Wet van 1 februari 1984, houdende vaststelling van de Wet tot behoud van cultuurbezit
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het behoud van het Nederlands
cultuurbezit te bevorderen door het vaststellen van bepalingen die de mogelijkheid
openen te voorkomen dat voorwerpen van bijzondere cultuur-historische of wetenschappelijke
betekenis teloorgaan voor het Nederlands cultuurbezit;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: