Heffing van omzetbelasting ten aanzien van opneming van zwervende en of noodlijdende dieren

Geraadpleegd op 26-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-03-2013 en zichtdatum 22-11-2024.
Geldend van 06-02-1980 t/m heden

Heffing van omzetbelasting ten aanzien van opneming van zwervende en of noodlijdende dieren

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.
  • 1. In het verleden hebben verschillende organisaties welke zich bezighouden met of betrokken zijn bij de opneming van zwervende en/of noodlijdende huisdieren, ter zake van deze opneming om vrijstelling van omzetbelasting verzocht. Aan deze organisaties is te kennen gegeven dat het geen bezwaar ontmoette dat verenigingen en stichtingen die geen winst beogen en/of maken heffing van omzetbelasting achterwege laten ten aanzien van prestaties bestaande uit de opneming in een asyl van zwervende en/of noodlijdende dieren en de daarbij vereiste behandeling van deze dieren, alsmede ten aanzien van het afmaken van dieren, ongeacht of zulks al dan niet tegen vergoeding geschiedt, mits ter zake van die prestaties wordt afgezien van aanspraak op aftrek van zgn. voorbelasting. Daarbij is tevens te kennen gegeven dat de overige prestaties, waaronder de verkoop van dode en levende dieren, het tegen betaling afhalen, bezorgen en verzorgen van dieren, op normale wijze in de heffing dienen te worden betrokken.

  • 2. Thans is mij van de zijde van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van dieren verzocht mijn standpunt voor wat betreft het belasten van laatstgenoemde prestaties te wijzigen in die zin dat ook de prestaties die samenhangen met de opneming van zwervende en/of noodlijdende dieren niet aan de heffing van omzetbelasting worden onderworpen. Aan dit verzoek ligt ten grondslag het feit dat er van concurrentieverstoring geen sprake (meer) is aangezien de dieren thans niet meer worden geleverd maar slechts in bruikleen op een ‘pleegadres’ ondergebracht en de omstandigheid dat de eigenlijke asylactiviteiten steeds meer los (zullen) komen te staan van de andere activiteiten, zoals de pensionopname van dieren.

  • 3. Ter zake van de prestaties bestaande uit de opneming van zwervende en/of noodlijdende dieren en de daarbij vereiste behandeling van deze dieren alsmede het afmaken van dieren al dan niet tegen vergoeding door meergenoemde organisaties stel ik mij thans op het standpunt dat in deze geen sprake is van handelen in het kader van een onderneming. Zulks heeft tot gevolg dat geen omzetbelasting is verschuldigd, waartegenover de aan die prestaties toe te rekenen voorbelasting niet voor aftrek in aanmerking komt. Deze gevolgen zijn dezelfde als die welke voortvloeien uit de in het verleden gevolgde gedragslijn, waarbij werd gehandeld als ware een vrijstelling van toepassing.

  • 4. Gelet op de zich ter zake voordoende feiten en omstandigheden kan ik mij er thans eveneens mee verenigen dat de direct in het verlengde van bovengenoemde prestaties liggende verrichtingen van de betreffende organisaties, te weten het herplaatsen van de zwervende en/of noodlijdende huisdieren (ongeacht de juridische vorm) en het doden daarvan op gelijke wijze worden behandeld als de opneming van die dieren in het asyl. Met het vorenstaande kan rekening worden gehouden van 1 januari 1979 af.

  • 5. Gezien het bovenstaande kunnen derhalve bij organisaties tot dierenbescherming – welke geen winst beogen en/of maken – ter zake van de exploitatie van een asyl van 1 januari 1979 af de navolgende prestaties buiten de heffing blijven:

    • opname van zwervende en/of noodlijdende huisdieren en de daarbij behorende behandeling, daaronder begrepen de opname (al dan niet tegen vergoeding) van dieren die door de eigenaars worden afgestaan;

    • herplaatsing (in elke juridische vorm dan ook, derhalve ook verkoop) van deze dieren;

    • doden van deze dieren (de verkoop van de gedode dieren daaronder begrepen).

    De op bovengenoemde prestaties betrekking hebbende zgn. voorbelasting komt niet voor aftrek in aanmerking

  • 6. Wellicht ten overvloede wordt nog opgemerkt dat bovenvermeld standpunt inzake de opneming van zwervende en/of noodlijdende dieren tot gevolg heeft dat de eventuele bijdragen van gemeenten in deze eveneens niet in de heffing worden betrokken.