Besluit ex artikel 13 Statuut voor het Koninkrijk

Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-1994 en zichtdatum 01-01-1994.
Geldend van 01-01-1994 t/m 09-10-2010

Besluit van 1 november 1984, ingevolge artikel 13, vierde lid, van het Statuut voor het Koninkrijk, houdende voorschriften ten opzichte van de staatsraad, benoemd op grond van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse Zaken van 20 juli 1984, nr. 7553, gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken;

Overwegende, dat het wenselijk is uitvoering te geven aan het bepaalde in artikel 13, vierde lid, van het Statuut voor het Koninkrijk;

De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 8 oktober 1984, nr. W01.84.0395/04.4.40);

Gezien het nader rapport van Onze Ministers voor Nederlands-Antilliaanse Zaken en van Binnenlandse Zaken van 16 oktober 1984, nr. 8073;

De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder

  • a. Antilliaans lid: het ingevolge artikel 13, tweede lid, van het Statuut voor het Koninkrijk op voordracht van de regering der Nederlandse Antillen bij koninklijk besluit benoemde lid van de Raad van State van het Koninkrijk;

  • b. Arubaans lid: het ingevolge artikel 13, tweede lid, van het Statuut voor het Koninkrijk op voordracht van de regering van Aruba bij koninklijk besluit benoemde lid van de Raad van State van het Koninkrijk.

Artikel 2

  • 1 De artikelen 3, eerste lid, en 3a van de Wet op de Raad van State (Stb. 1962, 88) zijn niet van toepassing op het Antilliaanse onderscheidenlijk het Arubaanse lid.

  • 2 Het Antilliaanse onderscheidenlijk het Arubaanse lid wordt na overleg met de regering van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk van Aruba, ontslagen dan wel op non-actief gesteld overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 11, 12, 13 en 13a van de Wet op de rechterlijke organisatie, met dien verstande, dat in plaats van "procureur-generaal" en "Hoge Raad" wordt gelezen: vice-president, onderscheidenlijk Raad van State van het Koninkrijk.

Artikel 3

Het Antilliaanse onderscheidenlijk het Arubaanse lid neemt deel aan de werkzaamheden van de Raad van State van het Koninkrijk ingeval de Raad of een afdeling van de Raad wordt gehoord over voorstellen van rijkswet en algemene maatregelen van rijksbestuur die in de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba zullen gelden, of over andere aangelegenheden die overeenkomstig artikel 11 van het Statuut voor het Koninkrijk de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba raken.

Artikel 4

  • 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 3, wordt het Antilliaanse lid toegevoegd aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van het Koninkrijk, indien deze afdeling wordt gehoord alvorens wordt beslist op een bij de Kroon ingesteld beroep op grond van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen (Stb. 1951, 64; PbNa 39).

  • 2 Ingeval de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van het Koninkrijk is belast met de voorbereiding van de door de Raad van State van het Koninkrijk ingevolge de artikelen 21 en 22 van het Reglement voor de Gouverneur van de Nederlandse Antillen (Stb. 1985, 674) onderscheidenlijk de artikelen 21 en 22 van het Reglement voor de Gouverneur van Aruba (Stb. 1985, 671) uit te brengen adviezen, wordt het Antilliaanse onderscheidenlijk het Arubaanse lid aan de Afdeling toegevoegd.

Artikel 5

Het Antilliaanse en Arubaanse lid dienen hun vaste woonplaats te hebben binnen Nederland.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad en in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State van het Koninkrijk.

's-Gravenhage, 1 november 1984

Beatrix

De Minister voor Nederlands-Antilliaanse Zaken,

J. de Koning

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Rietkerk

Uitgegeven de twintigste november 1984

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes