Wet van 14 mei 1981, houdende uitvoering van het op 18 december 1971 te Brussel tot
stand gekomen Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds voor
vergoeding van schade door verontreiniging door olie (Trb. 1973, 101)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, in verband met de bekrachtiging
van het op 18 december 1971 te Brussel tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter
oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging
door olie (Trb. 1973, 101) regelen vast te stellen tot uitvoering van dat Verdrag;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: