Rijkswet van 9 januari 1985, houdende uitbreiding van de territoriale zee van het
Koninkrijk in de Nederlandse Antillen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het bijzonder voor de veiligheid
van de scheepvaart voor de kust en voor de bescherming van het zeemilieu van belang
is dat het Koninkrijk in de Nederlandse Antillen zijn territoriale zee tot twaalf
zeemijlen uitbreidt;
Dat het tevens wenselijk is ter gelegenheid van deze uitbreiding preciseringen aan
te brengen in de grens tussen de binnenwateren en de territoriale zee van het Koninkrijk
in de Nederlandse Antillen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen
zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: