Beschikking overgangsmaatregelen N.L.O.'s 1985

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 29-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2015 en zichtdatum 27-12-2024.
Geldend van 21-07-1985 t/m 31-12-2012

Beschikking overgangsmaatregelen N.L.O.'s 1985

De minister van Onderwijs en Wetenschappen,

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Experimentenwet onderwijs (Stb. 1970, 370);

De Onderwijsraad gehoord (advies van 20 juni 1985, nr. O.R.5/280 T),

Besluit:

Hoofdstuk 1. Wijziging bekostigingsbeschikkingen nieuwe lerarenopleidingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

In de beschikkingen van de minister van Onderwijs en Wetenschappen van 25 juli 1975, nrs. WJZ 75083, WJZ 75084, WJZ 75085, WJZ 75086, WJZ 75087, WJZ 75088 en WJZ 75089, en van 21 juli 1980, nrs. WJZ 1155/5840, WJZ 1156/5840 en WJZ 1157/5840, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

[Red: Wijzigt de beschikkingen van de minister van Onderwijs en Wetenschappen van 25 juli 1975, nrs. WJZ 75083, WJZ 75084, WJZ 75085, WJZ 75086, WJZ 75087, WJZ 75088 en WJZ 75089, en van 21 juli 1980, nrs. WJZ 1155/5840, WJZ 1156/5840 en WJZ 1157/5840.]

Hoofdstuk II. Overgangsmaatregelen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Paragraaf A. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel A1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 2 In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    a. belanghebbende:

    de directeur, de adjunct-directeur, de hoofddocent en de docent die op 31 maart 1985 aan een nieuwe lerarenopleiding is verbonden en op 1 april 1985 aan een nieuwe lerarenopleiding verbonden blijft;

    b. schaalsalaris:

    een bedrag in een schaal dat behoort bij een normbetrekking.

Artikel A2. Uitsluiting

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Het bepaalde in de overige artikelen van dit hoofdstuk is met van toepassing ten aanzien van de belanghebbende wiens betrekking op zijn verzoek op 31 maart 1985 wordt beëindigd en die aansluitend wordt belast met een functie waarbij een maximumsalaris behoort dat lager is dan het maximumsalaris dat behoort bij de functie die hem op grond van het bepaalde in artikel B1 zou kunnen worden toebedeeld. De belanghebbende wordt in dat geval voor de toepassing van het bepaalde in de hoofdstukken I-P, I-Q of I-R van het rechtspositiebesluit onderwijspersoneel aangemerkt als belanghebbende die met ingang van 1 april 1985 in dienst treedt.

Artikel A3. Loonpeil

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De aan de hand van dit hoofdstuk uit te voeren berekeningen geschieden op basis van het loonpeil dat geldt op 31 maart 1985.

Artikel A4. Verlof

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Indien de belanghebbende op 31 maart 1985 verlof genoot volgens overeenkomstige toepassing van het bepaalde in een of meer van de hoofdstukken I-C, I-D of I-E van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel, worden uitsluitend voor de toepassing van dit hoofdstuk dit verlof, alsmede de daarmee eventuele samenhangende vermindering van de bezoldiging buiten beschouwing gelaten.

Artikel A5. Anticumulatie

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Ten aanzien van de belanghebbende op wiens bezoldiging op 31 maart 1985 in verband met andere door hem genoten inkomsten een anticumulatie als bedoeld in het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel zoals dat op die datum luidde, werd toegepast, wordt die anticomulatie voor de toepassing van het bepaalde in dit hoofdstuk buiten beschouwing gelaten.

Paragraaf B. Functies en inpassing per 1 april 1985

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel B1. Functietoedeling

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Aan de belanghebbende wordt per 1 april 1985 een functie toebedeeld volgens het bepaalde in de volgende leden.

  • 2 Als directeur blijft benoemd degene die op 31 maart 1985 reeds als zodanig aan een nieuwe lerarenopleiding was verbonden.

  • 3 Als adjunct-directeur blijft benoemd degene die op 31 maart 1985 reeds als zodanig aan een nieuwe lerarenopleiding was verbonden.

  • 4 Een van de adjunct-directeuren die op 31 maart 1985 waren aangewezen om de directeur bij afwezigheid te vervangen, wordt op 1 april 1985 tevens benoemd tot plaatsvervangend directeur.

  • 5 Tot leraar wordt benoemd de belanghebbende die op 31 maart 1985 als hoofddocent aan een nieuwe lerarenopleiding was verbonden.

  • 6 Tot leraar wordt benoemd de belanghebbende die op 31 maart 1985 als docent aan een nieuwe lerarenopleiding was verbonden.

  • 7 Aan een nieuwe lerarenopleiding worden de functies voor zover deze op grond van het bepaalde in artikel I-R553 van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel beschikbaar zijn per werkverband aan leraren toebedeeld in de omgekeerde volgorde van de afvloeiingsregeling op basis van de geldende bevoegdheidsvoorschriften.

  • 8 Dit artikel is niet van toepassing op de belanghebbende voor zover hij op 31 maart 1985 is belast met de waarneming van een afwezige belanghebbende.

Artikel B2. Taakomvang per 1 april 1985

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Voor de belanghebbende die tot directeur, tot adjunct-directeur of tot leraar wordt benoemd, wordt met ingang van 1 april 1985 een taakomvang vastgesteld gelijk aan de taakomvang waarmee hij op 31 maart 1985 was belast, dan wel, indien deze groter is, de hem op 31 maart 1985 gegarandeerde taakomvang.

  • 2 De taakomvang van de belanghebbende wordt uitgedrukt in een normbetrekking of een gedeelte daarvan. Deze taakomvang wordt vermeld in de akte van benoeming.

  • 3 Indien aan de belanghebbende op 31 maart 1985 een normbetrekking of een gedeelte daarvan is opgedragen welke niet in aanmerking kan worden gebracht voor garantie als bedoeld in de brief van de minister van Onderwijs en Wetenschappen van 9 februari 1982, kenmerk DI/SC/P/A-112.525, wordt met ingang van 1 april 1985 in de akte van benoeming aangegeven dat een daarmee overeenkomend deel van de taakomvang valt buiten het bepaalde krachtens artikel I-R553, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel. Het in de vorige volzin bedoelde deel van de taakomvang wordt aangemerkt als persoonsgebonden taakomvang als bedoeld in artikel I-R555 van bovenvermeld besluit.

Artikel B3. Inpassing per 1 april 1985

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Voor de belanghebbende wordt op 1 april 1985 een schaalsalaris vastgesteld in het carrièrepatroon van de functie waarin hij wordt benoemd volgens het bepaalde in hoofdstuk I-Q dan wel I-R van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel dat gelijk is aan het salaris bij een normbetrekking dat voor hem op 31 maart 1985 gold.

Artikel B4. Inpassing leraar

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Het salaris bij een normbetrekking, bedoeld in artikel B3, van de belanghebbende die wordt benoemd als leraar, bedoeld in artikel B1, vijfde of zesde lid, wordt bepaald op het salaris bij een normbetrekking volgens de schaal en het salarisnummer die voor de belanghebbende op 31 maart 1985 in aanmerking werden genomen. Daarbij blijft een tijdelijke salarisverhoging ten gevolge van waarneming van een wegens ziekte of anderszins afwezige hoofddocent buiten beschouwing.

Artikel B5. Inpassing adjunct-directeur

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Voor de belanghebbende die wordt benoemd tot adjunct-directeur als bedoeld in artikel B1, derde of vierde lid, is het bepaalde in artikel B4, eerste volzin, van overeenkomstige toepassing.

Artikel B6 . Inpassing directeur

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Voor de belanghebbende die wordt benoemd tot directeur als bedoeld in artikel B1, tweede lid, is het bepaalde in artikel B4, eerste volzin, van overeenkomstige toepassing.

Artikel B7. Inpassing bij waarneming

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Voor de belanghebbende, bedoeld in artikel B1, zesde lid, die op 31 maart 1985 en 1 april 1985 belast is met de waarneming van een wegens ziekte of anderszins afwezige hoofddocent onderscheidenlijk leraar met de titel hoofddocent, en wiens salaris bij een normbetrekking op 31 maart 1985 hoger is dan dat salaris zonder de waarneming, wordt tevens een inpassing toegepast als bedoeld in artikel B3 met inbegrip van de salarisverhoging vanwege de waarneming. Deze hogere inpassing wordt slechts voor de vaststelling van het schaalsalaris op en na 1 april 1985 toegepast zolang de betreffende waarneming voortduurt, met dien verstande dat deze toepassing tot uiterlijk 1 augustus 1985 kan plaatsvinden.

Artikel B8. Inpassing boven maximumsalaris

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Indien het salaris van een belanghebbende bij een normbetrekking op 31 maart 1985, berekend volgens het bepaalde in de artikelen B4, B5 en B6, hoger is dan het maximum van de bij zijn functie behorende maximumschaal, geschiedt de inpassing op het schaalsalaris dat gelijk is aan zijn salaris bij een normbetrekking op 31 maart 1985, en wel in de laagste schaal waarvan het maximum gelijk is aan of hoger is dan het salaris bij een normbetrekking.

