Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 30-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2003 en zichtdatum 27-11-2024.
Geldend van 01-04-2003 t/m 28-12-2003

Besluit van 29 maart 1983, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 8 april 1982, DG Vgz/VKG/VZ, no 120992;

Gelet op artikel 16, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Stb. 1967, 655);

Gehoord de Ziekenfondsraad;

De Raad van State gehoord (advies van 30 juni 1982, No. 2220/15/8224);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 22 maart 1983, DG Vgz/VKG/VZ, no. 123739;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Als zorg, ten aanzien waarvan het in de artikelen 4 tot en met 6 en 8 aangegeven deel van de administratie wordt verricht door het centraal administratiekantoor en de verbindingskantoren, wordt aangewezen de zorg, geregeld in de artikelen 3 tot en met 12 en 16 tot en met 18 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ, alsmede de zorg, geregeld in artikel 13 van dat besluit, voor zover door Onze Minister ingevolge artikel 3, tweede lid, voor de desbetreffende ziekenhuizen een verbindingskantoor wordt aangewezen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Onze Minister wijst een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid aan als centrale instelling voor het verrichten van het in de artikelen 4 tot en met 9 aangegeven deel van de administratie ten aanzien van zorg die in het Besluit zorgaanspraken AWBZ is geregeld.

  • 3 Onze Minister kan een aanwijzing bedoeld in het eerste en tweede lid wijzigen of intrekken.

  • 4 Aan een aanwijzing van een instelling als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan Onze Minister voorwaarden verbinden. Nieuwe voorwaarden kunnen worden gesteld.

  • 5 De in de leden 2, 3 en 4 vermelde bevoegdheden ten aanzien van de aanwijzing van een instelling als bedoeld in het tweede lid, worden door Onze Minister uitgeoefend op voordracht van de organisaties van uitvoeringsorganen gezamenlijk, gehoord het College zorgverzekeringen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het centraal administratiekantoor verricht de administratieve taak van landelijk kantoor voor de betaling van bedragen, welke uit hoofde van de uitvoering van de wet verschuldigd zijn aan personen en instellingen ter zake van het verlenen van zorg als bedoeld in artikel 2.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde betalingen geschieden namens de uitvoeringsorganen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het centraal administratiekantoor levert ten behoeve van de vaststelling van de bijdrage, bedoeld in de artikelen 4, 14, en 16d van het Bijdragebesluit zorg, aan de uitvoeringsorganen inkomensgegevens die door de Belastingsdienst voor dat doel aan hem verstrekt zijn.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het centraal administratiekantoor verricht de administratieve taak van landelijk kantoor voor de betaling van bedragen, welke dienen tot de vergoeding van kosten van administratie en controle, welke de uitvoeringsorganen, dan wel derden namens hen bij de uitvoering van de wet hebben gemaakt.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van kosten van administratie en controle die in de hoedanigheid van verbindingskantoor zijn gemaakt.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde betalingen geschieden namens het College zorgverzekeringen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het centraal administratiekantoor verricht voorts de administratieve taak van landelijk kantoor voor betaling van bedragen, welke dienen tot vergoeding van bedragen welke de uitvoeringsorganen uit hoofde van de uitvoering van de wet verschuldigd zijn aan personen en instellingen ter zake van het verlenen van zorg, voor zover die niet is begrepen onder die, genoemd in artikel 2.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde betalingen geschieden namens het College zorgverzekeringen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De verbindingskantoren bevorderen het administratieve contact tussen de personen en instellingen die zorg verlenen enerzijds en het centraal administratiekantoor anderzijds. Zij dienen de uitvoeringsorganen voor zover nodig van advies met betrekking tot de beoordeling van de aanspraken van verzekerden, alsmede met betrekking tot de verschuldigdheid en de betalingswijze van bijdragen als bedoeld in artikel 5, eerste lid.

  • 2 De uitvoeringsorganen enerzijds en de verbindingskantoren anderzijds verstrekken elkaar alle gegevens, welke zij voor de vervulling van hun taak bij de uitvoering van de wet nodig hebben.

  • 3 Het centraal administratiekantoor enerzijds en de verbindingskantoren anderzijds verstrekken elkaar alle gegevens, welke zij voor de vervulling van hun taak bij de uitvoering van de wet nodig hebben.

  • 4 Het centraal administratiekantoor verricht de in artikel 4, eerste lid, bedoelde betalingen aan de hand van de overeenkomstig het derde lid van de verbindingskantoren verkregen gegevens.

  • 5 Het centraal administratiekantoor verricht de in artikel 5, eerste lid, bedoelde registratie aan de hand van de overeenkomstig het derde lid van de verbindingskantoren verkregen gegevens alsmede aan de hand van gegevens verkregen van de uitvoeringsorganen en van de organen belast met de inhouding van bijdragen als bedoeld in artikel 5, eerste lid.

  • 6 Het centraal administratiekantoor geeft aan de uitvoeringsorganen kennis van uit zijn registratie blijkende verschillen tussen de vaststelling en de betaling van bijdragen als bedoeld in artikel 5, eerste lid.

  • 7 Het College zorgverzekeringen kan termijnen vaststellen, binnen welke de in het derde en zesde lid bedoelde gegevens dienen te worden verstrekt.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het centraal administratiekantoor kan aan personen en instellingen voorschotten op de verschuldigde bedragen in rekening-courant uitkeren.

  • 2 Het centraal administratiekantoor keert de in het eerste lid bedoelde voorschotten uit aan de hand van de overeenkomstig artikel 8, derde lid, van de verbindingskantoren verkregen gegevens.

  • 3 Het College zorgverzekeringen kan nadere regels stellen met betrekking tot het in het eerste lid bepaalde.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het College toezicht is belast met het toezicht op de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wet door het centraal administratiekantoor en door de verbindingskantoren.

  • 3 Onverminderd het tweede lid kan het College zorgverzekeringen regels stellen over de wijze waarop het centraal administratiekantoor en de verbindingskantoren hun werkzaamheden uitvoeren.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De kosten welke het centraal administratiekantoor en de verbindingskantoren voor de uitvoering van hun taken maken, worden gedekt door uitkeringen uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten volgens het bepaalde bij en krachtens het Besluit financiering uitvoeringsorganisatie Bijzondere Ziektekostenverzekering.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het Besluit regeling administratie verstrekkingen Bijzondere Ziektekostenverzekering (Stb. 1968, 13) wordt ingetrokken.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit kan worden aangehaald als Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur is belast met de uitvoering van dit besluit.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage , 29 maart 1983

Beatrix

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

J. P. van der Reijden

Uitgegeven de zevende juni 1983

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes