Wet van 25 maart 1981, tot uitvoering van artikel IV van het op 10 april 1972 te Londen,
Moskou en Washington tot stand gekomen Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de
produktie en de aanleg van voorraden van bacteriologische (biologische) en toxinewapens
en inzake de vernietiging van deze wapens (Trb. 1972, 142)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels te stellen ter
uitvoering van artikel IV van het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de produktie
en de aanleg van voorraden van bacteriologische (biologische) en toxinewapens en inzake
de vernietiging van deze wapens (Trb. 1972, 142);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: