Wet rampen en zware ongevallen

[Regeling vervallen per 01-10-2010.]
Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2004 en zichtdatum 01-03-2004.
Geldend van 01-09-2002 t/m 30-06-2004

Wet van 30 januari 1985, houdende regels inzake de rampenbestrijding en de voorbereiding daarop

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te geven over de rampenbestrijding en over de voorbereiding daarop,;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Begripsomschrijvingen

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b. ramp of zwaar ongeval: een gebeurtenis

    • 1°. waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad, en

    • 2°. waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.

Hoofdstuk II. Voorbereiding van de bestrijding van rampen en zware ongevallen

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Burgemeester en wethouders zijn belast met de voorbereiding van de bestrijding van rampen en zware ongevallen in de gemeente, voor zover niet bij of krachtens de wet anders is bepaald. Zij bevorderen in het bijzonder het houden van oefeningen en de totstandkoming van afspraken, die nodig zijn voor een doelmatige bestrijding van rampen en zware ongevallen.

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de bevolking, Onze commissaris in de provincie, en Onze Minister op passende wijze informatie wordt verschaft over de rampen en zware ongevallen die de bevolking en het milieu kunnen treffen, de maatregelen die zijn getroffen ter voorkoming en bestrijding van deze rampen en zware ongevallen en de bij deze rampen en zware ongevallen te volgen gedragslijn.

  • 2 Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen betrokken personen op passende wijze informatie wordt verschaft over de rampen en zware ongevallen die de bevolking en het milieu kunnen treffen, de risico’s die hun inzet kan hebben voor hun gezondheid en de voorzorgsmaatregelen die in verband daarmee zijn of zullen worden getroffen.

  • 3 Onze Minister draagt er zorg voor dat alle staten waarvan de bevolking en het milieu door rampen en zware ongevallen op Nederlands grondgebied kunnen worden getroffen, de informatie over de onderwerpen, bedoeld in het eerste lid, wordt verschaft, voor zover deze niet reeds op grond van andere voorschriften is verschaft.

  • 4 Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gegeven over de inhoud van de informatie, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, en over de wijze waarop de in die leden bedoelde taken worden uitgevoerd.

Artikel 2b

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Indien een ramp of een zwaar ongeval heeft plaatsgevonden, dragen burgemeester en wethouders van de gemeente waar de ramp of het zware ongeval zich heeft voorgedaan, zorg voor een volledige analyse van de ramp of het zware ongeval en doen zij zo nodig aanbevelingen om een soortgelijke ramp of een soortgelijk zwaar ongeval in de toekomst te voorkomen en de gevolgen ervan te beperken.

Artikel 2c

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Een ieder die beschikt over relevante veiligheidstechnische gegevens, verschaft burgemeester en wethouders, de burgemeester en het bestuur van de regionale brandweer de informatie die nodig is opdat zij hun taken in het kader van de voorbereiding van de bestrijding van rampen en zware ongevallen naar behoren kunnen uitvoeren. Dit geldt niet voor zover deze informatie reeds op grond van andere voorschriften is verschaft of kan worden verkregen.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen bevelen dat een krachtens artikel 7, derde lid, aangewezen inrichting niet in bedrijf gesteld wordt indien degene die de inrichting gaat drijven niet aan de in het eerste lid bedoelde verplichting tot informatieverstrekking heeft voldaan.

  • 3 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de informatieverschaffing, bedoeld in het eerste lid.

  • 4 Het eerste lid is niet van toepassing op gegevens waarvan de geheimhouding door het belang van de veiligheid van de staat is geboden.

§ 2. Rampenplannen

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 De gemeenteraad stelt voor het gehele gebied van de gemeente een rampenplan vast.

  • 2 In het rampenplan kan worden bepaald, dat burgemeester en wethouders volgens in het plan te geven regels het plan moeten uitwerken of binnen daarbij te bepalen grenzen het plan kunnen wijzigen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Het rampenplan dient in ieder geval te bevatten:

    • a. begripsomschrijvingen;

    • b. een overzicht van de soorten rampen en zware ongevallen die de gemeente kunnen bedreigen;

    • c. een overzicht van diensten, instanties, organisaties en individuele personen, die bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen kunnen worden betrokken;

    • d. een schema met betrekking tot de leiding over en de gecoördineerde inzet van diensten en organisaties bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen;

    • e. een intern en extern verbindings- en alarmeringsschema;

    • f. regels over de wijze waarop burgemeester en wethouders de informatie, bedoeld in artikel 2a, eerste en tweede lid, verschaffen, en over de wijze waarop de burgemeester de informatie, bedoeld in artikel 11a, eerste en tweede lid, verschaft, alsmede een plan in hoofdlijnen met betrekking tot de waarschuwing van de bevolking;

    • g. een plan in hoofdlijnen met betrekking tot maatregelen te nemen bij een verplaatsing van bevolking;

    • h. een plan in hoofdlijnen met betrekking tot de geneeskundige organisatie op het terrein waar een ramp of een zwaar ongeval heeft plaatsgevonden;

    • i. een plan in hoofdlijnen met betrekking tot de opvang en verzorging van slachtoffers;

    • j. een plan in hoofdlijnen met betrekking tot de voedselvoorziening van de bevolking;

    • k. een plan in hoofdlijnen met betrekking tot maatregelen ten behoeve van de bevoorrading van met de bestrijding van rampen en zware ongevallen belaste diensten en organisaties;

    • l. een plan in hoofdlijnen met betrekking tot het beperken van de schadelijke gevolgen;

    • m. regels over de vastlegging van gegevens met betrekking tot veroorzaakte schade;

    • n. regels over de organisatie en inrichting van een centraal registratie- en inlichtingenbureau;

    • o. regels over de verslaglegging;

    • p. een verzendlijst.

  • 2 Het rampenplan is afgestemd op calamiteitenplannen als bedoeld in artikel 69 van de Waterstaatswet 1900 die betrekking hebben op geheel of ten dele binnen de gemeentegrenzen gelegen waterstaatswerken, alsmede op plannen, vastgesteld voor het gebied van aangrenzende gemeenten en van aangrenzende gebieden in andere staten.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Het rampenplan wordt uiterlijk een maand na de vaststelling door burgemeester en wethouders aan gedeputeerde staten en, ter kennisneming, aan Onze commissaris in de provincie alsmede aan de bestuursorganen die binnen de gemeentegrenzen zijn belast met aangelegenheden betreffende de waterstaatszorg gezonden.

  • 2 Wijzigingen in het rampenplan alsmede uitwerkingen daarvan, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden uiterlijk een maand na de vaststelling aan gedeputeerde staten, en ter kennisneming, aan Onze commissaris in de provincie alsmede aan de bestuursorganen die binnen de gemeentegrenzen zijn belast met aangelegenheden betreffende de waterstaatszorg gezonden.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Gedeputeerde staten kunnen het gemeentebestuur uitnodigen het rampenplan, de uitwerkingen en wijzigingen, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, daaronder begrepen, binnen een door hen te bepalen termijn te wijzigen, indien zij van oordeel zijn dat het plan niet voldoet aan de eisen, bij de wet gesteld.

  • 2 Gedeputeerde staten plegen alvorens gebruik te maken van hun bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, overleg met het betrokken gemeentebestuur.

  • 3 Indien het gemeentebestuur geen gevolg geeft aan een uitnodiging op grond van het eerste lid, gaan gedeputeerde staten op kosten van de gemeente tot wijziging van het rampenplan over.

§ 3. Rampbestrijdingsplannen

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 De burgemeester stelt voor elke ramp of elk zwaar ongeval, waarvan de plaats, de aard en de gevolgen voorzienbaar zijn, een rampbestrijdingsplan vast, waarin het geheel van bij die ramp of dat zware ongeval te nemen maatregelen is opgenomen.

  • 2 Het rampbestrijdingsplan is afgestemd op calamiteitenplannen als bedoeld in artikel 69 van de Waterstaatswet 1900 die betrekking hebben op geheel of ten dele binnen de gemeentegrenzen gelegen waterstaatswerken, alsmede op plannen, vastgesteld voor het gebied van aangrenzende gemeenten en van aangrenzende gebieden in andere staten.

  • 3 Een rampbestrijdingsplan wordt in ieder geval vastgesteld voor bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen rampen en zware ongevallen. Bij of krachtens die maatregel worden regels gesteld omtrent:

    • a. de inhoud van het rampbestrijdingsplan;

    • b. het raadplegen van de bevolking bij het opstellen van het rampbestrijdingsplan en van belangrijke wijzigingen van dat plan;

    • c. het periodiek beproeven en actualiseren van het rampbestrijdingsplan;

    • d. de bekendmaking van een besluit, bedoeld in het vierde lid.

  • 4 De burgemeester kan op grond van de ingevolge artikel 2c verschafte informatie besluiten dat voor een inrichting die behoort tot een krachtens het derde lid aangewezen categorie geen rampbestrijdingsplan behoeft te worden vastgesteld.

