Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985

Geraadpleegd op 12-01-2025. Gebruikte datum 'geldig op' 04-07-2015 en zichtdatum 04-07-2015.
Geldend van 01-10-2012 t/m heden

Artikel 1

  • 2 Vis van de soorten waarvoor ingevolge het eerste lid een afmeting is bepaald wordt onmiddellijk nadat deze is opgehaald weer in hetzelfde water teruggezet, indien de vis, gemeten vanaf de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin, niet tenminste de daarvoor bepaalde afmeting heeft.

Artikel 2

  • 2 Vis van de soorten waarvoor ingevolge het eerste lid een tijdvak is bepaald wordt onmiddellijk nadat deze is opgehaald weer in hetzelfde water teruggezet, indien de vis tijdens dit tijdvak is gevangen.

Artikel 3

Het is verboden vis voorhanden of in voorraad te hebben, aan te voeren, te vervoeren, te koop aan te bieden, te vervreemden, af te leveren, te bewerken of te verwerken indien:

  • a. behorende tot de soorten bedoeld in artikel 1, tweede lid, of in artikel 1, derde lid, bedoelde vissen, deze, gemeten van de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin, niet ten minste de achter de desbetreffende soort vermelde maat heeft;

  • b. behorende tot de soorten bedoeld in artikel 2, in het bij de desbetreffende soort vermelde tijdvak, uitgezonderd de eerste zes dagen daarvan tenzij als tijdvak het gehele jaar is vastgesteld.

Artikel 4

Het is verboden gerookte aal, welke, gemeten van de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin, kleiner is dan 25 cm, voorhanden of in voorraad te hebben, te vervoeren, te koop aan te bieden, te vervreemden, af te leveren, te bewerken of te verwerken.

Artikel 5

Het is verboden op of in de nabijheid van enig water vis behorende tot de in artikel 1, tweede lid, bedoelde soorten of in artikel 1, derde lid, bedoelde vissen voorhanden of in voorraad te hebben, indien deze vis in zodanige toestand is gebracht, dat daardoor de vaststelling van de maat wordt bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt.

Artikel 6

Degenen die gerechtigd zijn de aaldogger- en aalhoekwantvisserij uit te oefenen, is het in afwijking van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 1, 2 en 3, toegestaan baars met een lengte, gemeten van de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin, kleiner dan 15 cm, in het tijdvak van 1 maart tot en met 31 oktober tot een hoeveelheid van ten hoogste 5 kg te behouden, voorhanden of in voorraad te hebben en te vervoeren, voorzover aannemelijk is dat deze als lokaas zal worden gebruikt.

Artikel 7

Degenen die gerechtigd zijn tot het vissen met de hengel, is het, tenzij het vissen in het IJsselmeer plaatsvindt, in afwijking van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 1, 2 en 3, toegestaan:

  • a. baars, kleiner dan de krachtens artikel 1 voor die vissoort vastgestelde lengte, voorhanden te hebben onder de voorwaarde dat de vissen levend worden bewaard in een leefnet of een emmer en in hetzelfde water worden teruggezet;

  • b. ten hoogste 20 stuks dode baars, kleiner dan de krachtens artikel 1 voor die vissoort vastgestelde lengte, voorhanden of in voorraad te hebben en te vervoeren, voor zover aannemelijk is dat deze als aasvis zal worden gebruikt.

Artikel 8

In afwijking van het bepaalde in artikel 3, aanhef en onderdeel b, is het toegestaan na de zesde dag na de aanvang van de gesloten tijd vis van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde soorten, welke op die dag opgeslagen is in een vrieshuis dat voldoet aan de eisen van sectie VIII, hoofdstuk III, onderdeel B, van bijlage III van verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PBEG 2004, L 139):

  • a. in dat vrieshuis voorhanden of in voorraad te hebben;

  • b. naar een werkplaats tot het verwerken of bewerken van vis of een daartoe behorende inrichting te vervoeren, aldaar voorhanden of in voorraad te hebben, te bewerken of te verwerken;

  • c. nadien te vervoeren.

Artikel 9

De artikelen 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing op vis waarvan wordt aangetoond dat deze:

  • a. afkomstig is uit een viskwekerij als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel h, van richtlijn nr. 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006, betreffende veterinairrechtelijke voorschriften van aquacultuurdieren en de producten daarvan betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (PbEG 2006, L 328), of

  • b. is geïmporteerd.

Artikel 11

Onze Minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van de bepalingen bij of krachtens dit besluit.

Artikel 12

Aan vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden. Zij kunnen onder beperkingen worden verleend. Zij kunnen te allen tijde worden ingetrokken.

Artikel 15

Het Reglement minimummaten en gesloten tijden 1970 (Stb. 178) wordt ingetrokken.

Artikel 16

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 17

Dit besluit kan worden aangehaald als "Reglement minimummaten en gesloten tijden", met vermelding van het jaartal van het Staatsblad, waarin het zal worden geplaatst.