Wet van 10 maart 1984, houdende regelen inzake de verlening van uitkeringen en bijzondere
voorzieningen aan burger-oorlogsslachtoffers
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen betreffende
de verlening van uitkeringen en bijzondere voorzieningen aan burger-oorlogsslachtoffers
uit de Tweede Wereldoorlog en hun nagelaten betrekkingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: