1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
adviseurs: bestuursorganen die krachtens wettelijk voorschrift in de gelegenheid moeten
worden gesteld advies uit te brengen met betrekking tot het geven van een beschikking
of het nemen van een ander besluit;
afvalbeheerplan: afvalbeheerplan, bedoeld in artikel 10.3;
afvalstoffen: alle stoffen, preparaten of voorwerpen, waarvan de houder zich ontdoet,
voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;
afvalstoffenhandelaar: natuurlijke of rechtspersoon die als verantwoordelijke optreedt
bij het bedrijfsmatig aankopen en vervolgens verkopen van afvalstoffen, met inbegrip
van natuurlijke of rechtspersonen die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit hebben;
afvalstoffenhouder: afvalstoffenproducent dan wel de natuurlijke of rechtspersoon
die de afvalstoffen in zijn bezit heeft;
afvalstoffenmakelaar: natuurlijke of rechtspersoon die ten behoeve van anderen bedrijfsmatig
de verwijdering of de nuttige toepassing van afvalstoffen organiseert, met inbegrip
van de natuurlijke of rechtspersonen die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit
hebben;
afvalstoffenproducent: natuurlijke of rechtspersoon wiens activiteiten afvalstoffen
voortbrengen of die voorbehandelingen, vermengingen of andere bewerkingen verricht
die leiden tot een wijziging in de aard of de samenstelling van die afvalstoffen;
afvalstoffenverordening: de verordening, bedoeld in artikel 10.23;
afvalvoorziening: inrichting waar uitsluitend winningsafvalstoffen worden gestort
of verzameld, dan wel het gedeelte van een inrichting waar winningsafvalstoffen worden
gestort of verzameld;
afvalvoorziening categorie A: afvalvoorziening, welke door het bevoegd gezag is ingedeeld
in categorie A, overeenkomstig de criteria gesteld in bijlage III bij de richtlijn
beheer winningsafval;
afvalwater: alle water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen
of zich moet ontdoen;
bedrijfsafvalstoffen: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen of gevaarlijke
afvalstoffen;
bedrijfsafvalwater: afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een
omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk
afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is;
beheer van afvalstoffen: inzameling, vervoer, nuttige toepassing en verwijdering
van afvalstoffen, met inbegrip van het toezicht op die handelingen en de nazorg voor
stortplaatsen na sluiting en met inbegrip van de activiteiten van afvalstoffenhandelaars
en afvalstoffenmakelaars;
betrokken bestuursorganen: adviseurs en andere bestuursorganen die krachtens wettelijk
voorschrift worden betrokken bij de totstandkoming van de in artikel 13.1, eerste lid, bedoelde beschikkingen.
bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het geven van een beschikking of
het nemen van een ander besluit;
bijlage: bij deze wet behorende bijlage;
biochemisch zuurstofverbruik: massaconcentratie aan opgeloste zuurstof die gedurende
vijf dagen wordt verbruikt door biochemische oxydatie van organische bestanddelen
onder uitsluiting van ammoniumoxydatie onder omstandigheden die zijn gespecificeerd
in een door Onze Minister aangewezen norm van het Nederlands Normalisatie Instituut;
broeikasgas: gas, genoemd in bijlage II bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten;
broeikasgasemissierecht: overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens hoofdstuk 16 overdraagbaar recht, uitsluitend teneinde aan het bepaalde bij en krachtens dat hoofdstuk
te voldoen, om gedurende een bepaalde periode een emissie van één ton kooldioxide-equivalent
in de lucht te veroorzaken;
Commissie genetische modificatie: de Commissie genetische modificatie, bedoeld in
artikel 2.26;
Commissie voor de milieueffectrapportage: de Commissie voor de milieueffectrapportage,
bedoeld in artikel 2.17;
doelmatig beheer van afvalstoffen: zodanig beheer van afvalstoffen dat daarbij rekening
wordt gehouden met het geldende afvalbeheerplan, dan wel de voor de vaststelling van
het plan geldende bepalingen, dan wel de voorkeursvolgorde aangegeven in artikel 10.4, en de criteria, genoemd in artikel 10.5;
EEG-richtlijn milieu-effectbeoordeling: richtlijn nr. 85/337/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1985 betreffende de milieu-effectbeoordeling
van bepaalde openbare en particuliere projecten (PbEG L 175), zoals gewijzigd bij
richtlijn nr. 97/11/EG van de Raad van de Europese gemeenschappen van 3 maart 1997 (PbEG L 73) tot wijziging
van richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten;
één ton kooldioxide-equivalent: een metrische ton kooldioxide of een hoeveelheid van
een ander broeikasgas met een gelijkwaardig aardopwarmingsvermogen;
de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten: richtlijn nr. 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 2003 tot
vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de
Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PbEU L 275);
EG-richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging: richtlijn
nr. 2008/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 januari
2008 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (PbEU L 24);
EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels: verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van
stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG
en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PbEU L 353);
EG-verordening overbrenging van afvalstoffen: verordening (EG) nr. 1013/2006 van het
Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de
overbrenging van afvalstoffen (PbEU L 190);
EG-verordening PRTR: verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 18 januari 2006 betreffende de instelling van een Europees register inzake
de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen
91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad (PbEU L 33);
EG-verordening register handel in broeikasgasemissierechten: verordening (EG) nr.
2216/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 december 2004 inzake
een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG
van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees
Parlement en de Raad (PbEU L 386);
EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen: verordening
(EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake
de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van
chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische
stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening
(EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede
Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG
en 2000/21/EG van de Commissie (PbEU 2007, L 136);
emissie: stoffen, trillingen, warmte, die of geluid dat direct of indirect vanuit
een bron in de lucht, het water of de bodem worden, onderscheidenlijk wordt gebracht;
de emissieautoriteit: de Nederlandse emissieautoriteit, genoemd in artikel 2.1;
emissiegrenswaarde: massa gerelateerd aan bepaalde parameters, dan wel concentratie
of niveau van een emissie uit een of meer bronnen, die gedurende een bepaalde periode
niet mag worden overschreden;
emissiereductie-eenheid: eenheid, uitgegeven overeenkomstig artikel 6 van het Protocol
van Kyoto en de overeenkomstig het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering
of het Protocol van Kyoto genomen besluiten (ERU);
energie uit hernieuwbare bronnen: energie geproduceerd uit hernieuwbare energiebronnen
als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van richtlijn nr.2009/28/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie
uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG
en Richtlijn 2003/30/EG (PbEU L 140);
gecertificeerde emissiereductie: eenheid, uitgegeven overeenkomstig artikel 12 van
het Protocol van Kyoto en de overeenkomstig het Raamverdrag van de Verenigde Naties
inzake klimaatverandering of het Protocol van Kyoto genomen besluiten (CER);
geluid: met het menselijk oor waarneembare luchttrillingen;
geluidhinder: gevaar, schade of hinder, als gevolg van geluid;
gemeentelijk milieubeleidsplan: het gemeentelijke milieubeleidsplan, bedoeld in artikel 4.16;
gescheiden inzameling: inzameling waarbij een afvalstoffenstroom gescheiden gehouden
wordt naar soort en aard van de afvalstoffen om een specifieke behandeling te vergemakkelijken;
gevaarlijke afvalstof: afvalstof die een of meer van de in bijlage III bij de kaderrichtlijn
afvalstoffen genoemde gevaarlijke eigenschappen bezit;
hergebruik: elke handeling waarbij producten of componenten die geen afvalstoffen
zijn, opnieuw worden gebruikt voor hetzelfde doel als dat waarvoor zij waren bedoeld;
huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling
en huishoudelijke werkzaamheden;
huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens,
behoudens voor zover het ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreft, die
zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen;
inrichting: elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig
was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht;
inspecteur: als zodanig bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaar;
inwonerequivalent: biochemisch zuurstofverbruik van 54 gram per etmaal;
inzameling: verzameling van afvalstoffen, met inbegrip van de voorlopige sortering
en de voorlopige opslag van afvalstoffen, om deze daarna te vervoeren naar een afvalverwerkingsinstallatie;
kaderrichtlijn afvalstoffen: richtlijn nr. 2008/98/EG van het Europees Parlement
en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot
intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU L 312);
de kaderrichtlijn water: richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot
vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid
(PbEG L 327), zoals deze is gewijzigd bij beschikking nr. 2455/2001/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 20 november 2001 tot vaststelling van de lijst van prioritaire
stoffen op het gebied van het waterbeleid en tot wijziging van richtlijn 2000/60/EG (PbEG L 331) en met inbegrip van wijzigingen uit hoofde van artikel 20, eerste lid,
van de richtlijn, doch voor het overige naar de tekst zoals deze bij de richtlijn
is vastgesteld;
luchtverontreiniging: aanwezigheid in de buitenlucht van vaste, vloeibare of gasvormige
stoffen, niet zijnde splijtstoffen, ertsen of radioactieve stoffen als bedoeld in
de Kernenergiewet, die op zichzelf dan wel tezamen of in verbinding met andere stoffen nadelige gevolgen
voor het milieu kunnen veroorzaken;
nationaal milieubeleidsplan: het nationale milieubeleidsplan, bedoeld in artikel 4.3;
NOx-emissierecht: overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens hoofdstuk 16 overdraagbaar recht, uitsluitend teneinde aan het bepaalde bij en krachtens dat hoofdstuk
te voldoen, om gedurende een bepaalde periode een emissie van één kilogram stikstofoxiden
in de lucht te veroorzaken;
nuttige toepassing: elke handeling met als voornaamste resultaat dat afvalstoffen
een nuttig doel dienen door hetzij in de betrokken installatie, hetzij in de ruimere
economie, andere materialen te vervangen die anders voor een specifieke functie zouden
zijn gebruikt, of waardoor de afvalstof voor die functie wordt klaargemaakt, tot welke
handelingen in ieder geval behoren de handelingen die zijn genoemd in bijlage II bij
de kaderrichtlijn afvalstoffen;
omgevingsvergunning: omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
omgevingsvergunning voor een inrichting: omgevingsvergunning voor een activiteit
met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
openbaar hemelwaterstelsel: voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van
afvloeiend hemelwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een
gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast;
openbaar ontwateringsstelsel: voorziening voor de inzameling en verdere verwerking
van grondwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een gemeente
of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast;
openbaar vuilwaterriool: voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk
afvalwater, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente
met het beheer is belast;
preparaten: mengsels of oplossingen van twee of meer stoffen;
preventie: maatregelen die worden genomen voordat een stof, materiaal of product
afvalstof is geworden, ter vermindering van:
-
a. de hoeveelheden afvalstoffen, al dan niet via het hergebruik van producten of de verlenging
van de levensduur van producten;
-
b. de negatieve gevolgen van de geproduceerde afvalstoffen voor het milieu en de menselijke
gezondheid, of
-
c. het gehalte aan schadelijke stoffen in materialen en producten;
Protocol van Kyoto: op 11 december 1997 te Kyoto totstandgekomen Protocol van Kyoto
bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (Trb. 1998,
170, en 1999, 110);
provinciaal milieubeleidsplan: het provinciale milieubeleidsplan, bedoeld in artikel 4.9;
provinciale milieucommissie: de provinciale milieucommissie, bedoeld in artikel 2.41;
provinciale milieuverordening: de verordening, bedoeld in artikel 1.2;
Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering: op 9 mei 1992 te New
York totstandgekomen Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering
(Trb. 1992, 189);
recycling: nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden bewerkt tot producten,
materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel, met inbegrip
van het opnieuw bewerken van organische afvalstoffen, en met uitsluiting van energieterugwinning
en het opnieuw bewerken tot materialen die bestemd zijn om te worden gebruikt als
brandstof of als opvulmateriaal;
richtlijn beheer winningsafval: richtlijn nr. 2006/21/EG van het Europees Parlement
en de Raad van de Europese Unie van 15 maart 2006 betreffende het beheer van afval
van de winningsindustrieën en houdende wijziging van Richtlijn nr. 2004/35/EG (PbEU
L 102);
stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater,
afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater;
stikstofoxiden (NOx): stikstofmonoxide en stikstofdioxide, uitgedrukt als stikstofdioxide;
stoffen: chemische elementen en de verbindingen ervan, zoals deze voorkomen in natuurlijke
toestand of bij de vervaardiging ontstaan, met inbegrip van alle additieven die nodig
zijn voor het behoud van de stabiliteit ervan en alle onzuiverheden ten gevolge van
het toegepaste procédé, doch met uitzondering van elk oplosmiddel dat kan worden afgescheiden
zonder dat de stabiliteit van de stof wordt aangetast of de samenstelling ervan wordt
gewijzigd;
storten: op of in de bodem brengen van afvalstoffen om deze daar te laten;
verwerking: nuttige toepassing of verwijdering, met inbegrip van aan toepassing of
verwijdering voorafgaande voorbereidende handelingen;
verwijdering: elke handeling met afvalstoffen die geen nuttige toepassing is zelfs
indien de handeling er in tweede instantie toe leidt dat stoffen of energie worden
teruggewonnen, tot welke handelingen in ieder geval behoren de handelingen die zijn
genoemd in bijlage I bij de kaderrichtlijn afvalstoffen;
vliegtuigexploitant: vliegtuigexploitant als bedoeld in artikel 3, onder o, van de
EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten;
voorbereiding voor hergebruik: nuttige toepassing bestaande uit controleren, schoonmaken
of repareren, waarbij producten of componenten van producten, die afvalstoffen zijn
geworden, worden klaargemaakt zodat ze zullen worden hergebruikt zonder dat verdere
voorbehandeling nodig is;
winningsafvalstoffen: afvalstoffen die rechtstreeks afkomstig zijn uit de prospectie,
winning, behandeling en opslag van mineralen en de exploitatie van groeven, met uitzondering
van afvalstoffen afkomstig van offshore-prospectie, -winning en -behandeling;
RIVM: Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu, genoemd in de Wet op het RIVM.