  • 5 Elk rampbestrijdingsplan wordt uiterlijk een maand na de vaststelling aan Onze commissaris in de provincie gezonden. Indien het rampbestrijdingsplan voor de waterstaatszorg van belang is wordt dit eveneens gezonden aan de bestuursorganen die binnen de gemeentegrenzen zijn belast met aangelegenheden betreffende de waterstaatszorg.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Onze commissaris in de provincie kan de burgemeester, na overleg met hem, de verplichting opleggen tot het wijzigen van een vastgesteld rampbestrijdingsplan. Hij kan daarbij een termijn stellen, waarbinnen de wijziging moet zijn vastgesteld.

  • 2 Binnen zes maanden na de datum waarop het rampbestrijdingsplan hem is toegezonden, deelt Onze commissaris in de provincie de burgemeester mede of hij van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, gebruik zal maken.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Onze commissaris in de provincie kan de burgemeesters van aan elkaar grenzende gemeenten die kunnen worden getroffen door een en dezelfde ramp of een en hetzelfde zware ongeval, waarvan de plaats, de aard en de gevolgen voorzienbaar zijn, na overleg met hen, de verplichting opleggen om na onderling overleg, ieder voor zijn gemeente, een rampbestrijdingsplan vast te stellen. Hij kan daarbij een termijn stellen, waarbinnen het plan moet zijn vastgesteld.

  • 2 Indien de gemeenten, bedoeld in het eerste lid, in meer dan één provincie zijn gelegen, kan Onze Minister, na overleg met Onze betrokken commissarissen in de provinciën, de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, uitoefenen.

§ 4. Provinciale coördinatieplannen

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Onze commissaris in de provincie stelt binnen twee jaar na het inwerkingtreden van deze wet een provinciaal coördinatieplan vast. In het plan worden in ieder geval opgenomen een schema met betrekking tot de leiding over en de gecoördineerde inzet van diensten en organisaties bij de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval op provinciaal niveau, alsmede gegevens over het verzoeken en verlenen van bijstand.

  • 2 Het provinciaal coördinatieplan wordt uiterlijk een maand na de vaststelling ter kennisneming aan Onze Minister, aan de burgemeesters in de provincie alsmede aan de bestuursorganen die binnen de provinciegrenzen zijn belast met aangelegenheden betreffende de waterstaatszorg gezonden.

Hoofdstuk III. Taken en bevoegdheden bij de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 De burgemeester heeft het opperbevel in geval van een ramp of een zwaar ongeval of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Degenen die aan de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval deelnemen, staan onder zijn bevel. Hij doet zich bijstaan door een door hem samengestelde gemeentelijke rampenstaf.

  • 2 Degene die de leiding over de brandweer heeft, is tevens belast met de operationele leiding van de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval, tenzij de burgemeester een andere voorziening treft.

Artikel 11a

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 De burgemeester draagt er zorg voor dat de bevolking, Onze commissaris in de provincie, en Onze Minister op passende wijze informatie wordt verschaft over de oorsprong, de omvang en de gevolgen van een ramp die of een zwaar ongeval dat de bevolking en het milieu bedreigt of treft, alsmede over de bij deze ramp of dit zware ongeval te volgen gedragslijn.

  • 2 De burgemeester draagt er zorg voor dat de bij de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval betrokken personen op passende wijze informatie wordt verschaft over een ramp die of een zwaar ongeval dat de bevolking en het milieu bedreigt of treft, de risico’s die hun inzet bij deze ramp of dit zware ongeval heeft voor hun gezondheid en de voorzorgsmaatregelen die in verband daarmee zijn of zullen worden getroffen.

  • 3 Onze Minister draagt er zorg voor dat alle staten waarvan de bevolking en het milieu door rampen en zware ongevallen op Nederlands grondgebied worden bedreigd of getroffen, de informatie over de onderwerpen, bedoeld in het eerste lid, wordt verschaft, voor zover deze niet reeds op grond van andere voorschriften is verschaft.

  • 4 Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gegeven over de inhoud van de informatie, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, en over de wijze waarop de in die leden bedoelde taken worden uitgevoerd.

Artikel 11b

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 In geval van een ramp of een zwaar ongeval stelt een ieder die daarvan kennis draagt, de burgemeester van de gemeente waar de ramp of het zware ongeval plaatsvindt, zo spoedig mogelijk daarvan op de hoogte.

  • 2 In geval van een ramp of een zwaar ongeval verschaft een ieder die over relevante veiligheidstechnische informatie beschikt, de burgemeester van de gemeente waar de ramp of het zware ongeval plaatsvindt, de informatie die nodig is opdat hij zijn taken, bedoeld in artikel 11a, eerste en tweede lid, naar behoren kan uitvoeren. Dit geldt niet voor zover deze informatie reeds op grond van andere voorschriften is verschaft of kan worden verkregen.

  • 3 Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gegeven over de inhoud van de informatie, bedoeld in het tweede lid, alsmede over de wijze waarop de informatie wordt verschaft en welke natuurlijke personen of rechtspersonen de informatie verplicht zijn te verschaffen.

  • 4 Het tweede lid is niet van toepassing op gegevens waarvan de geheimhouding door het belang van de veiligheid van de staat is geboden.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Onze commissaris in de provincie kan in geval van een ramp of een zwaar ongeval van meer dan plaatselijke betekenis in een of meer gemeenten of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan de burgemeesters in de provincie, zoveel mogelijk na overleg met hen, de nodige aanwijzingen geven over het door hen inzake de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval te voeren beleid. Hij kan alsdan in de operationele leiding van de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval voorzien. Hij doet zich bijstaan door een door hem samengestelde provinciale rampenstaf.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Onze Minister kan in geval van een ramp of een zwaar ongeval of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, indien het algemeen belang zulks dringend eist, Onze commissaris in de provincie, zoveel mogelijk na overleg met hem, de nodige aanwijzingen geven over het door hem inzake de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval te voeren beleid.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

De burgemeesters, Onze commissarissen in de provinciën en Onze Minister verstrekken elkaar de nodige inlichtingen ten behoeve van de toepassing van de artikelen 11-13.

Artikel 14a

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Indien bij of krachtens de wet aan een van Onze Ministers de bevoegdheid is gegeven bij een ramp of een zwaar ongeval regels te stellen of maatregelen te treffen, maakt hij van deze bevoegdheid geen gebruik dan na overleg met Onze Minister, tenzij de vereiste spoed zich daartegen verzet.

Hoofdstuk IV. Bijstand

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Behoeft een burgemeester in geval van een ramp of een zwaar ongeval of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan bijstand van provinciale diensten, dan richt hij een verzoek daartoe aan Onze commissaris in de provincie.

  • 2 Onze commissaris in de provincie voldoet aan het verzoek, tenzij dringende redenen zich daartegen verzetten.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Indien Onze commissaris in de provincie niet kan voldoen aan een verzoek, als bedoeld in artikel 15, richt hij zich tot Onze Minister met het verzoek om bijstand van provinciale diensten uit andere provincies.

  • 2 Onze Minister beslist op het verzoek na overleg met Onze betrokken commissarissen in de provincies. Onze betrokken commissarissen in de provincies treffen de nodige voorzieningen.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Behoeft een burgemeester in geval van een ramp of een zwaar ongeval of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan bijstand van rijksdiensten, dan richt hij een verzoek daartoe aan Onze commissaris in de provincie, die zich ter zake wendt tot Onze Minister.

  • 2 Onze Minister richt zich ter zake tot Onze betrokken Minister, die de nodige voorzieningen treft, tenzij dringende redenen zich daartegen verzetten.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

In bijzondere gevallen kan Onze commissaris in de provincie een verzoek tot bijstand van militairen richten aan Onze Minister. Deze wendt zich ter zake tot Onze Minister van Defensie, die de nodige voorzieningen treft, tenzij dringende redenen zich daartegen verzetten.

Hoofdstuk V. Bijzondere bepalingen met betrekking tot de bestrijding van rampen en zware ongevallen in buitengewone omstandigheden alsmede de voorbereiding daarop

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

§ 1. Voorbereiding

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Onze commissaris in de provincie kan burgemeester en wethouders aanwijzingen geven over gezamenlijke oefeningen van gemeenten, die tezamen een gemeenschappelijke regeling inzake de brandweer zijn aangegaan, met het oog op de bestrijding van rampen en zware ongevallen in buitengewone omstandigheden.

  • 2 Onze commissaris in de provincie kan burgemeester en wethouders opdragen oefeningen, als bedoeld in het eerste lid, te houden, indien deze naar zijn oordeel in onvoldoende mate worden gehouden.

  • 3 Onze Minister kan Onze commissaris in de provincie opdragen aanwijzingen en opdrachten, als bedoeld in het eerste en tweede lid, te geven voorzover het oefeningen betreft van gemeenten die in meer dan één provincie zijn gelegen.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Onze Minister stelt de eisen vast, waaraan rampenplannen en provinciale coördinatieplannen, als bedoeld in hoofdstuk II van deze wet, moeten voldoen met het oog op de bestrijding van rampen en zware ongevallen in buitengewone omstandigheden.

§ 2. Bevoegdheden

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 2 Wanneer het in het eerste lid bedoelde besluit is genomen, wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer gezonden omtrent het voortduren van de werking van de bij dat besluit in werking gestelde bepalingen.

  • 3 Wordt het voorstel van wet door de Staten-Generaal verworpen, dan worden bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de bepalingen die ingevolge het eerste lid in werking zijn gesteld, onverwijld buiten werking gesteld.

  • 4 Bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, worden bepalingen die ingevolge het eerste lid in werking zijn gesteld, buiten werking gesteld, zodra de omstandigheden dit naar Ons oordeel toelaten.

  • 5 Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt op de daarin te bepalen wijze bekendgemaakt. Het treedt in werking terstond na de bekendmaking.

  • 6 Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt in ieder geval geplaatst in het Staatsblad.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Onze commissaris in de provincie kan de burgemeesters in de provincie de nodige aanwijzingen geven inzake de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval.

  • 2 Onze Minister kan Onze commissaris in de provincie opdragen aan de burgemeesters in de provincie de nodige aanwijzingen te geven inzake de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Onze Minister kan, indien het algemeen belang zulks dringend eist, voorzien in de uitoefening van bevoegdheden van Onze commissaris in de provincie en van de burgemeester op grond van deze wet, door die uitoefening geheel of ten dele aan zich te trekken dan wel daarmee geheel of ten dele een andere autoriteit te belasten.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Onze commissaris in de provincie, de burgemeester en de door hen of door Onze Minister aangewezen personen hebben toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is. Zo nodig verschaffen zij zich de toegang met behulp van de sterke arm.

Hoofdstuk VI. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 In de kosten die voor de gemeenten voortvloeien uit de daadwerkelijke bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval en de gevolgen daarvan, kan uit ’s Rijks kas een bijdrage worden verleend.

  • 2 In de kosten die voortvloeien uit het verlenen van bijstand als bedoeld in artikel 3 van de op 14 november 1984 te Den Haag tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake wederzijdse bijstandsverlening bij het bestrijden van rampen en ongevallen (Trb. 1984, 155) en van de op 7 juni 1988 te Bonn tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake wederzijdse bijstandsverlening bij het bestrijden van rampen, zware ongevallen daaronder begrepen (Trb. 1988, 95), kan door Onze Minister aan de bij de bestrijding betrokken provincies, gemeenten, organisaties en diensten een bijdrage worden verleend.

  • 3 Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het bepaalde in het eerste en tweede lid.

Artikel 25a

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Burgemeester en wethouders stellen de krachtens artikel 2c verschafte gegevens ten behoeve van de vaststelling van de in artikel 7, derde lid, bedoelde rampbestrijdingsplannen uit eigen beweging ter beschikking van het publiek. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen terzake regels worden gesteld.

Artikel 25b

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens artikel 2c bepaalde ten aanzien van krachtens artikel 7, derde lid, aangewezen inrichtingen zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders binnen hun ambtsgebied aangewezen ambtenaren. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over dit toezicht.

Artikel 25c

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van het bij of krachtens artikel 2c bepaalde ten aanzien van krachtens artikel 7, derde lid, aangewezen inrichtingen, tot welke bevoegdheid mede behoort het stilleggen of gedeeltelijk buiten werking stellen of verzegelen van de inrichting dan wel het verzegelen of verwijderen van hetgeen zich in de inrichting bevindt.

Artikel 26

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

Handelen in strijd met de artikelen 2c, eerste lid, en 11b, tweede lid, is een strafbaar feit voor zover dat handelen in de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 2c, derde lid, onderscheidenlijk artikel 11b, derde lid, is aangeduid als strafbaar feit.

Artikel 27

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 De Wet rampenplannen (Stb. 1981, 384) wordt ingetrokken.

  • 2 Plannen, vastgesteld op grond van de Wet rampenplannen, worden geacht plannen te zijn, vastgesteld krachtens deze wet, met dien verstande dat zij met inachtneming van het bepaalde in deze wet opnieuw dienen te zijn vastgesteld vier jaren na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.

Artikel 28

[Regeling vervallen per 01-10-2010]

  • 1 Deze wet wordt aangehaald als: Wet rampen en zware ongevallen.

  • 2 Zij treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden gesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage , 30 januari 1985

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

Van Amelsvoort

Uitgegeven de zesentwintigste februari 1985

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes