-
a.
Onze Minister
Onze Minister van Defensie;
-
b.
militair
de militaire ambtenaar in de zin van artikel 1, eerste en tweede lid, van de Militaire Ambtenarenwet 1931;
-
c.
militair in werkelijke dienst – tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald – de militair die:
-
1. is aangesteld bij het beroepspersoneel, tenzij hij op non-activiteit is gesteld of
hem buitengewoon verlof van lange duur is verleend;
-
2. behoort tot het reservepersoneel en als zodanig feitelijk onder de wapenen is;
-
d.
officiersrang
de rang van luitenant ter zee der 3e klasse of van tweede-luitenant of een hogere rang;
-
e.
operationeel commando:
de Koninklijke marine, de Koninklijke landmacht, de Koninklijke luchtmacht en de Koninklijke
marechaussee;
-
f.
militaire inkomsten
alle beloningen in geld waarop de militair aanspraak kan maken krachtens de voor hem
geldende bezoldigingsregeling of bezoldigingsregelingen, en krachtens de ter uitvoering
van deze regeling of regelingen gegeven voorschriften;
-
g.
initiële opleiding
de opleiding als genoemd in artikel 13, eerste lid;
-
h.
de commandant operationeel commando
de Commandant Zeestrijdkrachten, de Commandant Landstrijdkrachten, de Commandant Luchtstrijdkrachten,
de Commandant Koninklijke Marechaussee, voor het desbetreffende commando;
-
i.
hoofd defensieonderdeel
-
1°. de Secretaris-Generaal, voor zover het betreft de Bestuursstaf;
-
2°. de commandant operationeel commando voor het desbetreffende commando;
-
3°. de directeur van de Defensie Materieel Organisatie, voor zover het betreft de Defensie
Materieel Organisatie, met uitzondering van het deel ondergebracht in de Bestuursstaf;
-
4°. de commandant van het Commando Dienstencentra, voor zover het betreft het Commando
Dienstencentra.
-
j.
de commandant
een bij ministeriële regeling aan te wijzen functionaris;
-
k.
doorstroombesluit:
een besluit, als bedoeld in artikel 31, waarmee de militair wordt medegedeeld dat de loopbaan bij Defensie al dan niet wordt
voortgezet;
-
l.
fase één:
de periode waarin de aan de aanstelling verbonden verplichting als bedoeld in artikel 12k, eerste en tweede lid, van de Militaire ambtenarenwet 1931, juncto artikel 7 van dit besluit, van toepassing is;
-
m.
fase twee:
de periode van de datum waarop fase één eindigt tot en met de datum waarop het doorstroombesluit
in werking treedt, respectievelijk de periode na inwerkingtreding van een doorstroombesluit
indien hierin wordt bepaald dat de loopbaan bij Defensie niet wordt voortgezet;
-
n.
fase drie:
de periode na inwerkingtreding van een doorstroombesluit waarin wordt bepaald dat
de loopbaan bij Defensie wordt voortgezet;
-
o.
effectieve rang:
het bekleden van een rang anders dan titulair of tijdelijk;
-
p.
onderofficier:
de militair ingedeeld bij de Koninklijke marine met de rang van korporaal, sergeant,
sergeant-majoor of adjudant-onderofficier, de militair ingedeeld bij de Koninklijke
landmacht, luchtmacht en marechaussee met de rang van sergeant, sergeant der eerste
klasse, wachtmeester, wachtmeester der eerste klasse, sergeant-majoor, opperwachtmeester
of adjudant-onderofficier;
-
q.
maximum looptijd:
het aantal jaren dat een militair maximaal in een bepaalde rang of stand mag doorbrengen;
-
r.
functie:
een samenstel van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
-
s.
functietoewijzing:
de aanwijzing van een militair voor het vervullen van een functie;
-
t.
rang:
een militaire rang en stand of klasse, voor zover niet titulair toegekend;
-
u.
functionele chef:
de functionaris onder wiens directe toezicht en rechtstreekse leiding de toegewezen
functie wordt vervuld, dan wel die als zodanig door het hoofd defensieonderdeel is
aangewezen;
-
v.
passende functie
een functie als bedoeld in artikel 53b.