Besluit van 5 juni 1985, houdende Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij van 15 april 1985,
Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, no. J. 2430;
Overwegende dat het wenselijk is mede ter uitvoering van verordening (EEG) no. 3626/82
van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 december 1982 (Pb EG L384), een herzien Reglement minimummaten en gesloten tijden vast te stellen;
Gelet op de artikelen 2a, 4, 9 en 16 van de Visserijwet 1963 (Stb. 312);
Gehoord het Produktschap voor Vis en Visprodukten, het Visserijschap, het Bedrijfschap
voor de Groothandel in Vis en Aanverwante Bedrijven, de Nederlandse Vereniging voor
Sportvissersfederaties, het Centraal Nederlands Hengelaarsverbond en de Voorlopige
Adviesraad voor de Binnenvisserij;
De Raad van State gehoord (advies van 30 mei 1985, no. W.11.85.0214/06.05.22);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij van 31 mei
1985 no. J3589, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: