Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Voor de toepassing van artikel 34, eerste lid, van de AAW wordt degene, aan wie een
arbeidsongeschiktheidsuitkering is toegekend, bij een arbeidsongeschiktheid van 25–35%,
35–45%, 45–55%, 55–65%, 65–80%, onderscheidenlijk 80% of meer, geacht 70%, 60%, 50%,
40%, 25%, onderscheidenlijk 10% arbeidsgeschikt te zijn.
-
2 Voor de toepassing van artikel 45, eerste lid, van de WAO wordt degene, aan wie een arbeidsongeschiktheidsuitkering is toegekend, bij een arbeidsongeschiktheid
van 15–25%, 25–35%, 35–45%, 45–55%, 55–65%, 65–80%, onderscheidenlijk 80% of meer,
geacht 80%, 70%, 60%, 50%, 40%, 25%, onderscheidenlijk 10% arbeidsgeschikt te zijn.
-
3 Voor de toepassing van de artikelen 34, eerste lid, van de AAW en 45, eerste lid, van de WAO, worden de inkomsten uit een dienstverband geacht meer te bedragen dan evenredig
is aan de nog resterende arbeidsgeschiktheid.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Onder inkomsten uit arbeid, als bedoeld in de artikelen 33, eerste lid, en 34, eerste
lid, van de AAW, en de artikelen 44, eerste lid, en 45, eerste lid, van de WAO, worden mede begrepen de volgende uitkeringen, indien deze ter zake van die arbeid
worden verleend:
-
a. een uitkering krachtens de ZW, waaronder begrepen een uitkering op grond van artikel 46 van die wet;
-
b. een uitkering bij ziekte krachtens een regeling, welke geldt voor personen, die op
grond van het bepaalde in artikel 6, eerste lid, onder a of b, van de ZW niet ingevolge die wet verzekerd zijn;
-
c. een uitkering bij ziekte krachtens de sociale wetgeving van een andere mogendheid;
-
d. een uitkering krachtens de WW;
-
e. een uitkering bij werkloosheid krachtens een regeling, welke geldt voor personen,
die op grond van het bepaalde in artikel 6, eerste lid, onder a of b, van de WW niet ingevolge die wet verzekerd zijn;
-
f. een uitkering bij werkloosheid krachtens de sociale wetgeving en een andere mogendheid;
-
g. een uitkering als bedoeld in de artikelen 6 en 51 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, alsmede een uitkering verleend krachtens een verordening als bedoeld in artikel 131 van laatstgenoemde wet.
-
2 Onder inkomsten uit arbeid als bedoeld in de artikelen 33, eerste lid, en 34, eerste
lid, van de AAW en de artikelen 44 eerste lid, en 45, eerste lid, van de WAO wordt niet begrepen:
-
a. vakantietoeslag;
-
b. aanspraak op vakantietoeslag;
-
c. bedragen, uitbetaald als beloning voor overwerk;
-
d. toeslag, uitbetaald als beloning voor arbeid verricht buiten de gebruikelijke werktijden.
-
3 Voor de toepassing van de artikelen 34, eerste lid, van de AAW en 45, eerste lid, van de WAO, wordt onder inkomsten per dag verstaan de som van in een kalendermaand genoten inkomsten
gedeeld door het aantal uitkeringsdagen in die maand.
Artikel 3a
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Voor de toepassing van de artikelen 33, eerste lid, en 34, eerste lid, van de AAW
en de artikelen 44, eerste lid, en 45, eerste lid, van de WAO worden onder inkomsten uit arbeid, die niet in dienstbetrekking worden verricht,
verstaan de bruto-inkomsten, verminderd met het bedrag aan premies op grond van de
AAW en de AWBZ, berekend met inachtneming van de premiepercentages, zoals deze voor die wetten zijn
vastgesteld op grond van artikel 2 van de Wet aanpassing uitkeringsregelingen overheveling
opslagpremies (Stb. 1989, 127).
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Voor de toepassing van artikel 3, eerste lid, wordt de betrokkene geacht een uitkering te ontvangen, als bedoeld in dat lid, indien
door zijn toedoen of in verband met het doormaken van wachtdagen die uitkering niet
wordt uitbetaald.
-
2 Voor de toepassing van artikel 3, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk onder d, wordt de betrokkene geacht een uitkering krachtens de ZW, onderscheidenlijk de WW, te ontvangen, gelijk aan de inkomsten uit arbeid, waarmee laatstelijk vóór de aanvang
van de ongeschiktheid tot werken, onderscheidenlijk de werkloosheid bij de toepassing
van de artikelen 33 of 34 van de AAW en/of de artikelen 44 of 45 van de WAO rekening is gehouden.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Indien degene, ten aanzien van wie de artikelen 33 of 34 van de AAW en/of de artikelen 44 of 45 van de WAO toepassing vinden, recht heeft op een uitkering, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a of d, wordt het van de arbeidsongeschiktheidsuitkering uit te betalen bedrag niet verder
beperkt dan tot het volle bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, verminderd
met het bedrag van de in artikel 3, eerste lid, onder a of d, bedoelde uitkering. Daarbij blijft het bepaalde in artikel 4, tweede lid, buiten toepassing.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Het bedrag aan arbeidsongeschiktheidsuitkering dat wordt uitbetaald aan degene ten
aanzien van wie artikel 44 van de WAO toepassing vindt in onmiddellijke aansluiting op een periode waarin artikel 30, eerste lid, van de ZW, toepassing vond wordt zodanig vastgesteld dat de som van de arbeidsongeschiktheidsuitkering
en de inkomsten uit arbeid niet minder bedraagt dan laatstelijk aan ziekengeld en
inkomsten uit arbeid bij toepassing van voornoemd artikel 30 werd ontvangen.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 Voor degene op wie op 31 december 1982 artikel 34 of 35 van de AAW en/of artikel 45 of 46 van de WAO van toepassing was, wordt, zolang hij inkomsten uit arbeid blijft genieten, het per
dag tot uitbetaling komende bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, met inachtneming
van het in het tweede lid bepaalde, aangevuld met het verschil tussen het bedrag van
de arbeidsongeschiktheidsuitkering dat op 31 december 1982 tot uitbetaling kwam en
het bedrag aan arbeidsongeschiktheidsuitkering dat op 31 december 1982 tot uitbetaling
zou zijn gekomen indien artikel 34 van de AAW en/of artikel 45 van de WAO zoals deze artikelen met ingang van 1 januari 1983 luiden, op 31 december 1982 van
kracht zouden zijn geweest.
-
2 De in het eerste lid bedoelde aanvulling wordt met ingang van 1 januari 1983 verminderd
met 1/6 deel van het in dat lid bedoelde verschil doch met tenminste f 2,30 per dag,
zo de aanvulling echter een lager bedrag betreft met dat lagere bedrag, en ten hoogste
f 4,60 per dag. Op 1 januari van elk volgend jaar wordt het bedrag van de aanvulling,
zoals dat gold op 31 december daaraan voorafgaand, verminderd overeenkomstig het bepaalde
in de vorige volzin.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De beschikking van 18 januari 1968, nr. 61255 (Stcrt. 1968, nr. 20) en de beschikking
van 28 oktober 1976, nr. 55 276 (Stcrt. 1976, nrs. 213 en 216), zoals die beschikkingen
sindsdien zijn gewijzigd, worden ingetrokken.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publikatie in
de Nederlandse Staatscourant en werkt terug tot 1 januari 1983.