Rijkswet uitbreiding territoriale zee van het Koninkrijk

Geraadpleegd op 01-11-2024.
Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Rijkswet van 9 januari 1985, houdende uitbreiding van de territoriale zee van het Koninkrijk in de Nederlandse Antillen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het bijzonder voor de veiligheid van de scheepvaart voor de kust en voor de bescherming van het zeemilieu van belang is dat het Koninkrijk in de Nederlandse Antillen zijn territoriale zee tot twaalf zeemijlen uitbreidt;

Dat het tevens wenselijk is ter gelegenheid van deze uitbreiding preciseringen aan te brengen in de grens tussen de binnenwateren en de territoriale zee van het Koninkrijk in de Nederlandse Antillen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De territoriale zee van het Koninkrijk in Aruba, Curaçao, Sint Maarten en in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt uitgebreid tot twaalf zeemijlen, met inachtneming van regels te stellen bij algemene maatregel van rijksbestuur.

Artikel 2

  • 1 Deze rijkswet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

  • 2 Deze rijkswet wordt aangehaald als: Rijkswet uitbreiding territoriale zee van het Koninkrijk.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad en het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 9 januari 1985

Beatrix

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. van den Broek

De Minister voor Nederlands-Antilliaanse zaken,

J. de Koning

Uitgegeven de eenentwintigste maart 1985

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes