Administratiebesluit II Wedervergeldingswet zeescheepvaart

Geraadpleegd op 04-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013 en zichtdatum 03-12-2024.
Geldend van 01-07-1981 t/m heden

Administratiebesluit II Wedervergeldingswet zeescheepvaart

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de Beschikkingen van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1978, nr. 79/4/EEG (Pb. E.G. 9 januari 1979, nr. L 5/31), van 4 december 1980, nr. 80/1181/EEG (Pb. E.G. 23 december 1980, nr. L 350) en van 26 maart 1981, nr. 81/189/EEG (Pb. E.G. 2 april 1981, nr. L 88/32);

Gelet op de artikelen 11b, tweede lid, en 11d van de Wedervergeldingswet zeescheepvaart, zoals gewijzigd bij de wet van 12 juni 1980 (Stb. 1980, 364).

Besluit:

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij dit besluit bepaalde wordt verstaan onder:

‘lijnvervoer’:

het vervoer tegen vaste vervoertarieven door scheepvaartondernemingen, die een geregelde dienst onderhouden tussen twee of meer havens;

‘conference’:

een groep van twee of meer vervoerders, die schepen exploiteren, die internationale lijndiensten onderhoudt voor het vervoer van lading op een bepaalde route of bepaalde routes binnen omschreven geografische grenzen en die een overeenkomst of regeling, van welke aard ook heeft, binnen het kader waarvan zij opereren op basis van eenvormige of gemeenschappelijke vervoertarieven, en enigerlei andere overeengekomen voorwaarden met betrekking tot het aanbieden van lijndiensten.

Artikel 2

Een ieder die lijnvervoerdiensten aanbiedt voor het vervoer van goederen per zeeschip tussen Nederlandse havens en havens in het Verre Oosten (Japan, Taiwan, Hong Kong, Maleisië. Singapore, de Republiek Korea, de Philippijnen en Thailand), dient voor dit vervoer de in artikel 3 van dit besluit omschreven administratie te voeren.

Artikel 3

Met betrekking tot het lijnvervoer als genoemd in artikel 2 dient een administratie te worden gevoerd die ten minste inhoudt:

  • a. naam van de scheepvaartonderneming en van de lijn;

  • b. namen van de in de lijndienst gebruikte schepen;

  • c. omschrijving van het vaargebied in het Verre Oosten;

  • d. nationaliteit van de in de lijndienst gebruikte schepen, en de Staat waarvan de vlag wordt gevoerd;

  • e. voor zover van toepassing: lidmaatschap van een lijnvaartconference of deelconference, en de naam van deze conference.

Artikel 4

Dit besluit kan worden aangehaald als: Administratiebesluit II Wedervergeldingswet zeescheepvaart.

Artikel 5

Dit besluit wordt in de Nederlandse Staatscourant bekendgemaakt en treedt in werking met ingang van 1 juli 1981.

's-Gravenhage, 17 juni 1981

De

Minister

voornoemd,

D. S. Tuijnman