(Onderstaande tekst is een beleidspublicatie, zoals die is geplaatst in het Infobulletin.)
Bij de res. van 15-06-1983, nr. 283-4567, PW 19090, heeft de Staatssecr. zich bereid
verklaard in de gevallen dat omzetting van een lidmaatschapsrecht in een appartementsrecht
leidt tot dubbele heffing, onder aldaar genoemde voorwaarden, kwijtschelding van de
verschuldigde overdrachtsbelasting te verlenen.
In de gevallen waarin kwijtschelding op de voet van deze res. niet mogelijk is en
waarbij het gaat om een door de verkrijger van een appartementsrecht reeds in het
kader van zijn lidmaatschapsrecht zelf bewoond pand, heeft de Staatssecr. goedgekeurd
dat de waarde van het verkregen appartementsrecht wordt bepaald met inachtneming van
de omstandigheid dat het verkregene t.t.v. de verkrijging niet als een vrij opleverbaar
pand kan worden beschouwd.
Bij de bepaling van bedoelde waarde voor de heffing van de overdrachtsbelasting behoeft
de forfaitaire regeling voor de waardebepaling van de eigen woning in de i.b. en v.b.
niet noodzakelijk als richtsnoer te worden genomen.
Het staat de Insp. der R. en S. vrij om in de praktijk bij deze forfaitaire regeling
aan te sluiten als hij dit uit beleidsoverwegingen gewenst acht. Hij behoudt echter
de mogelijkheid om van die regeling af te wijken indien de omstandigheden van het
geval daartoe aanleiding geven.