In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 22-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 24-02-2006 en zichtdatum 21-12-2024.
Geldend van 01-03-1998 t/m 31-12-2008

Besluit van 9 december 1980, houdende regelen ten aanzien van de in- en uitvoer van bepaalde landbouwgoederen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, K. H. Beyen, van Onze Minister van Landbouw en Visserij en van de Staatssecretaris van Financiën, van 23 september 1980, no. 680/772 W. J. A., gehoord de Commissie Regelingen In- en uitvoerwet, door de Sociaal-Economische Raad ingesteld op grond van artikel 43 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22);

Overwegende, dat naar Ons oordeel het belang van de volkshuishouding vereist nieuwe regelen te stellen ten aanzien van de in- en uitvoer van bepaalde landbouwgoederen, ten einde in Nederland uitvoering te kunnen geven aan in het kader van het communautair landbouwbeleid daaromtrent door de Raad of de Commissie van de Europese Gemeenschappen gestelde regelen;

Gelet op de artikelen 2, 2a, 4 en 17 van de In- en uitvoerwet (Stb. 1962, 295);

De Raad van State gehoord (advies van 28 oktober 1980, no. 801022/21);

Gezien het nader rapport van de voornoemde Staatssecretarissen en van Onze voornoemde Minister van 2 december 1980, no. 680/1014 W.J.A.;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Gemeenschap: de Europese Economische Gemeenschap;

Verdrag: het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (Trb. 1957, 91);

Raad: de Raad van Ministers van de Europese Gemeenschappen;

Commissie: de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

derde land: een land, dat geen lid is van de Europese Economische Gemeenschap;

communautaire regeling: een door de Raad of de Commissie vastgestelde verordening of beschikking, houdende maatregelen voor het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en derde landen of tussen de Lid-Staten der Gemeenschap onderling van een of meer goederen;

invoercertificaat: een document, dat ingevolge een communautaire regeling bij de invoer van een in die regeling omschreven of aangeduid goed moet worden overgelegd en dat het recht en de plicht meebrengt tot het invoeren van het in het document omschreven of aangeduide goed tijdens de geldigheidsduur van dat document;

uitvoercertificaat: een document, dat ingevolge een communautaire regeling bij de uitvoer van een in die regeling omschreven of aangeduid goed moet worden overgelegd en dat het recht en de plicht meebrengt tot het uitvoeren van het in het document omschreven of aangeduide goed tijdens de geldigheidsduur van dat document;

Onze Minister: Onze Minister van Landbouw en Visserij.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De invoer van goederen, aangewezen in deel I van de bij dit besluit behorende bijlage, zonder vergunning van Onze Minister, is verboden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De uitvoer van goederen, aangewezen in de bij dit besluit behorende bijlage, zonder vergunning van Onze Minister, is verboden.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Ingeval bij de invoer van een goed ter voldoening aan een communautaire regeling een binnen de Gemeenschap bevoegdelijk afgegeven geldig invoercertificaat wordt overgelegd, geldt dit certificaat voor die invoer als een vergunning als bedoeld in artikel 2.

  • 2 Ingeval bij de uitvoer van een goed ter voldoening aan een communautaire regeling een binnen de Gemeenschap bevoegdelijk afgegeven geldig uitvoercertificaat wordt overgelegd, geldt dit certificaat voor die uitvoer als een vergunning als bedoeld in artikel 3.

  • 3 Onze Minister wijst het orgaan aan, dat bevoegd is tot het afgeven van invoer- en uitvoercertificaten in Nederland, en kan, voor zover zulks voor een goede uitvoering van een communautaire regeling nodig is, regelen stellen met betrekking tot het afgeven van deze certificaten. Daarbij kan hij onder meer bepalen, dat een waarborgsom moet worden gestort.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 2 Het bedrag van een krachtens het eerste lid vastgesteld recht kan onder meer verschillen naar gelang van het land van herkomst of oorsprong van het in te voeren goed, het tijdstip waarop de importeur van zijn voornemen tot invoer heeft doen blijken, het tijdstip waarop aan de importeur een invoervergunning is verstrekt en het tijdstip van de invoer.

  • 3 Bij het vaststellen van een recht kan voorts worden bepaald dat een recht verschuldigd is vóór het tijdstip van invoer van het betrokken goed.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 2 Het bedrag van een krachtens het eerste lid vastgesteld recht kan onder meer verschillen naar gelang van het land van bestemming van het uit te voeren goed, het tijdstip waarop de exporteur van zijn voornemen tot uitvoer heeft doen blijken, het tijdstip waarop aan de exporteur een uitvoervergunning is verstrekt en het tijdstip van de uitvoer.

  • 3 Bij het vaststellen van het recht kan voorts worden bepaald, dat een recht verschuldigd is vóór het tijdstip van uitvoer van het betrokken goed.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Onze Minister kan:

    • a. op aanvrage een restitutie verstrekken ter zake van de uitvoer van in de bij dit besluit behorende bijlage aangewezen goederen, dan wel ter zake van de uitvoer van daaruit of met behulp daarvan verkregen goederen;

    • b. regelen stellen met betrekking tot de aanspraak op restitutie, de bij het aanvragen daarvan te verstrekken gegevens of over te leggen bewijsstukken, de vaststelling van de grondslagen waarnaar de berekening van de uit te keren bedragen plaatsvindt en de wijze van verstrekking van de restituties;

    • c. sancties opleggen als bedoeld in artikel 11 van verordening (EEG) nr. 3665/87 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1987 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwprodukten (PbEG L 351).

  • 2 Het bedrag ener krachtens het eerste lid te verstrekken restitutie kan onder meer verschillen naar gelang van het land van bestemming van het uit te voeren goed, het tijdstip waarop de exporteur van zijn voornemen tot uitvoer heeft doen blijken, het tijdstip waarop aan de exporteur een uitvoervergunning is verstrekt en het tijdstip van de uitvoer.

  • 3 Voor zover voor de toepassing van het ingevolge het eerste lid bepaalde de medewerking van de rijksbelastingdienst wordt ingeroepen, geschiedt zulks in dier voege, dat Onze Minister in de aldaar onder b bedoelde regelen tevens, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, de constatering van feiten of omstandigheden, op grondslag waarvan de restituties worden berekend, opdraagt aan de genoemde dienst.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Restituties ter zake van de uitvoer van in de bij dit besluit behorende bijlage aangewezen goederen of van daaruit of met behulp daarvan verkregen goederen, die Nederland ingevolge een communautaire regeling gehouden of gerechtigd is te verstrekken, worden als restituties in de zin van artikel 8 verstrekt. Op zodanige restituties zijn alle andere ten aanzien van krachtens dit besluit te verstrekken restituties geldende wettelijke regelingen eveneens van toepassing.

  • 2 Onder restitutie als bedoeld in de aanhef van het eerste lid is te verstaan elk bedrag, dat ingevolge een communautaire regeling als restitutie, als subsidie, als compenserend bedrag of onder welke andere benaming ook bij de uitvoer van een goed als in het eerste lid bedoeld moet of mag worden verstrekt.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 In de gevallen, waarin ingevolge een communautaire regeling bij de invoer van een in de bij dit besluit behorende bijlage aangewezen goed of een daaruit of met behulp daarvan verkregen goed in een Lid-Staat van de Gemeenschap, die Lid-Staat gehouden of gerechtigd is een subsidie te verstrekken, kan Onze Minister:

    • a. op aanvrage ter zake van de invoer van het in de aanhef bedoelde goed een subsidie verstrekken;

    • b. regelen stellen met betrekking tot de aanspraak op subsidie, de bij het aanvragen daarvan te verstrekken gegevens of over te leggen bewijsstukken, de vaststelling van de grondslagen waarnaar de berekening van de uit te keren bedragen plaatsvindt, de wijze van verstrekking van de subsidie en al hetgeen voorts nodig is voor de uitvoering van de communautaire regeling in Nederland.

  • 2 Onder subsidie als bedoeld in de aanhef van het eerste lid is te verstaan elk bedrag, dat ingevolge een communautaire regeling als subsidie, als restitutie, als compenserend bedrag of onder welke andere benaming ook bij de invoer van een goed als in het eerste lid bedoeld moet of mag worden verstrekt.

  • 3 Voor zover voor de toepassing van het ingevolge het eerste lid bepaalde de medewerking van de rijksbelastingdienst wordt ingeroepen, geschiedt zulks in dier voege, dat Onze Minister in de aldaar onder b bedoelde regelen tevens, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, de constatering van feiten of omstandigheden, op grondslag waarvan de subsidies worden berekend, opdraagt aan de genoemde dienst.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Bij de uitvoer van een goed, waarvoor artikel 8 of 10 is toegepast, moeten de regelen in acht worden genomen die Onze Minister, voor zover hij dat voor een goede toepassing van dit besluit noodzakelijk acht, stelt met betrekking tot:

    • a. het kennis geven van een voorgenomen uitvoer van de in aanhef bedoelde goederen;

    • b. het aangeven van zodanige goederen ten uitvoer;

    • c. het aanbieden van die ten uitvoer aangegeven goederen voor onderzoek en monsterneming;

    • d. het onder toezicht stellen van in de aanhef bedoelde goederen met het oog op hun opslag, uitslag, be- of verwerking, voorafgaand aan de uitvoer van - al naar het geval - de desbetreffende of de daaruit of met behulp daarvan verkregen goederen;

    • e. de verantwoording van de rendementen die zijn behaald bij de onder d bedoelde be- of verwerking;

    • f. het kennis geven van de na uitvoer bereikte bestemming van in de aanhef bedoelde goederen.

  • 2 Voor zover voor de toepassing van het ingevolge het eerste lid bepaalde de medewerking van de rijksbelastingdienst wordt ingeroepen, stelt Onze Minister de aldaar bedoelde regelen vast in overeenstemming met Onze Minister van Financiën.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Onverminderd enig ander wettelijk voorschrift is hij, die een goed ten aanzien waarvan krachtens artikel 8 of 10 regelen zijn gesteld, in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf invoert, doet invoeren, uitvoert of doet uitvoeren, verplicht:

    • a. de door hem met betrekking tot die invoer of uitvoer en met betrekking tot het ingevoerde of uitgevoerde goed verrichte handelingen, de vervaardiging van het goed daaronder begrepen, op de in zijn beroep of bedrijfstak gebruikelijke wijze in zijn administratie te verantwoorden;

    • b. alle desbetreffende aantekeningen en bescheiden, zoals nota's, brieven, analyserapporten en andere bewijsstukken, boeken, registers of andere hulpmiddelen, waarin de gegevens inzake die handelingen zijn vastgelegd, vanaf het tijdstip van hun opstelling of verkrijging tot het tijdstip, waarop drie kalenderjaren zijn verlopen te rekenen van het einde van het jaar, waarin de invoer of de uitvoer heeft plaatsgevonden, te bewaren.

  • 2 Overtreding van het gestelde in het eerste lid is een strafbaar feit.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Onze Minister kan van het bij artikel 2, eerste lid, 3, eerste lid, 11, eerste lid, 12, eerste lid, dan wel van het krachtens artikel 2, derde lid, 3, tweede lid, 4, derde lid, 8, eerste lid, onder b, of 10, eerste lid, onder b, bepaalde vrijstelling en op aanvrage ontheffing verlenen.

  • 2 Voor zover voor de toepassing van het ingevolge het eerste lid bepaalde de medewerking van de rijksbelastingdienst wordt ingeroepen, geschiedt zulks in dier voege, dat Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, aan de genoemde dienst opdraagt op aanvragen om ontheffing te beslissen of vrijstellingsregelen uit te voeren.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Waarborgsommen als bedoeld in artikel 4, derde lid, die ingevolge de communautaire regeling op grond waarvan zij zijn gestort geheel of ten dele niet kunnen worden vrijgegeven en evenmin ingevolge enig communautair voorschrift in mindering dienen te worden gebracht op de ten laste van de Gemeenschap komende uitgaven, vervallen aan de Staat en maken deel uit van de ontvangsten van afdeling A van het Landbouw-Egalisatiefonds.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Onze Minister stelt het model vast van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde vergunningen.

  • 2 Bij de verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 2 of 3 worden daaraan voor de houder de volgende voorschriften verbonden:

    • a. zodra vaststaat dat daarvan geen gebruik meer kan worden gemaakt, moet de vergunning terstond teruggezonden worden aan degene die haar heeft verleend;

    • b. aan degene, die de vergunning heeft verleend, moeten binnen de daartoe gestelde termijn alle gewenste inlichtingen worden verstrekt omtrent het daarvan gemaakte gebruik.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Het In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963 (Stb. 125) wordt ingetrokken.

  • 2 Vergunningen, invoer- en uitvoercertificaten en ontheffingen, die zijn verleend ingevolge het In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963 worden, voor zover zij hun gelding nog niet hebben verloren, geacht te zijn verleend op grond van dit besluit.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 2 Het treedt in werking met ingang van de dag liggende twee maanden en één dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.

Lage Vuursche, 9 december 1980

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

K. H. Beyen

De Minister van Landbouw en Visserij,

G. J. M. Braks

De Staatssecretaris van Financiën,

M. J. J. van Amelsvoort

Uitgegeven de zestiende januari 1981

De Minister van Justitie a.i.,

H. Wiegel

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De in deze bijlage aangewezen goederen worden telkens aangeduid door middel van de hoofdstukken, posten of codes van de Gecombineerde Nomenclatuur, bedoeld in artikel 1 van verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PbEG L 256). Elke aldus opgenomen vermelding omvat alle goederen, welke ingevolge de bepalingen van bedoelde verordening onder die vermelding worden ingedeeld, met dien verstande dat vermeldingen voorafgegaan door de aanduiding "ex" slechts de daarbij ingedeelde goederen omvatten voor zover zulks blijkt uit de daaraan toegevoegde omschrijving.

Deel I. Goederen vallende onder een verordening tot regeling van een of meer landbouwmarkten, aangevuld met de daarmede geassimileerde goederen en met aardappelen en ethylalcohol

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Hoofdstuk 1

Levende dieren met uitzondering van

 

0101 1910

slachtpaarden

     

Hoofdstuk 2

Vlees en eetbare slachtafvallen met uitzondering van

ex

02.05

vlees van paarden, vers, gekoeld of bevroren

 

0210 9010

vlees van paarden, gepekeld of gedroogd

     

Hoofdstuk 3

Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren

     

Hoofdstuk 4

Melk en zuivelprodukten; vogeleieren; natuurhonig; eetbare produkten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

 

met uitzondering van

 

0403 1051

yoghurt, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao, ook indien ingedikt

 

t/m

 
 

0403 1099

 
 

0403 9071

karnemelk, gestremde melk en room, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, gearomatiseerd

 

t/m

of met toegevoegde vruchten of cacao, ook indien ingedikt

 

0403 9099

 

04.09

natuurhonig

     

Post 05.04

Darmen, blazen en magen van dieren, andere dan die van vissen, in hun geheel of in stukken

Post 05.11

Produkten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 1 of 3, niet geschikt voor menselijke consumptie

 

met uitzondering van

 

0511 9110

visafvallen

 

0511 9910

pezen en zenen; snippers en dergelijke afval van ongelooide huiden of vellen

     

Hoofdsuk 6

Levende planten en produkten van de bloementeelt

 

met uitzondering van

 

0601 2010

cichoreiplanten en -wortels

     

Hoofdstuk 7

Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden

 

met uitzondering van

 

07l0.40

suikermaïs, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren

 

0711 9030

suikermaïs, voorlopig verduurzaamd (bij voorbeeld door middel van zwaveldioxyde of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie

     

Hoofdstuk 8

Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen met uitzondering van

 

08.03

bananen, 'plantains' daaronder begrepen, vers of gedroogd

 

0804.30

ananassen, vers of gedroogd

     

Hoofdstuk 9

Koffie, thee, maté en specerijen met uitzondering van

 

09.01

koffie, cafeïnevrije koffie daaronder begrepen, ook indien gebrand; bolsters en schillen, van koffie; koffiesurrogaten die koffie bevatten, ongeacht de mengverhouding

 

09.03

maté

     

Hoofdstuk 10

Granen

     

Hoofdstuk 11

Produkten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten

 

met uitzondering van

ex

1105.10

meel geschikt voor menselijke consumptie en gries, van aardappelen

 

1105.20

vlokken van aardappelen

     

Hoofdstuk 12

Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en voor geneeskundig gebruik; stro en voeder met uitzondering van

ex

12.11

planten, plantedelen, zaden en vruchten, van de soort hoofdzakelijk gebruikt in de reukwerkindustrie, in de geneeskunde of voor insekten of parasietenbestrijding of voor dergelijke doeleinden, vers of gedroogd, ook indien gesneden, gebroken of in poedervorm, niet bestemd voor menselijke consumptie

 

1212 9910

cichoreiwortels van de variëteit 'Cichorium intybus sativum'

     

Onderverdeling

   

1302.13

Sappen en extracten, van hop

     

Onderverdeling

   

ex 1302.20

Pectinestoffen en pectinaten

     

Post 15.01

Reuzel; andere varkensvet en vet van gevogelte, gesmolten, ook indien geperst of met behulp van oplosmiddelen geëxtraheerd

Post 15.02

Rund-, schape- of geitevet, ruw of gesmolten, ook indien geperst of met behulp van oplosmiddelen geëxtraheerd

Post 15.03

Varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid

Post 15.04

Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

Posten 15.07 t/m 15.15

Plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

 

met uitzondering van

 

15l5.60

jojobaolie en fracties daarvan

Post 15.16

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid

 

met uitzondering van

 

1516 2010

gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde 'opalwax'

Post 15.17

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 15.16

 

met uitzondering van

 

1517 1010 en

met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

 

1517 9010

 
 

1517 9093

mengsels en bereidingen voor menselijke consumptie van de soorten gebruikt als preparaten voor het insmeren van bakvormen

Onderverdelingen 1518 0031 en 1518 0039

Mengsels van plantaardige oliën, vloeibaar, voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie

Post 15.22

Degras; afvallen, afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was

 

met uitzondering van

 

1522 0010

degras

     

Hoofdstuk 16

Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

     

Post 17.01

Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere saccharose, in vaste vorm

Post 17.02

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm;

 

suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd;

 

karamel

 

met uitzondering van

 

1702.50

chemisch zuivere fructose

 

1702 9010

chemisch zuivere maltose

Post 17.03

Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker

     

Post 18.02

Cacaodoppen, cacaoschillen, cacaovliezen en andere afvallen van cacao

     

Hoofdstuk 20

Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantedelen

 

met uitzondering van

 

2001 9030

suikermaïs, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur

 

2001 9040

broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantedelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur

 

2004 1091

bereidingen van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, bevroren

 

2004 9010

suikermaïs, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren

 

2005 2010

bereidingen van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, niet bevroren

 

2005.80

suikermaïs, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren

 

2008 1110

pindakaas

 

2008.91

palmharten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

 

2008 9985

maïs, andere dan suikermaïs, op andere wijze bereid of verduurzaamd

 

2008 9991

broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantedelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

     

Onderverdelingen 2106 9030 t/m 2106 9059

Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

     

Post 22.04

Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen; druivemost, anders dan bedoeld bij post 20.09

Post 22.06

Andere gegiste dranken (bij voorbeeld appelwijn, perewijn, honigdrank)

Post 22.07

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer;

 

ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte

Onderverdelingen 2208 9091 en 2208 9099

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80% vol

Onderverdelingen 2209 0011 en 2209 0019

Wijnazijn

     

Hoofdstuk 23

Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren

     

Onderverdelingen 3502 1091 en 3502 1099

Ovoalbumine, geschikt voor menselijke consumptie

Onderverdelingen 3502 9051 en 3502 9059

Lactoalbumine, geschikt voor menselijke consumptie

     

Post 53.01

Vlas, ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van vlas

Post 53.02

Hennep (Cannabis sativa L.), ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van hennep

Deel II. Goederen vallende onder verordening (EEG) nr. 3033/80 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 november 1980 tot vaststelling van de handelsregeling die van toepassing is op bepaalde goederen, verkregen door verwerking van landbouwprodukten (PbEG L 323).

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Onderverdelingen 0403 1051 t/m 0403 1099

Yoghurt, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao, ook indien ingedikt

Onderverdelingen 0403 9071 t/m 0403 9099

Karnemelk, gestremde melk en room, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao, ook indien ingedikt

Onderverdeling 0710.40

Suikermaïs, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren

Onderverdeling 0711 9030

Suikermaïs, voorlopig verduurzaamd (bij voorbeeld door middel van zwaveldioxyde of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie

Onderverdelingen 1517 1010 en 1517 9010

Margarine en mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van en verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 15.16, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

Post 17.04

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen) met uitzondering van

 

1704 9010 zoethoutextract (drop), bevattende meer dan 10 gewichtspercenten saccharose, zonder andere toegevoegde stoffen

Post 18.06

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten

Hoofdstuk 19

Bereidingen van graan, van meel, van zetmeel of van melk; gebak

Onderverdeling 2001 9030

Suikermaïs, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur

Onderverdeling 2001 9040

Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantedelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur

Onderverdeling 2004 1091

Bereidingen van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, bevroren

Onderverdeling 2004 9010

Suikermaïs, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren

Onderverdeling 2005 2010

Bereidingen van aardappelen, in de vorm van meel, gries of vlokken, niet bevroren

Onderverdeling 2005.80

Suikermaïs, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren

Onderverdeling 2008 1110

Pindakaas

Onderverdeling 2008.91

Palmharten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

Onderverdeling 2008 9985

Maïs, andere dan suikermaïs, op andere wijze bereid of verduurzaamd

Onderverdeling 2008 9991

Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantedelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

Onderverdeling 2101 3019

Gebrande koffiesurrogaten, andere dan gebrande cichorei

Onderverdeling ex 2101 3099

Extracten van gebrande koffiesurrogaten, andere dan van gebrande cichorei

Onderverdelingen 2102 1031 en 2102 1039

Levende bakkersgist

Post 21.05

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend

ex Post 21.06

Produkten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, die suiker, zuivelprodukten, granen of produkten op basis van granen bevatten

Onderverdelingen 2202 9091 t/m 2202 9099

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchte- en groentesappen bedoeld bij post 20.09, bevattende produkten bedoeld bij de posten 04.01 t/m 04.04 of vetstoffen afkomstig van produkten bedoeld bij de posten 04.01 t/m 04.04

Onderverdeling 2905.43

Mannitol

Onderverdeling 2905.44

D-glucitol (sorbitol)

Post 35.01

Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne met uitzondering van

 

3 501 9010 lijm van caseïne

Post 35.05

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bij voorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeelmet uitzondering van

 

3505 1050 zetmeel door ethervorming of door verestering gewijzigd

Onderverdeling ex 3809.10

Appreteermiddelen op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen

Onderverdeling 3823.60

Sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905.44