Besluit van 1 november 1983, tot vaststelling van regelen ten aanzien van de betaling
door burgerlijk rijkspersoneel voor hun van rijkswege verstrekte kost, inwoning, woning
en andere emolumenten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 25 mei 1983, nr. AB83/U580,
Directoraat-Generaal voor Overheidspersoneelsbeleid, Directie Overheidspersoneelszaken,
Hoofdafdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden;
Gelet op de artikelen 125, eerste lid, en 134, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 530);
De Raad van State gehoord (advies van 19 juli 1983, nr. W04.83.0320/05.3.28);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 25 oktober 1983,
nr. AB83/1354, Directoraat-Generaal voor Overheidspersoneelsbeleid, Directie Overheidspersoneelszaken,
Hoofdafdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden;
Hebben goedgevonden en verstaan: