Besluit van 6 juli 1984, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur
als bedoeld in artikel 39, vierde lid van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers
1940-1945 (Stb. 1984, 94)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van
30 maart 1984, Directie Verzetsdeelnemers en Vervolgden, nr. DVV/BV-U 4911 III;
Gelet op artikel 39, vierde lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Stb. 1984, 94);
De Raad van State gehoord (advies van 16 mei 1984, nr. W 13.84.0156/26.4.19.);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
van 21 juni 1984, Directie Verzetsdeelnemers en Vervolgden, nr. DVV/BV-U5202;
Hebben goedgevonden en verstaan: