Besluit van 29 oktober 1984, houdende typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving van 8 mei 1984, nr. MJZ 0854023,
gedaan in overeenstemming met onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Economische
Zaken;
Overwegende dat het wenselijk is om naast de regelen die zijn gesteld ter voorkoming
of beperking van luchtverontreiniging door motorrijtuigen op ten minste vier wielen,
ter uitvoering van Reglement 47, behorende bij de Overeenkomst van 20 maart 1958 betreffende
het aannemen van eenvormige goedkeuringvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van
goedkeuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorrijtuigen (Trb. 1959, 83) thans met hetzelfde oogmerk regelen te stellen inzake de typekeuring van
bromfietsen;
Gelet op de artikelen 13, 15, 17 en 88, eerste, derde en vierde lid, van de Wet inzake de luchtverontreiniging (Stb. 1981, 411);
Gehoord de Centrale raad voor de milieuhygiëne, advies van 17 oktober 1983, nr. 737;
De Raad van State gehoord, advies van 18 juli 1984, nr. W08.84.0257/19.4.28;
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 22 oktober 1984, nr. MJZ 2204051, uitgebracht in overeenstemming
met Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Economische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: