Besluit van 29 mei 1984, houdende regelen met betrekking tot het toepassen van bestrijdingsmiddelen
met behulp van luchtvaartuigen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij van 8 mei 1984,
no. J 6085, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, gedaan mede namens
de Staatssecretarissen van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid en van Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaat;
Overwegende, dat het wenselijk is regelen te stellen omtrent het toepassen van bestrijdingsmiddelen
met behulp van luchtvaartuigen teneinde bij te dragen tot een betere bescherming van
het leefmilieu van mens, dier en plant;
Gelet op de artikelen 13 en 14 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Stb. 288);
Gehoord de Bestrijdingsmiddelencommissie;
De Raad van State gehoord (advies van 26 juli 1983, nr. W11.83.0243/09.3.29);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij van 8 mei
1984 no. J 6085, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, uitgebracht
mede namens de Staatssecretarissen van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaat;
Hebben goedgevonden en verstaan: