Wet van 22 mei 1981, houdende regelen inzake het onttrekken van grondwater en het
kunstmatig infiltreren van water in de bodem
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, teneinde een goed beheer van het grondwater
te bevorderen, wenselijk is regelen te stellen inzake het onttrekken van grondwater
alsmede inzake het daarvoor kunstmatig in de bodem brengen van water;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: