Wet van 4 april 1979, houdende uitvoering van de op 18 november 1974 te Parijs tot
stand gekomen Overeenkomst inzake een Internationaal Energieprogramma
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen ten
einde te kunnen voldoen aan de verplichtingen, welke voor Nederland voortvloeien uit
de op 18 november 1974 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst inzake een Internationaal
Energieprogramma (Trb. 1975, 47), en enige verdere voorzieningen te treffen met name inzake het verwerven
van gegevens betreffende de oliemarkt;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: