesting,
alsmede recreatie- en conversatieruimten voor ziekenhuizen en verpleeghuizen als bedoeld
in artikel 87b, eerste lid, onder e, 2°, bij gesloten ramen ten hoogste 43 dB bedraagt.
10 Ingeval voor de betrokken woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen eerder een
hogere waarde voor de geluidsbelasting is vastgesteld, treffen burgemeester en wethouders
met betrekking tot de geluidwering van die gevels in afwijking van het eerste, derde,
vijfde, zevende en negende lid, maatregelen om te bevorderen dat de geluidsbelasting,
binnen de woning bij gesloten ramen na de aanpassing ten hoogste de waarde die voor
de aanpassing van de weg ingevolge het bij of krachtens deze wet voor de onderscheiden
situaties bepaalde, dan wel ingevolge het krachtens artikel 3 van de Woningwet bepaalde
ten hoogste toelaatbaar was, bedraagt.
Stb. 2007, 349, datum inwerkingtreding 03-10-2007, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2007.
1 Indien met toepassing van artikel 87e, tweede lid of derde lid, 87f, vierde of vijfde
lid, of 87h, derde lid, met betrekking tot de gevels van in aanbouw zijnde of aanwezige
woningen voor de eerste maal een hogere geluidsbelasting dan 48 dB vanwege de hoofdweg
of vanwege binnen het tracé van die hoofdweg gelegen wegen, onderscheidenlijk een
hogere geluidsbelasting dan 55 dB vanwege binnen het tracé van die hoofdweg gelegen
spoorwegen als de ten hoogste toelaatbare is vastgesteld, treffen burgemeester en
wethouders met betrekking tot de geluidwering van die gevels maatregelen om te bevorderen
dat de geluidsbelasting binnen de woning bij gesloten ramen in geval van geluidsbelasting
vanwege wegen ten hoogste 33 dB, onderscheidenlijk vanwege spoorwegen ten hoogste
35 dB bedraagt.
2 Indien met toepassing van artikel 87g, derde tot en met zesde lid, of 87i, derde tot
en met vijfde lid, met betrekking tot de gevels van in aanbouw zijnde of aanwezige
woningen een hogere geluidsbelasting dan 53 dB vanwege de hoofdweg of vanwege binnen
het tracé van die hoofdweg gelegen wegen, onderscheidenlijk een hogere geluidsbelasting
dan 63 dB vanwege binnen het tracé van die hoofdweg gelegen spoorwegen als de ten
hoogste toelaatbare is vastgesteld, treffen burgemeester en wethouders met betrekking
tot de geluidwering van die gevels maatregelen om te bevorderen dat de geluidsbelasting
binnen de woning bij gesloten ramen ten hoogste 43 dB bedraagt.
3 Indien met toepassing van artikel 87e, zesde lid, 87f, achtste lid of 87h, zesde lid,
met betrekking tot de gevels van andere geluidsgevoelige gebouwen voor de eerste maal
een hogere geluidsbelasting dan 48 dB vanwege de hoofdweg of vanwege binnen het tracé
van die hoofdweg gelegen wegen, onderscheidenlijk een hogere geluidsbelasting dan
53 dB vanwege binnen het tracé van die hoofdweg gelegen spoorwegen, als de ten hoogste
toelaatbare is vastgesteld, treffen burgemeester en wethouders met betrekking tot
de geluidwering van die gevels maatregelen om te bevorderen dat de geluidsbelasting
bij gesloten ramen binnen:
-
a. leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen,
-
b. onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen, bedoeld in
artikel 87b, eerste lid, onder e, 2°,
-
c. onderzoeks-, behandelings-, recreatie- en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten
van gebouwen, bedoeld in artikel 87b, eerste lid, onder e, 3°, ten hoogste 28 dB bedraagt,
onderscheidenlijk binnen:
-
a. theorievaklokalen van onderwijsgebouwen,
-
b. ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen
en verpleeghuizen als bedoeld in artikel 87b, eerste lid, onder e, 2°, ten hoogste
33 dB bedraagt.
4 Het derde lid is van overeenkomstige toepassing, indien met toepassing van artikel
87g, negende lid of 87i, achtste lid, met betrekking tot de gevels van andere geluidsgevoelige
gebouwen een hogere geluidsbelasting dan 48 dB vanwege de hoofdweg of vanwege binnen
het tracé van die hoofdweg gelegen wegen, onderscheidenlijk een hogere geluidsbelasting
dan 53 dB vanwege binnen het tracé van die hoofdweg gelegen spoorwegen, als de ten
hoogste toelaatbare is vastgesteld, met dien verstande dat in plaats van «28 dB» wordt
gelezen «38 dB» en in plaats van «33 dB» wordt gelezen: 43 dB.
5 Indien met toepassing van artikel 106d, tweede lid of derde lid, 106e, derde lid,
of 106g, vierde of vijfde lid, met betrekking tot de gevels van in aanbouw zijnde
of aanwezige woningen voor de eerste maal een hogere geluidsbelasting dan 55 dB vanwege
de landelijke spoorweg of vanwege binnen het tracé van die landelijke spoorweg gelegen
spoorwegen, onderscheidenlijk een hogere geluidsbelasting dan 48 dB vanwege binnen
het tracé van die landelijke spoorweg gelegen wegen, als de ten hoogste toelaatbare
is vastgesteld, treffen burgemeester en wethouders met betrekking tot de geluidwering
van die gevels maatregelen om te bevorderen dat de geluidsbelasting binnen de woning
bij gesloten ramen in geval van geluidsbelasting vanwege spoorwegen ten hoogste 35
dB, onderscheidenlijk vanwege wegen ten hoogste 33 dB bedraagt.
