Regeling visserijlicentie

[Regeling vervallen per 02-01-2004.]
Geraadpleegd op 28-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 18-10-2003 en zichtdatum 18-10-2003.
Geldend van 18-10-2003 t/m 01-01-2004

Beschikking visserijlicentie

De staatssecretaris van Landbouw en Visserij,

Gelet op artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a, van het Reglement zee- en kustvisserij 1977 (Stb. 666);

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

  • 1 Deze regeling verstaat onder:

    ‘ondernemer’:

    degene te wiens naam het vissersvaartuig in het visserijregister staat geregistreerd;

    ‘Minister’:

    Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

    ‘directeur’:

    directeur Visserij van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

    ‘motorvermogen’:

    maximaal continue-vermogen zonder aftrek van door de motor aangedreven hulpmachines, uitgedrukt in kW dat de hoofdmotor of hoofdmotoren zonder overbelasting gedurende onbeperkte tijdsduur kan respectievelijk kunnen leveren, hetwelk is vastgelegd in een door de fabrikant ten behoeven van de hoofdmotor of hoofdmotoren afgegeven:

    • a. afnameprotocol, dat door de Scheepvaartinspectie of door een krachtens artikel 6, tweede lid, van de Schepenwet erkend onderzoekingsbureau is medeondertekend, of

    • b. een verklaring inzake het maximaal continue-vermogen;

    visvergunning:

    vergunning als bedoeld in verordening (EG) nr. 3690/93 van de Raad van de Europese Unie van 20 december 1993 tot invoering van een communautair stelsel van regels voor de minimuminformatie die visvergunningen moeten bevatten (PbEG L 341).

    Registratiebesluit:

    Besluit registratie vissersvaartuigen 1998;

    visserijregister:

    register als bedoeld in artikel 4 van het Registratiebesluit;

    zegelplan:

    door de fabrikant of leverancier van de hoofdmotor of hoofdmotoren van het vissersvaartuig dan wel door de Scheepvaartinspectie opgemaakt overzicht, bestaand uit een tekening en een geschrift, waaruit blijkt:

    • -

      welke onderdelen van de hoofdmotor of hoofdmotoren zijn verzegeld;

    • -

      waar de verzegelingen zijn aangebracht en welke kenmerken zij hebben, en

    • -

      waar en op welke wijze de stelbouten en breekbouten van de hoofdmotor of hoofdmotoren zijn geplaatst en ingesteld, en waarop door de Scheepvaartinspectie is verklaard dat de feitelijke toestand van de motor of hoofdmotoren overeenkomt met de in het overzicht opgenomen gegevens.

    controleur:

    persoon die in het kader van Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PbEG L 261) met controle is belast;

    verordening:

    verordening (EG) nr. 2091/98 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 september 1998 betreffende de indeling van de communautaire vissersvloot en de visserij-inspanning in segmenten ten behoeve van de meerjarige oriëntatieprogramma's (PbEG L 266);

    segment:

    segment als bedoeld in tabel I van bijlage I van de verordening.

  • 2 Voor de toepassing van deze regeling vindt aanlanden van vis plaats op het tijdstip waarop het vissersvaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft gekregen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

Het is verboden met ingang van 1 februari 1985 zonder geldige licentie met een vissersvaartuig op de vissoorten als genoemd in de bijlage de visserij uit te oefenen en deze aan te landen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

De minister kent een licentie toe ten aanzien van een vissersvaartuig dat op de datum van de inwerkingtreding van deze beschikking in het centraal visserijregister, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964, staat geregistreerd en dat zeewaardig is blijkens een ingevolge artikel 20 van het Schepenbesluit (Stb. 1965, 376) afgegeven certificaat van deugdelijkheid.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

  • 1 Het is verboden zonder geldige visvergunning met een vissersvaartuig de visserij uit te oefenen op de bestanden, bedoeld in artikel 3, onderdeel g, van verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PbEG L 358).

  • 2 De minister kent bij indiening van een aanvraag tot inschrijving van een vissersvaartuig als bedoeld in artikel 6 van het Registratiebesluit een visvergunning toe ten aanzien van dat vissersvaartuig indien wordt voldaan aan het vierde lid van dat artikel en:

    • a. het vissersvaartuig stond geregistreerd in het visserijregister en die registratie op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van het Registratiebesluit na 1 januari 2003 is doorgehaald, er minder dan zes weken zijn verstreken vanaf het moment van doorhaling van die inschrijving en het motorvermogen en de tonnage van dat vissersvaartuig niet meer bedraagt dan voor de doorhaling van de inschrijving;

    • b. het vissersvaartuig dient ter vervanging van een of meerdere vissersvaartuigen die stond respectievelijk stonden geregistreerd in het visserijregister en die registratie op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van het Registratiebesluit na 1 januari 2003 is doorgehaald, er minder dan negen maanden zijn verstreken vanaf het moment van doorhaling van die inschrijving en het motorvermogen en de tonnage van dat vissersvaartuig niet meer bedraagt dan het motorvermogen en de tonnage van het vissersvaartuig dat respectievelijk de vissersvaartuigen die wordt respectievelijk worden vervangen;

    • c. het vissersvaartuig stond geregistreerd in het visserijregister en die registratie in 2003 op grond van artikel 9, tweede lid, van het Registratiebesluit is doorgehaald, de betreffende ondernemer op wiens naam het vissersvaartuig stond geregistreerd voor 1 juli 2004 een volledige aanvraag tot inschrijving van dat vissersvaartuig in het visserijregister als bedoeld in artikel 6 van het Registratiebesluit heeft ingediend en het motorvermogen en de tonnage van dat vissersvaartuig niet meer bedraagt dan voor de doorhaling van de inschrijving;

    • d. met dat vissersvaartuig de visserij, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel d, van de Visserijwet 1963 wordt uitgeoefend;

    • e. de licentie is aangehouden of de verlening van een vergunning bestemd voor het vangen van garnalen (Crangon crangon), bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Beschikking visserij, visserijzone, zeegebied en kustwateren, is aangehouden ten behoeve van nieuwbouw of verbouw van dat vissersvaartuig, waarvoor de betreffende ondernemer vóór 28 februari 2003 een investeringsverplichting is aangegaan, waarvan:

      • 1e. de kiel van dat vissersvaartuig vóór 28 februari 2003 is gelegd of

      • 2e. de aanbouw, herkenbaar als behorend tot een bepaald vissersvaartuig, vóór 28 februari 2003 is aangevangen en voor deze datum is aangevangen met de samenbouw die ten minste één procent moet bevatten van de geschatte massa van al het bouwmateriaal; mits vóór 1 april 2003 opgaaf is gedaan bij de Directie Visserij van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van die investeringsverplichting en de bouw, bedoeld in onderdeel 1e, of de aanbouw, bedoeld in onderdeel 2e, en binnen de termijn van aanhouding een volledige aanvraag tot inschrijving in het visserijregister als bedoeld in artikel 6 van het Registratiebesluit is ingediend.

    • f. een vergunning bestemd voor het vangen van mosselen, kokkels of oesters als bedoeld in artikel 11 van de Beschikking visserij, visserijzone, zeegebied en kustwateren is toegekend en de betreffende ondernemer ten behoeve van nieuwbouw van een vissersvaartuig of verbouw van zijn vissersvaartuig vóór 16 augustus 2003 een investeringsverplichting is aangegaan, waarvan:

      • 1°. de kiel van dat vissersvaartuig vóór 16 augustus 2003 is gelegd of

      • 2°. de aanbouw, herkenbaar als behorend tot een bepaald vissersvaartuig, vóór 16 augustus 2003 is aangevangen en voor deze datum is aangevangen met de samenbouw die ten minste één procent moet bevatten van de geschatte massa van al het bouwmateriaal;

      mits vóór 1 oktober 2003 opgaaf is gedaan bij de Directie Visserij van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van die investeringsverplichting en de bouw, bedoeld in onderdeel 1°, of de aanbouw, bedoeld in onderdeel 2°, en vóór 1 juni 2004 een volledige aanvraag tot inschrijving van het vissersvaartuig in het visserijregister als bedoeld in artikel 6 van het Registratiebesluit is ingediend.

  • 3 Een visvergunning wordt slechts toegekend ten aanzien van een vissersvaartuig als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, b en c indien dat vissersvaartuig tot hetzelfde segment behoort als voor het moment van doorhaling, bedoeld in het onderdeel a en c van dat artikellid, respectievelijk als het vissersvaartuig of de vissersvaartuigen die worden vervangen, bedoeld in het onderdeel b van dat artikellid.

  • 4 Een visvergunning wordt slechts toegekend ten aanzien van een vissersvaartuig als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, b en c, ten aanzien waarvan:

    • -

      voor zover het vissersvaartuig behoort tot segment 4J1, 4J2, 4J3, 4J4 of 4J5, een geldige licentie is toegekend, of

    • -

      voor zover het vissersvaartuig behoort tot segment E, bedoeld in de bijlage bij beschikking nr. 2001/21/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 december 2000 tot wijziging van beschikking 98/121/EG houdende goedkeering van het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot van Nederland voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001 (PbEG L 5), een garnalenvergunning als bedoeld in het tweede lid, onderdeel g, is verleend.

  • 5 Onverminderd het tweede lid, kan de minister op aanvraag een visvergunning toekennen ten behoeve van één respectievelijk meerdere vissersvaartuigen, indien het motorvermogen en de tonnage van alle tot dat segment behorende vissersvaartuigen tezamen kleiner is dan het totale motorvermogen en tonnage van alle vissersvaartuigen van dat segment op 1 januari 2003.

  • 6 De minister stelt de periode waarin een aanvraag tot verlening van een visvergunning als bedoeld in het vijfde lid kan worden ingediend en de voorwaarden voor verlening van die visvergunningen vast en publiceert deze in de Staatscourant.

  • 7 De visvergunning bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a. de naam van de ondernemer op wiens naam het vissersvaartuig waarop de visvergunning betrekking heeft, staat geregistreerd in het visserijregister;

    • b. het letterteken en nummer van het vissersvaartuig;

    • c. het motorvermogen en de tonnage van dat vissersvaartuig, alsmede

    • d. het segment waartoe het vissersvaartuig behoort.

  • 8 De visvergunning wordt ingetrokken indien:

    • -

      het vissersvaartuig niet meer is geregistreerd in het visserijregister, of

    • -

      het vissersvaartuig dat behoort tot segment 4J1, 4J2, 4J3 , 4J4 of 4J5 niet beschikt over een geldige licentie.

  • 9 In afwijking van het tweede lid, onderdeel f, wordt de in dat lid bedoelde opgaaf ten aanzien van een vissersvaartuig dat behoort tot segment 4J2 ingediend vóór 1 juni 2003.

Artikel 4a

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

1. Het is verboden de visserij uit te oefenen in wateren van een ander land dan een Lidstaat van de Europese Unie, tenzij voor het desbetreffende vissersvaartuig een visdocument is uitgereikt, als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van Verordening (EG) nr. 3317/94 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 december 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake machtiging tot het verrichten van visserijactiviteiten in de wateren van een derde land in het kader van een visserijovereenkomst (PbEG L 350) en aan boord van dat vissersvaartuig aanwezig is.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

  • 1 Een licentie als bedoeld in artikel 3 is geheel of gedeeltelijk overdraagbaar aan een andere ondernemer en kan worden overgeschreven op een of meer andere vissersvaartuigen onder de voorwaarden vermeld in het tweede tot en met het achtste lid, alsmede in artikel 5a.

  • 2 Meerdere licenties, aan een ondernemer op grond van artikel 3 toegekend, kunnen worden overgeschreven op een ander vissersvaartuig dat op zijn naam in het visserijregister staat geregistreerd.

  • 3 Meerdere licenties, geheel of ten dele aan één ondernemer overgedragen, kunnen slechts op een vissersvaartuig worden overgeschreven voor zover het motorvermogen niet hoger is dan een nader door de minister te bepalen niveau.

  • 4 Een verzoek tot overdracht onderscheidenlijk overschrijving van een licentie wordt ingediend volgens een formulier dat bij de directeur verkrijgbaar is.

  • 5 Indien ten behoeve van de ondernemer een pandrecht op de licentie is gevestigd, gaat een verzoek als bedoeld in het vierde lid vergezeld van een verklaring dat de pandhouder met de overdracht instemt.

  • 6 De instemming, bedoeld in het vijfde lid, is slechts vereist indien de pandhouder de minister door middel van een afschrift van de akte van verpanding in kennis heeft gesteld van het gevestigde pandrecht.

  • 7 De overdracht of overschrijving van de licentie geschiedt door de uitreiking van een kennisgeving van de minister aan de ondernemer, op wiens vissersvaartuig de licentie wordt overgedragen of overgeschreven, inzake de toekenning van een licentie voor een door die ondernemer aangewezen vissersvaartuig dat op zijn naam in het visserijregister staat geregistreerd.

  • 8 Een verzoek als bedoeld in het vierde lid wordt, indien wordt overgedragen onderscheidenlijk wordt overgeschreven voor een vissersvaartuig ten aanzien waarvan geen licentie is toegekend, slechts toegewezen indien in het betreffende kalenderjaar met dat vissersvaartuig op het tijdstip van ontvangst van het verzoek nog geen hoeveelheden vis van de soorten, genoemd in de bijlage, zijn aangeland.

Artikel 5a

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

  • 1 Een licentie die is uitgereikt voor een vissersvaartuig met een lengte over alles van minder dan 12 meter dat tot segment 4J1 behoort, kan slechts worden overgeschreven op een vissersvaartuig met een lengte over alles van minder dan 12 meter en dat tot segment 4J1 behoort.

  • 2 Een licentie die is uitgereikt voor een vissersvaartuig dat tot segment 4J2 behoort, kan slechts worden overgeschreven op een vissersvaartuig dat tot segment 4J2 behoort.

  • 3 Een licentie die is uitgereikt voor een vissersvaartuig met een lengte over alles van ten hoogste 59 meter en ten minste 12 meter en dat tot segment 4J3 behoort, kan slechts worden overgeschreven op een vissersvaartuig met een lengte over alles van ten minste 12 meter en dat tot segment 4J3 behoort.

  • 4 Een licentie die is uitgereikt voor een vissersvaartuig met een lengte over alles van ten minste 12 meter en dat tot segment 4J4 behoort, kan slechts worden overgeschreven op een vissersvaartuig met een lengte over alles van ten minste 12 meter en dat tot segment 4J4 behoort.

  • 5 Een licentie die is uitgereikt voor een vissersvaartuig met een lengte over alles van minder dan 12 meter dat tot segment 4J5 behoort, kan slechts worden overgeschreven op een vissersvaartuig met een lengte over alles van minder dan 12 meter en dat tot segment 4J5 behoort.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

  • 1 De licentie bevat de volgende gegevens:

    • a. de naam van de ondernemer op wiens naam het vissersvaartuig waarop de licentie betrekking heeft, staat geregistreerd, en

    • b. de lettertekens en het nummer van het in onderdeel a bedoelde vissersvaartuig, het motorvermogen en de tonnage,

      met dien verstande evenwel dat in licenties waarvan de toekenning geheel of gedeeltelijk is aangehouden vóór 1 januari 1998 de tonnage niet wordt opgenomen, voor zover deze licenties nog niet zijn overgedragen dan wel overgeschreven op één of meer andere vissersvaartuigen alsmede het segment waartoe het vissersvaartuig behoort.

  • 2 Indien na ontbinding van een samenwerkingsverband dat een vissersvaartuig in exploitatie heeft, één of meer van de deelnemers van dit samenwerkingsverband de exploitatie van dat vissersvaartuig voortzetten, kan op verzoek van alle deelnemers van het samenwerkingsverband de tenaamstelling van de licentie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden gewijzigd.

  • 3 Een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt op een bij de direkteur verkrijgbaar formulier ingediend.

Artikel 6a

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

  • 2 Het eerste lid is met ingang van 1 april 2001 van overeenkomstige toepassing op ondernemers of gemachtigden van vissersvaartuigen waarvoor uitsluitend een afnameprotocol is afgegeven.

  • 3 De ondernemer van een vissersvaartuig of diens gemachtigde doet onverwijld doch in ieder geval vóór het tijdstip van aanlanding melding van wijzigingen die zich ten aanzien van de hoofdmotor of hoofdmotoren van het desbetreffende vaartuig hebben voorgedaan ten opzichte van het bij dat vaartuig behorende afnameprotocol of zegelplan en die hem bekend waren of hem redelijkerwijs bekend hadden moeten zijn. Redelijkerwijs bekend worden in ieder geval geacht te zijn wijzigingen die kennelijk zijn opgetreden door menselijk toedoen.

  • 4 De melding, bedoeld in het tweede lid, geschiedt op een wijze als omschreven in artikel 3, vijfde lid, aanhef en onderdeel a, van de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988, aan de meldkamer van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in Kerkrade.

Artikel 6b

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

Het is verboden de visserij uit te oefenen met een vissersvaartuig waarvan het motorvermogen groter is dan het motorvermogen dat staat vermeld op de ten behoeve van dat vissersvaartuig verleende licentie.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

  • 1 De licentie is niet geldig vanaf het tijdstip dat door de minister of een controleur wordt geconstateerd dat:

    • a. het vermogen van de hoofdmotor of hoofdmotoren van het vissersvaartuig hoger is dan het in de licentie vermelde motorvermogen;

    • b. enten aanzien van de hoofdmotor of hoofdmotoren van het vissersvaartuig wijzigingen zijn opgetreden ten opzichte van het desbetreffende zegelplan of afnameprotocol, of

    • c. de tonnage van het vissersvaartuig hoger is dan de in de licentie vermelde tonnage.

  • 2 Indien de minister of een controleur een constatering doet als bedoeld in het eerste lid, verstrekt hij aan de ondernemer of diens vertegenwoordiger terstond een schriftelijke verklaring hieromtrent. In deze verklaring wordt tenminste de desbetreffende constatering alsmede de datum en het tijdstip daarvan vermeld.

  • 3 De Minister besluit de ongeldigheid van de licentie op te heffen, indien de ondernemer of diens gemachtigde hem bescheiden heeft doen toekomen waaruit te zijnen genoegen blijkt dat:

    • a. indien het betreft de situatie, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdelen a of b, het vermogen van de hoofdmotor of hoofdmotoren van dat vissersvaartuig het in de licentie vermelde motorvermogen niet overschrijdt, onderscheidenlijk er ten aanzien van de hoofdmotor of hoofdmotoren van dat vissersvaartuig geen afwijkingen zijn ten opzichte van het zegelplan of het afnameprotocol;

    • b. indien het betreft de situatie, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel c, de tonnage van het vissersvaartuig de in de licentie vermelde tonnage niet overschrijdt.

  • 4 Indien het betreft de situatie, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdelen a of b, is ten aanzien van vissersvaartuigen waarvoor een afnameprotocol is afgegeven in ieder geval ten genoegen van de Minister aangetoond dat het vermogen van de hoofdmotor of hoofdmotoren het in de licentie vermelde motorvermogen niet langer overschrijdt onderscheidenlijk dat er ten aanzien van de hoofdmotor of hoofdmotoren geen afwijkingen meer zijn ten opzichte van het afnameprotocol of het zegelplan, indien de ondernemer of diens gemachtigde de Minister een daartoe strekkende verklaring van de Scheepvaartinspectie overlegt.

Artikel 7a

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

Van een licentie toegekend voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 1471 kW dan wel van een licentie toegekend voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 1471 kW waarvan de toekenning is aangehouden, is het gedeelte dat betrekking heeft op het motorvermogen van meer dan 1471 kW niet meer geldig zodra:

Artikel 7b

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

Een licentie, toegekend ten behoeve van een vissersvaartuig waarvoor een subsidie op grond van de Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij wordt verleend, is niet meer geldig vanaf de datum waarop op grond van die regeling is beslist tot subsidieverlening.

Artikel 7c

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

  • 1 Het motorvermogen vermeld op een licentie die is toegekend voor een vissersvaartuig dat behoort tot segment 4J2, wordt met ingang van 28 juli 2000 verhoogd tot 100% maximaal continue vermogen.

  • 2 Het gedeelte van de licentie dat betrekking heeft op de verhoging, bedoeld in het eerste lid, is niet meer geldig zodra:

    • a. de licentie geheel of gedeeltelijk wordt overgedragen, tenzij de licentie wordt overgedragen tezamen met het vissersvaartuig ten behoeve waarvan de licentie is toegekend;

    • b. de licentie geheel of gedeeltelijk wordt overgeschreven op een of meer andere vissersvaartuigen.

Artikel 7d

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

Een licentie, toegekend ten behoeve van een vissersvaartuig waarvoor een subsidie op grond van de Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij 2002 wordt verleend, is niet meer geldig vanaf de datum waarop op grond van die regeling is beslist tot subsidieverlening.

Artikel 7e

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

Een licentie die is toegekend ten behoeve van een vissersvaartuig waarvoor op grond van de Regeling capaciteitsvermindering rondvisvisserij 2003 een subsidie wordt verleend, is niet meer geldig vanaf de datum waarop op grond van die regeling is beslist tot subsidieverlening.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

  • 2 Zij treedt in werking de dag van bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 27 december 1984

De

staatssecretaris

van Landbouw en Visserij, Voor deze, De

secretaris-generaal,

G.J. van Dinter

Bijlage

[Regeling vervallen per 02-01-2004]

Haring, koolvis, makreel, schelvis, wijting, tong, schol, heek, kabeljauw, sprot en zeeduivel, horsmakreel, blauwe wijting, kever.