Besluit van 23 augustus 1984, houdende regeling van de materiële positie van de Gouverneur
van de Nederlandse Antillen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse Zaken van 17 juni
1983, nr. 4627;
Overwegende, dat de materiële positie van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen
opnieuw dient te worden vastgesteld en dat het voorts gewenst is deze op enkele onderdelen
aan te passen aan de huidige omstandigheden;
Gelet op artikel 1, vierde lid, van het Reglement voor de Gouverneur van de Nederlandse
Antillen (Stb. 1984, 334) (1);
De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 24 augustus 1983, nr. W 01.83.0349/04.3.33);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse Zaken van
17 augustus 1984, nr. 7727;
De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;
Hebben goedgevonden en verstaan: