Dienstreglement Rijks Computercentrum

Toekomstige wijziging(en) op 26-03-1987. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 10-10-2010.
Geldend van 01-12-1986 t/m heden

Besluit van 17 juli 1981, houdende de vaststelling van het Dienstreglement Algemene Rijksrekencentra

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 13 juli 1981, nr. P81/2091, Hoofdafdeling Personeelszaken;

Gelet op de artikelen 80, derde lid, en 132 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en artikel 65 van het Arbeidsovereenkomstenbesluit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

directeur: de directeur van het Rijks Computercentrum;

ambtenaar: hij, die krachtens aanstelling werkzaam is onder de directeur;

werknemer: hij, die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam is onder de directeur.

Artikel 2

  • 2 Voor de toepassing van artikel 80, voor zover het betreft de straffen als bedoeld in artikel 81, eerste lid, onder a tot en met d, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement geldt de directeur als bevoegd gezag ten aanzien van de ambtenaren, wier aanstelling aan Ons of Onze Minister van Binnenlandse Zaken is voorbehouden.

Artikel 3

  • 1 Voor de toepassing van de artikelen 20, 31, 31a, 31b, 31c, 49 en 53 van het Arbeidsovereenkomstenbesluit geldt de directeur ten aanzien van de werknemers als bevoegd gezag.

  • 2 De bevoegdheden bedoeld in de artikelen 22, 30g, eerste lid, 37, eerste lid, 43, eerste lid, en 51 van het Arbeidsovereenkomstenbesluit worden ten aanzien van de werknemers uitgeoefend door of vanwege de directeur.

Artikel 4

De directeur is gehouden bij de uitoefening van de in voorgaande artikelen van dit besluit bedoelde bevoegdheden de richtlijnen en aanwijzingen van Onze Minister van Binnenlandse Zaken in acht te nemen.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer en dat zal worden gepubliceerd in het Staatsblad en de Nederlandse Staatscourant.

Lage Vuursche, 17 juli 1981

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

H. E. Koning

Uitgegeven de derde november 1981

De Minister van Justitie,

J. de Ruiter