6 Indien met toepassing van artikel 106f, derde tot en met vijfde lid, of 106h, derde
tot en met zesde lid, met betrekking tot de gevels van in aanbouw zijnde of aanwezige
woningen een hogere geluidsbelasting dan 63 dB vanwege de landelijke spoorweg of vanwege
binnen het tracé van die landelijke spoorweg gelegen spoorwegen, onderscheidenlijk
een hogere geluidsbelasting dan 53 dB vanwege binnen het tracé van die landelijke
spoorweg gelegen wegen als de ten hoogste toelaatbare is vastgesteld, treffen burgemeester
en wethouders met betrekking tot de geluidwering van die gevels maatregelen om te
bevorderen dat de geluidsbelasting binnen de woning bij gesloten ramen ten hoogste
43 dB bedraagt.
7 Indien met toepassing van artikel 106d, zesde lid, 106e, zesde lid of 106g, achtste
lid, met betrekking tot de gevels van in aanbouw zijnde of aanwezige andere geluidsgevoelige
gebouwen voor de eerste maal een hogere geluidsbelasting dan 53 dB vanwege de landelijke
spoorweg of vanwege binnen het tracé van die landelijke spoorweg gelegen spoorwegen,
onderscheidenlijk een hogere geluidsbelasting dan 48 dB vanwege binnen het tracé van
die landelijke spoorweg gelegen wegen, als de ten hoogste toelaatbare is vastgesteld,
treffen burgemeester en wethouders met betrekking tot de geluidwering van die gevels
maatregelen om te bevorderen dat de geluidsbelasting bij gesloten ramen binnen:
-
a. leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen,
-
b. onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen, bedoeld in
artikel 106b, eerste lid, onder e, 2°,
-
c. onderzoeks-, behandelings-, recreatie- en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten
van gebouwen, bedoeld in artikel 106b, eerste lid, onder e, 3°, ten hoogste 28 dB
bedraagt, onderscheidenlijk binnen:
-
a. theorievaklokalen van onderwijsgebouwen,
-
b. ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen
en verpleeghuizen als bedoeld in artikel 106b, eerste lid, onder e, 2°, ten hoogste
33 dB bedraagt.
8 Het zevende lid is van overeenkomstige toepassing, indien met toepassing van artikel
106f, achtste lid, of 106h, negende lid, met betrekking tot de gevels van andere geluidsgevoelige
gebouwen een hogere geluidsbelasting dan 53 dB vanwege de landelijke spoorweg of vanwege
binnen het tracé van die landelijke spoorweg gelegen spoorwegen, onderscheidenlijk
een hogere geluidsbelasting dan 48 dB vanwege binnen het tracé van die landelijke
spoorweg gelegen wegen, als de ten hoogste toelaatbare is vastgesteld, met dien verstande
dat in plaats van «28 dB» wordt gelezen «38 dB» en in plaats van «33 dB» wordt gelezen:
43 dB.
9 Indien met betrekking tot de gevels van woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen
waarvan de geluidsbelasting vanwege de weg op 1 maart 1986 hoger was dan 55 dB(A)
en waarvoor met toepassing van artikel 87f, vierde, vijfde, zevende of achtste lid,
of artikel 106g, vierde, vijfde, zevende of achtste lid, voor de eerste maal een hogere
geluidsbelasting dan 48 dB, vanwege de weg als de ten hoogste toelaatbare is vastgesteld,
treffen burgemeester en wethouders met betrekking tot de geluidwering van die gevels
in afwijking van het eerste, derde, vijfde en zevende lid, maatregelen om te bevorderen
dat de geluidsbelasting:
-
a. binnen de woning bij gesloten ramen ten hoogste 43 dB bedraagt,
-
b. binnen de leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen, de onderzoeks- en behandelruimten
van ziekenhuizen en verpleegtehuizen, bedoeld in 87b, eerste lid, onder e, 2°, en
de onderzoeks, behandelings-, recreatie- en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten
van gebouwen, bedoeld in artikel 87b, eerste lid, onder 3°, bij gesloten ramen ten
hoogste 38 dB bedraagt, onderscheidenlijk
-
c. binnen de theorievaklokalen van onderwijsgebouwen en de ruimten voor patiëntenhuisvesting,
alsmede recreatie- en conversatieruimten voor ziekenhuizen en verpleeghuizen als bedoeld
in artikel 87b, eerste lid, onder e, 2°, bij gesloten ramen ten hoogste 43 dB bedraagt.
10 Ingeval voor de betrokken woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen eerder een
hogere waarde voor de geluidsbelasting is vastgesteld, treffen burgemeester en wethouders
met betrekking tot de geluidwering van die gevels in afwijking van het eerste, derde,
vijfde, zevende en negende lid, maatregelen om te bevorderen dat de geluidsbelasting,
binnen de woning bij gesloten ramen na de aanpassing ten hoogste de waarde die voor
de aanpassing van de weg ingevolge het bij of krachtens deze wet voor de onderscheiden
situaties bepaalde, dan wel ingevolge het krachtens artikel 3 van de Woningwet bepaalde
ten hoogste toelaatbaar was, bedraagt.