Besluit uitzondering toestemmingsprocedures Wet ziekenhuisvoorzieningen

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2005 en zichtdatum 30-09-2024.
Geldend van 05-02-2005 t/m 31-12-2005

Besluit uitzondering toestemmingsprocedures Wet ziekenhuisvoorzieningen

De Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne,

Gelet op de artikelen 6, eerste en tweede lid, en 9, eerste lid, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (Stb. 1971, 268);

Gezien het advies van het College voor ziekenhuisvoorzieningen van 18 december 1978.

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

In dit besluit wordt verstaan onder ‘de wet’: de Wet ziekenhuisvoorzieningen (Stb. 1971, 268).

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1

Een vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a, van de wet is, behoudens wat betreft academische ziekenhuizen, niet vereist voor uitbreidingen of verbouwingen, die niet vallen onder bestemmingswijziging of nieuwbouw als bedoeld in het Regeling begripsomschrijvingen WZV, en waarvan de kosten niet hoger zijn dan het bedrag dat voor de betrokken ziekenhuisvoorziening beschikbaar is ingevolge de op grond van de Wet tarieven gezondheidszorg vastgestelde richtlijn investeringen die vallen onder de meldingsprocedure op basis van de Wet ziekenhuisvoorzieningen. De kennisgeving geschiedt aan het College bouw ziekenhuisvoorzieningen door middel van een formulier, zoals opgenomen als bijlage bij deze regeling.

  • 2 Wat betreft academische ziekenhuizen is een vergunning niet vereist voor uitbreidingen of verbouwingen, indien:

    • a. de beoogde uitbreiding of verbouwing is opgenomen in het langetermijnhuisvestingsplan;

    • b. hiermee niet gepaard gaat een bestemmingswijziging in de zin van de wet;

    • c. geen wijziging plaatsvindt van de capaciteit in de zin van de wet;

    • d. de bouwkosten niet meer bedragen dan voor het desbetreffende ziekenhuis voor instandhoudingsinvesteringen beschikbaar is op grond van een besluit krachtens artikel 2.25, zesde lid, van het Bekostigingsbesluit WHW.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Een verklaring als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet is niet vereist voor de bouw van een instelling die zorg verleent als omschreven in artikel 9 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ, in combinatie met de vormen van zorg, omschreven in de artikelen 4, 5 en 6 van dat besluit, in verband met een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of met een psychosociaal probleem, indien:

    • a. hiermee niet gepaard gaat een bestemmingswijziging als bedoeld in artikel 4, onder b, van de Regeling begripsomschrijvingen WZV;

    • b. geen wijziging plaatsvindt van het aantal plaatsen, en

    • c. de met de bouw gemoeide investeringskosten in totaal, exclusief BTW, niet meer bedragen dan:

      • bij een instelling met niet meer dan 50 plaatsen: € 2.327,– per plaats;

      • bij een instelling met meer dan 50 maar ten hoogste 100 plaatsen: 50 x € 2.327,– plus € 1.923,– voor iedere plaats waarmee de 50 wordt overschreden;

      • bij een instelling van meer dan 100 plaatsen: 50 x € 2.327,– plus 50 x € 1.923,– plus € 1.815,– voor iedere plaats waarmee de 100 wordt overschreden.

  • 2 Bouw met toepassing van het eerste lid is slechts eenmaal voor een periode van twaalf maanden per instelling toegestaan.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Dit besluit, dat kan worden aangehaald als Besluit uitzondering toestemmingsprocedures Wet ziekenhuisvoorzieningen, wordt met de daarbij behorende toelichting in de Nederlandse Staatscourant geplaatst.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 1979.

Leidschendam, 19 juli 1979

De

Staatssecretaris

voornoemd,

E. Veder-Smit

Bijlage I . Investeringscategorieën die vallen onder de meldingsprocedure op basis van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (vanaf 1 januari 1991)

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Voor de in deze lijst gehanteerde code wordt verwezen naar de publikatie "Elementenmethode 1985" uitgegeven door de UGCB, de ONRI, de BNA en de STAGG.

De elementencode verwijst naar de definities die in genoemd rapport zijn opgenomen.

Per element is aangegeven of het element geheel of gedeeltelijk voor de melding nieuwe stijl in aanmerking komt. Als een element geheel in aanmerking komt is vervolgens, waar nodig, een voorbeeld genoemd van de voorziening die thuishoort bij dat element.

Wanneer een element gedeeltelijk in aanmerking komt is bij de "toelichting" vermeld welk deel dit betreft.

Bouwkundige voorzieningen (rubriek 1.1.)

Elementen

code

Elementomschrijving

Geheel/

ged.

Toelichting

27

daken:

   

27.1

- niet constructief

ged.

alleen boeiboorden, goten en

     

dakranden

27.2

- constructief

ged.

alleen boeiboorden, goten en

     

dakranden

31

buitenwandopeningen:

   

31.1

- niet gevuld

geheel

bijv. afwerking van de dagkanten

       

31.2

- gevuld met ramen

geheel

bijv. ramen en zonwering

31.3

- gevuld met deuren

geheel

bijv. deuren en automatische

     

buitendeuren

31.4

- gevuld met puien

geheel

bijv. kozijnen en zonwering

32

binnenwandopeningen:

   

32.3

- gevuld met deuren

ged.

alleen automatische binnendeuren

34

balustrades en leuningen:

   

34.1

- balustrades

geheel

bijv. balustrades langs trappen en

     

balkons

34.2

- leuningen

geheel

bijv. leuningen langs trappen

43

vloerafwerkingen:

   

43.1

- verhoogd

geheel

bijv. uitneembare vloeren

43.2

- niet verhoogd

ged.

alleen vloerbedekking en

     

afwerking op de dekvloeren

45

plafondafwerkingen:

   

45.1

- verlaagd

geheel

bijv. verlaagde plafonds

47

dakafwerkingen:

   

47.1

- dakafwerkingen

geheel

bijv. dakbedekkingen en dakisolatie

Werktuigbouwkundige voorzieningen (rubriek 1.2)

Elementen

code

Elementomschrijving

Geheel/

ged.

Toelichting

51

warmte-opwekking:

   

51.1

- lokaal

geheel

bijv. cv-ketels

51.2

-Centraal

geheel

bijv. cv-ketels

51.4

- warmte krachtkoppeling

geheel

bijv. warmte-krachtkoppeling

52

afvoeren:

   

52.1

- regenwater

geheel

bijv. regenwaterafvoeren

53

water:

   

53.1

- drinkwater

ged.

alleen drukverhogingsinstallatie

53.2

- verwarmd tapwater

ged.

alleen bereiding verwarmd tapwater

53.5

- waterbehandeling

ged.

alleen onthardingsinstallatie,

     

distillaat- en demi-waterinstallatie

55

koude-opwekking:

   

55.1

- lokaal

geheel

bijv. kleine koelmachines

56

warmtedistributie:

   

56.1

- water

ged.

alleen radiatoren

Electrotechnische voorzieningen (rubriek 1.3)

Elementen

code

Elementomschrijving

Geheel/

ged.

Toelichting

63

verlichting:

   

63.1

- standaard

ged.

alleen armaturen, schakelaars

     

en contactdozen

63.2

- calamiteiten

ged.

alleen

     

noodverlichtingsarmaturen

64

communicatie:

   

64.1

- signalen

ged.

alleen personenoproep,

     

aanwezigheids- en belet en tijd

64.2

- geluiden

geheel

bijv. telefoon, intercom en radio

64.3

- beelden

geheel

bijv. tv-installatie

65

beveiliging:

   

65.1

- brand

ged.

alleen brandmeldinstallatie

65.2

- braak

geheel

bijv. inbraakbeveiliging

65.3

- overlast

geheel

bijv. bliksembeveiliging

65.4

- sociale alarmering

geheel

bijv. verplegingsoproepinstallatie

66

transport:

   

66.1

- liften

geheel

 

66.2

- roltrappen en rolpaden

geheel

 

66.3

- goederen

geheel

bijv. goederentransportsystemen

66.4

- documenten

geheel

bijv. buizenpost

Vaste inrichtingen (rubriek 1.4)

Elementen

code

Elementomschrijving

Geheel/

ged.

Toelichting

73

vaste keukenvoorzieningen:

   

73.1

- standaard

geheel

bijv. keukenblokken

73.2

- bijzonder

geheel

bijv. keukenapparatuur en

     

afwasmachines

74

vaste sanitaire voorzieningen:

   

74.1

- standaard

geheel

bijv. wastafels en waterclosets

74.2

- bijzonder

geheel

uitgezonderd

     

hydro-therapievoorzieningen

75

vaste

   
 

onderhoudsvoorzieningen

   

75.1

- standaard

geheel

bijv. voorzieningen voor

     

gevelonderhoud

75.2

- bijzonder

geheel

bijv. centrale stofzuiginstallatie

Terreinvoorzieningen (rubriek 1.5)

Elementen

code

Elementomschrijving

Geheel/

ged.

Toelichting

90

terreinvoorzieningen:

   

90.2

- opstallen

geheel

bijv. fietsenstallingen

90.3

- omheiningen

geheel

bijv. hekwerken

90.4

- terreinafwerkingen

geheel

bijv. bestratingen en tuinaanleg

90.5

- werktuigbouwkundig

ged.

alleen regen- en

     

vuilwaterafvoer

90.7

- inrichting: standaard

geheel

bijv. vlaggemasten en bloembakken

90.8

- inrichtingen: bijzonder

geheel

bijv. speelplaatsen

De kapitaallasten van de in de lijst opgenomen investeringscategorieën worden op normatieve basis in het instellingsbudget verwerkt.

Bij de bepaling van het genormeerde bedrag is tevens rekening gehouden met een opslag van 20% voor 'staartkosten' - zoals directiekosten en startkosten - en met een opslag van 5% voor noodzakelijke bouwkosten.

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Bijlage 46782.png

Bijlage A. bij kennisgevingsformulier voor toetsing van een melding

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Ingevolge de circulaire van VWS d.d. 26 augustus 1996, kenmerk FBZ/PBIZ 96380, geldt bij de melding van instandhoudingsinvesteringen een aantal informatie-eisen. Naast het kennisgevingsformulier is het noodzakelijk dat tevens aanvullende informatie wordt meegezonden als bedoeld onder paragraaf 2.3 van de circulaire (bijlagen bij het Besluit toestemmingsprocedures WZV).

Bij een kennisgeving in het kader van de meldingsprocedure, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit uitzondering toestemmingsprocedures WZV wordt u verzocht de volgende stukken mee te zenden: Afvinken indien de informatie bij de aanvraag/melding is gevoegd.)

Formulieren:

  • kennisgevingsformulier + onderhavige bijlage A

    (gelieve altijd in te vullen en mee te zenden);

  • formulier I S (algemene, functionele en technische gegevens) voor een aanvraag schetsontwerp

    (gelieve mee te zenden in geval van (onderlinge) verschuivingen van (hoofd)functiegroepen; in het kader van de Meldingsregeling behoeft uitsluitend onderdeel 2 (functionele gegevens) te worden ingevuld);

  • formulier II A (samenvatting investeringsgegevens)

    (gelieve altijd in te vullen en mee te zenden);

  • overzichtstekening (A3-formaat)

    (gelieve mee te zenden bij verbouwingen, als gevolg waarvan wijzigingen in de functionele indeling van een gebouw plaatsvinden).

Overige gegevens:

Daarnaast wordt u verzocht de volgende vragen te beantwoorden:

  • 1. Redengeving voor het meldingsinitiatief:

    ..............................................................................................................................................................

    ..............................................................................................................................................................

    ..............................................................................................................................................................

    ................................................................................................................................................

  • 2. Het langetermijnhuisvestingsplan, als bedoeld in het Besluit informatievoorziening art. 22 WZV: Aankruisen wat van toepassing is (meer opties mogelijk).

    • is toegezonden met brief d.d. (datum en kenmerk) ...........................

    • is thans geactualiseerd en in tweevoud bijgevoegd.

    • is voorzien van de visie van de ziektekostenverzekeraar(s) omtrent de investeringsbehoefte.

    Het beoogde meldingsinitiatief is opgenomen in het langetermijnhuisvestingsplan op (de) pagina(`s): ............

  • 2a. Uitsluitend van toepassing indien de aanvraag een melding betreft van een ziekenhuis: Aankruisen, indien van toepassing.

    • Uit het langetermijnhuisvestingsplan, als bedoeld in het Besluit informatievoorziening artikel 22 WZV, blijkt dat aan de vier uitgangspunten (a t/m d), genoemd in hoofdstuk 2 `Ziekenhuizen', paragraaf 2.4.2, van de Beleidsregels ex artikel 3 van de Wet ziekenhuis-voorzieningen 1) expliciet aandacht is besteed.

      ( de hier bedoelde informatie is opgenomen in het langetermijnhuisvestingsplan op (de) pagina(`s): ............

  • 3. Het beoogde meldingsinitiatief maakt wel/niet Doorhalen wat niet van toepassing is, zie ook de toelichting bij het kennisgevingsformulier en deze bijlage. deel uit van een ander (bouw)initiatief, waarvoor een vergunning ex WZV nodig is en dat wel/niet Doorhalen wat niet van toepassing is, zie ook de toelichting bij het kennisgevingsformulier en deze bijlage.) reeds is ingediend, dan wel waarvoor een verklaring is afgegeven.

  • 4. Het beoogde bouwinitiatief impliceert Aankruisen wat van toepassing is; zie ook de toelichting bij het kennisgevingsformulier en deze bijlage.):

    • nieuwbouw-uitbreiding, als bedoeld in artikel 1, onderdeel b,

    • nieuwbouw-vervanging, als bedoeld in artikel 1, onderdeel b,

    • bestemmingswijziging, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Besluit begripsomschrijvingen WZV.

    • uitbreiding of verbouwing, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit uitzondering toestemmingsprocedures WZV.

  • 5. De huidige bruto vloeroppervlakte van de ziekenhuisvoorziening is: ......... m2

    De bruto vloeroppervlakte na realisatie van het beoogde bouwinitiatief is: .......... m2

  • 6. Vermoedelijke data van de bouw (dag / maand / jaar) Ten overvloede wordt opgemerkt, dat een melding vóórafgaand aan de uitvoering c.q. realisatie, in verband met de toetsing op rechtmatigheid, bij het College bouw moet worden ingediend.):

    • a. start: ..................................................................................

    • b. ingebruikname: ....................................................................

  • 7. De voor het meldingsinitiatief geraamde

    • a. investeringskosten bedragen: € ..................... (ƒ ...................)

    • b. afschrijvingskosten bedragen op jaarbasis:

      € ..................... (ƒ ...................)

  • 8. Het totale afschrijvingsbedrag Gelieve een afzonderlijke specificatie van dit bedrag bij deze bijlage te voegen.), dat via de van toepassing zijnde CTG-beleidsregel Zie hiertoe de CTG-beleidsregels voor de desbetreffende ziekenhuisvoorziening. is opgebouwd en gereserveerd, bedraagt op de datum van de vermoedelijke ingebruikname van het initiatief:

    € .................. (ƒ .................)

    In de meest recente jaarrekening is hiervoor een bedrag opgenomen van:

    € ................... (ƒ ....................)

    Een exemplaar van de meest recente jaarrekening Aankruisen wat van toepassing is.)

    • is thans als bijlage meegezonden

    • is reeds aan het College bouw toegezonden met brief

      d.d. (datum en kenmerk) ..............................

  • 9. Ten aanzien van het gebouw(deel), waarvoor deze melding wordt gedaan, geldt dat het bestuur van de ziekenhuisvoorziening in het bezit is van de Aankruisen wat van toepassing is; zie ook de toelichting bij het kennisgevingsformulier en deze bijlage.):

    • juridische eigendom;

    • economische eigendom;

    • andere eigendomsverhouding, te weten ......................................................................

  • 10. Indien sprake is van onvolledige of geen eigendom (bijvoorbeeld huursituatie): de instandhoudingsverplichting berust wel/niet Doorhalen wat niet van toepassing is.) bij de initiatiefnemer.

    N.B.: Indien wèl: gelieve een document/contract (bijv. huurcontract, koopakte, e.d.) bij te voegen, waaruit die instandhoudingsverplichting blijkt.

  • 11. Het beoogde initiatief is wel/niet Doorhalen wat niet van toepassing is, zie ook de toelichting bij het kennisgevingsformulier en deze bijlage.) voor advies voorgelegd aan, dan wel voorzien van een advies van het College bouw ziekenhuisvoorzieningen.

Bijlage B. bij kennisgevingsformulier t.b.v. kleine aanpassingen in het kader van de Meldingsregeling

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Bijlage 46783.png

Toelichting bij de kennisgeving melding en de bijlagen A en B

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

I. Ten aanzien van bijlage A bij de kennisgeving:

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Vraag 3:

  • -

    Indien een initiatief feitelijk deel uitmaakt van een vergunningplichtig project en daarnaast niet als ‘zelfstandig project’ in de zin van de Meldingsregeling kan worden beschouwd, dan kan dat initiatief niet via de Meldingsregeling worden gerealiseerd. Een dergelijk project zal derhalve in het kader van het vergunningplichtige project worden beoordeeld.

  • -

    Meerkosten met betrekking tot een vergunningplichtig project maken deel uit van dat vergunningplichtige project en worden om die reden niet beschouwd als ‘zelfstandig project’ in de zin van de Meldingsregeling. Dergelijke meerkosten kunnen derhalve niet in het kader van de Meldingsregeling worden ingediend.

Vraag 4:

  • -

    De eerste drie keuzemogelijkheden vallen niet onder het regime van de Meldingsregeling; uitsluitend de vierde optie betreft initiatieven waarop de Meldingsregeling van toepassing is;

  • -

    Kosten met betrekking tot het opstellen van een langetermijnhuisvestingsplan, calamiteitenplan of onderhoudsplan, alsmede het digitaliseren van (bouw)tekeningen, vallen niet onder de WZV-definitie van het begrip ‘(instandhoudings)bouw’. Dit soort projecten kunt u derhalve niet in het kader van de Meldingsregeling indienen;

  • -

    Op grond van de omschrijving van het begrip ‘onderhoud’ in het Besluit begripsomschrijvingen WZV valt onderhoud niet onder de werkingssfeer van de Meldingsregeling; zo wordt het vervangen van vloerbedekking en schilderwerk aangemerkt als onderhoud, indien deze werkzaamheden niet voortvloeien uit een bouwkundige ingreep. Dergelijke projecten kunt u derhalve niet in het kader van de Meldingsregeling indienen;

  • -

    Investeringen in een ex WZV nietnoodzakelijk bestanddeel kunnen niet in het kader van de Meldingsregeling worden ingediend;

  • -

    Het opvoeren van investeringen in inventaris is in het kader van de WZV niet toegestaan. Voor dergelijke investeringen is een aparte CTG-beleidsregel van toepassing. Op dergelijke investeringen is de Meldingsregeling dus niet van toepassing.

Vraag 9:

  • -

    Ter ondersteuning van de beantwoording van deze vraag volgt hieronder een korte definiëring van eigendomsbegrippen:

    eigendom:

    eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Eigendom kan wel worden ingeperkt, omdat een derde een beperkt recht op dezelfde zaak heeft. Men moet hierbij denken aan huur, pacht, erfpacht, erfdienstbaarheid, vruchtgebruik, etc.

    juridisch eigendom:

    degene die formeel als eigenaar geldt, d.w.z. degene die met betrekking tot een onroerende zaak bij het kadaster of de openbare registers als eigenaar staat geregistreerd. Dit hoeft overigens niet te betekenen dat de juridisch eigenaar nog altijd het volledige genot over de zaak heeft.

    economisch eigendom:

    op een zaak kunnen dusdanige rechten van derden zijn gevestigd dat het economisch belang van die zaak niet meer bij de juridische eigenaar, maar bij de derde ligt. Een eenduidige definitie van het begrip economisch eigendom is niet te geven, maar veelal wordt ervan uitgegaan dat de economische eigenaar degene is bij wie het risico voor waardeverandering (vermindering, resp. stijging) en het tenietgaan van het onroerend goed ligt. Vaak zal de juridisch eigenaar dezelfde zijn als de economisch eigenaar, maar er kan dus sprake zijn van een splitsing van het juridisch en het economisch eigendom van een zaak. In dat geval is de juridisch eigenaar nog slechts formeel eigenaar, terwijl de economisch eigenaar het genot van de zaak heeft en het risico voor waardeveranderingen draagt. Bij eeuwigdurende of langlopende erfpacht is dit bijvoorbeeld het geval.

    huur:

    Huur is een regelmatig voorkomende eigendomsverhouding in de gezondheidszorg. In de circulaires van de Minister van VWS inzake eigendomsverhoudingen van 4 april 1997, kenmerk FBZ/PBIZ 96700 en van 1 april 1999, kenmerk Z/PB-983922 wordt nader ingegaan op huur als alternatieve eigendomsverhouding. Huur is het recht om tegen betaling van een bepaalde prijs voor een bepaalde tijd het genot van een zaak van een ander te hebben. Het spreekt voor zich dat de huurder geen (juridisch) eigenaar kan zijn van de door hem gehuurde zaak, aangezien hij die zaak niet kan vervreemden. De huurder kan ook geen economisch eigenaar zijn, omdat hij – los van het feit dat hij het gehuurde niet kan vervreemden – geen risico loopt voor mogelijke waardeverandering van de gehuurde zaak.

Vraag 11:

Deze vraag heeft betrekking op de zgn. complexe meldingsprojecten. Wanneer de totale investeringskosten van het beoogde meldingsinitiatief hoger liggen dan f 10 mln., wordt dit initiatief beschouwd als een complex project. Voor de sector Ziekenhuizen geldt een drempelbedrag van f 20 mln. Krachtens de 2e meldingscirculaire van het Ministerie van VWS d.d. 26 augustus 1996, kenmerk FBZ/PBIZ 96380, zijn instellingen in bovengenoemde gevallen verplicht eerst de visie (advies) van het College bouw ziekenhuisvoorzieningen te vragen, alvorens dergelijke projecten ter toetsing als melding bij het College bouw ziekenhuisvoorzieningen kunnen worden ingediend.

II. Ten aanzien van bijlage B bij de kennisgeving:

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • -

    Indien kleine aanpassingen worden uitgevoerd die onder de werkingssfeer van de Meldingsregeling vallen en die bovendien volledig kunnen worden gefinancierd uit de tot en met het moment van ingebruikname volgens de CTG-beleidsregel ‘Instandhoudingsinvesteringen’ opgebouwde jaarlijkse instandhoudingsmiddelen, wordt u verzocht gebruik te maken van de bij het kennisgevingsformulier behorende bijlage B (bijlage A kan voor alle andere meldingsinitiatieven te worden gebruikt). Dergelijke kleine aanpassingen kunnen éénmaal per jaar, voorafgaand aan de uitvoering ervan, gebundeld worden ingediend. De opgebouwde jaarlijkse instandhoudingsmiddelen dienen toereikend te zijn om het door de instelling ingediende investeringsbedrag daaruit te kunnen bekostigen. Voor de realisering van genoemde kleine aanpassingen kan derhalve geen beroep worden gedaan op eventueel opgebouwde incidentele instandhoudingsmiddelen (trekkingsrechten). Verantwoording over de investeringsbedragen dient plaats te vinden in de jaarrekening. Het College bouw ziekenhuisvoorzieningen zal het College tarieven gezondheidszorg (CTG) in kennis stellen van de met de kleine aanpassingen corresponderende investeringsbedragen.

  • -

    Ten aanzien van punt 2: zie toelichting hierboven m.b.t. vraag 3.

  • -

    Ten aanzien van punt 3: zie toelichting hierboven m.b.t. vraag 4.

  • -

    Ten aanzien van punt 7: zie toelichting hierboven m.b.t. vraag 9.

III. Tot slot:

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Nadere informatie omtrent de inhoud en de werking van de Meldingsregeling kan worden gevonden in de navolgende regelingen:

  • -

    het Besluit uitzondering toestemmingsprocedures WZV d.d. 19 juli 1979, nr. 13987, Stcrt. 152 (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 26 augustus 1996, Stcrt. 189), alsmede de toelichtingen behorend bij het besluit en de gewijzigde besluiten;

  • -

    de 1e meldingscirculaire van de Minister van VWS d.d. 19 december 1995, kenmerk FBP/EP/95793;

  • -

    de 2e meldingscirculaire van de Minister van VWS d.d. 26 augustus 1996, kenmerk FBZ/PBIZ 96380;

  • -

    de 3e meldingscirculaire van de Minister van VWS d.d. 25 november 1997, kenmerk FBP/PBIZ 97633;

  • -

    de circulaire van de Minister van VWS d.d. 31 mei 2001, kenmerk Z/PB-2138208.

  1. Beleidsregels ex artikel 3 WZV, zoals gewijzigd bij Besluit van 3 september 2001/CZ/IZ/2197752 (Stcrt. 2001, nr. 175). De eerste drie uitgangspunten (a, b en c) betreffen de regionale context, de effecten op nabij gelegen ziekenhuizen en de omstandigheden die noodzaken tot functieherverdeling. Het vierde uitgangspunt (d) heeft betrekking op het plegen van acties om tot overeenstemming te komen met relevante patiënten- en consumentengroeperingen, provinciale en gemeentebesturen en ziektekostenverzekeraars, alsmede het maken van afstemmingsafspraken met andere zorgaanbieders in de regio. ^ [1]