In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
andere geluidsgevoelige gebouwen:
een gymnastieklokaal maakt voor de toepassing van deze wet geen deel uit van een onderwijsgebouw;
bebouwde kom: bebouwde kom, vastgesteld krachtens de Wegenverkeerswet 1994;
bouwvergunning: bouwvergunning als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet;
buitenstedelijk gebied: gebied buiten de bebouwde kom alsmede, voor de toepassing van de hoofdstukken VI en VII voor zover het betreft een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, het gebied binnen de bebouwde kom, voor zover liggend binnen de zone langs die autoweg
of autosnelweg;
equivalent geluidsniveau: gemiddelde – te bepalen op een door Onze Minister krachtens toepassing van artikel 110d aangegeven wijze – van de afwisselende niveaus van het ter plaatse in de loop van
een bepaalde periode optredende geluid, vastgesteld volgens de door Onze Minister
krachtens toepassing van dat artikel gestelde regels;
etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) met betrekking tot een industrieterrein: hoogste van de volgende drie waarden:
-
1°. de waarde van het equivalente geluidsniveau over de periode 07.00–19.00 uur (dag);
-
2°. de met 5 dB(A) verhoogde waarde van het equivalente geluidsniveau over de periode
19.00–23.00 uur (avond);
-
3°. de met 10 dB(A) verhoogde waarde van het equivalente geluidsniveau over de periode
23.00–07.00 uur (nacht);
etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) met betrekking tot een weg: hoogste van de volgende twee waarden:
geluid: met het menselijk oor waarneembare luchttrillingen;
geluidhinder: gevaar, schade of hinder, als gevolg van geluid;
geluidsbelasting binnen een woning: geluidsbelasting binnen een geluidsgevoelige ruimte;
geluidsbelasting in dB(A) vanwege een industrieterrein: etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats,
veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen op een industrieterrein;
geluidsbelasting in dB(A) vanwege een weg: etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats,
veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie
van weggedeelten;
geluidsbelasting in dB: geluidsbelasting in Lden op een plaats en vanwege een bron over alle perioden van 07.00–19.00 uur, van 19.00–23.00
uur en van 23.00–07.00 uur van een jaar als omschreven in bijlage I, onderdeel 1,
van Externe link: richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake
de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG L 189);
geluidsbelasting Lnight: geluidsbelasting op een plaats en vanwege een bron over alle perioden van 23.00–07.00
uur van een jaar als omschreven in bijlage I, onderdeel 2, van Externe link: richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake
de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG L 189);
geluidsgevoelige ruimte: ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-, of eetkamer
wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van ten
minste 11 m2;
geluidsgevoelige terreinen:
-
1°. terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale
en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen, voor zover deze bestemd zijn
of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg, of
-
2°. woonwagenstandplaatsen;
geluidsniveau in dB(A): gemeten of berekende geluidsniveau, uitgedrukt in dB(A) overeenkomstig de door de
Internationale Electrotechnische Commissie terzake opgestelde regels;
geluidsvermogen: hoeveelheid geluidsenergie die door een toestel of inrichting per tijdseenheid naar
de omgevende lucht kan worden uitgestraald;
geprojecteerde weg: nog niet in aanleg zijnde weg, in de aanleg waarvan door een geldend bestemmingsplan
wordt voorzien;
geprojecteerde woning of gebouw: nog niet aanwezige woning of nog niet aanwezig gebouw, waarvoor het geldende bestemmingsplan
verlening van de bouwvergunning toelaat, maar deze nog niet is afgegeven;
gevel: bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht,
daaronder begrepen het dak;
hoofdspoorweg: krachtens artikel 2 van de Spoorwegwet aangewezen hoofdspoorweg, niet zijnde een spoorwegemplacement;
industrieterrein: terrein waaraan een bestemming is gegeven die de mogelijkheid van vestiging van
inrichtingen, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie
van inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, insluit;
inrichting: inrichting als aangewezen krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer;
inspecteur: als zodanig bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaar;
motorvoertuig: motorvoertuig als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
NEN: door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm;
Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
reconstructie van een weg: een of meer wijzigingen op of aan een aanwezige weg ten gevolge waarvan uit akoestisch
onderzoek als bedoeld in artikel 77, eerste lid, onder a, en artikel 77, derde lid, blijkt dat de berekende geluidsbelasting vanwege de weg in het toekomstig maatgevende
jaar zonder het treffen van maatregelen ten opzichte van de geluidsbelasting die op
grond van artikel 100 dan wel het bepaalde krachtens artikel 100b, aanhef en onder a, als de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting geldt met 2 dB of meer wordt verhoogd;
rijstrook: strook van de rijbaan van een weg, welke voldoende plaats biedt aan een enkele rij
rijdende motorvoertuigen op meer dan drie wielen, of, indien door middel van markering
een bredere strook als rijstrook is aangegeven, die strook;
spoorweg: spoorweg als bedoeld in artikel 1 van de Spoorwegwet, voor zover deze is aangegeven op een bij of krachtens deze wet vastgestelde kaart;
stedelijk gebied: gebied binnen de bebouwde kom, doch, voor de toepassing van de hoofdstukken VI en VII voor zover het betreft een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met uitzondering van het gebied binnen de bebouwde kom, voor zover liggend binnen
de zone langs die autoweg of autosnelweg;
toestel: toestel dat bij gebruik anders dan door menselijke energie geluidhinder kan veroorzaken,
een luchtvaartuig daaronder niet begrepen;
weg: voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande weg of pad, met inbegrip van
de daarin liggende bruggen of duikers;
wegaanlegger: opdrachtgever tot aanleg of reconstructie van een weg;
weg in aanleg: weg met de aanleg waarvan een begin van uitvoering is gemaakt;
wijziging van een spoorweg: wijziging met betrekking tot een aanwezige spoorweg, die verandering brengt in de
omstandigheden welke ingevolge de regels die gelden bij de vaststelling van de geluidsbelasting
vanwege die spoorweg in acht genomen moeten worden en waarvan uit akoestisch onderzoek
blijkt dat de berekende geluidsbelasting vanwege de spoorweg in het toekomstig maatgevende
jaar zonder het treffen van maatregelen hoger zal zijn dan 63 dB of, indien die berekende
geluidsbelasting vanwege de spoorweg in het toekomstig maatgevende jaar 63 dB of lager
zal zijn maar hoger dan een bij algemene maatregel van bestuur aangegeven geluidsbelasting,
uit het onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting vanwege de spoorweg in het toekomstig
maatgevende jaar zonder het treffen van maatregelen ten opzichte van de geluidsbelasting
voorafgaand aan de wijziging zal toenemen met ten minste 3 dB;
woning: gebouw dat voor bewoning gebruikt wordt of daartoe bestemd is;
woning of gebouw in aanbouw: nog niet aanwezige woning of nog niet aanwezig gebouw, waarvoor de bouwvergunning
is afgegeven;
woonwagenstandplaats: standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder h, van de Woningwet.