Artikel B9. Roosterwijziging

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Met ingang van 1 april 1985 worden geen wijzigingen in de lesrooster ingevoerd welke uitsluitend zouden zijn veroorzaakt door de inwerkingtreding van dit hoofdstuk en de invoering van de hoofdstukken I-P, I-Q, I-R, V-P, V-Q en V-R van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel

Paragraaf C. 15-Jaarsgarantie vanaf 1 april 1985

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel C1. Vaststelling salarisuitzicht

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 2 Bij de toepassing van deze paragraaf blijft behoudens bij de bepaling van het minimum uitricht, bedoeld in artikel C5, buiten beschouwing het overgangsrecht als omschreven in artikel 2 van de beschikking van de minister van Onderwijs en Wetenschappen van 23 juli 1981, kenmerk D1/AB 143.923.

  • 3 Met de belanghebbende, bedoeld in het eerste lid, voor zover het bepaalde in artikel C7 zulks aangeeft, wordt gelijkgesteld degene die op 31 maart 1985 een ontslaguitkering genoot.

  • 4 Het in het eerste lid bedoelde uitzicht wordt uitgedrukt in het nummer van de laagste schaal waarvan het maximum gelijk is aan of hoger dan het schaalsalaris waarop uitzicht wordt gegeven, en het salarisnummer binnen die schaal waarbij dit schaalsalaris is vermeld.

Artikel C2. Vaststelling salarisuitzicht zittende leraar

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Voor de belanghebbende, bedoeld in artikel B1, vijfde lid, wordt een uitzicht als bedoeld in artikel C1 vastgesteld, op het salarisniveau volgens schaal 12 bij salarisnummer 7 als bedoeld in bijlage 1A van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel.

    Voor de belanghebbende, bedoeld in artikel B1, zesde lid, wordt, indien zijn salaris op 31 maart 1985 werd berekend volgens schaal 7, 8, 9, 10 of 11 als bedoeld in bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, en daarbij in de bijlage bedoeld in artikel 22 van de bekostigingsbeschikkingen voor de nieuwe lerarenopleidingen zoals die op 31 maart 1985 luidde, als maximum salarisniveau voor betrokkene schaal 11 salarisancienniteit 6 was voorgeschreven, een uitzicht als bedoeld in artikel C1 vastgesteld bij een salarisbedrag op 31 maart 1985 als in kolom A van schema 1 is genoemd op het salarisniveau dat daarnaast in kolom B is aangeduid.

    Voor de belanghebbende, bedoeld in artikel B1, zesde lid, wordt, indien zijn salaris op 31 maart 1985 werd berekend volgens schaal 8, 9, 10 of 11 als bedoeld in bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, en daarbij in de bijlage bedoeld in artikel 22 van de bekostigingsbeschikkingen voor de nieuwe lerarenopleidingen zoals die op 31 maart 1985 luidde, als maximum salarisniveau voor betrokkene schaal 11 ancienniteit 8 was voorgeschreven, een uitzicht als bedoeld in artikel C1 vastgesteld bij een salarisbedrag op 31 maart 1985 als in kolom C van schema I is genoemd op het salarisniveau dat daarnaast in kolom D is aangeduid.

    Voor de belanghebbende, bedoeld in artikel B1, zesde lid, wordt, indien zijn salaris op 31 maart 1985 werd berekend volgens schaal 12 als bedoeld in bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 dan wel met als eindschaal schaal 12 volgens schaal 10 of schaal 11 van die bijlage werd berekend, een uitzicht als bedoeld in artikel C1 vastgesteld bij een salarisbedrag op 31 maart 1985 als in kolom E van schema III is genoemd op het salarisniveau dat daarnaast in kolom F is aangeduid.

  • 2 Voor de belanghebbende, bedoeld in het eerste lid wordt, indien hij voor het vak of de vakken die hij aan de nieuwe lerarenopleiding verzorgt beschikt over een bewijs van bekwaamheid, dan wel, indien het het vak godsdienst betreft, beschikt over een getuigschrift, op basis waarvan hij, indien hij op 31 maart 1985 als leraar verbonden zou zijn aan enige school voor voortgezet onderwijs, bezoldigd zou worden volgens een 1-schaal, tevens een uitzicht vastgesteld op het in kolom B van schema IV genoemde salarisniveau bij de in kolom A vermelde leeftijd die betrokkene op 28 februari 1985 had.

Artikel C3. Vaststelling salarisuitzicht zittende adjunct-directeur

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Voor de belanghebbende, bedoeld in artikel B1, derde en vierde lid, wordt een uitzicht als bedoeld in artikel C1 vastgesteld op het salarisniveau volgens schaal 14 bij salarisnummer 8 als bedoeld in bijlage 1A van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel.

Artikel C4. Vaststelling salarisuitzicht zittende directeur

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Voor de belanghebbende, bedoeld in artikel B1, tweede lid, wordt een uitzicht als bedoeld in artikel C1 vastgesteld op het salarisniveau volgens schaal 16 bij salarisnummer 7 als bedoeld in bijlage 1A van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel.

Artikel C5. Minimum uitzicht

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Voor de belanghebbende, voor wie volgens het bepaalde in de artikelen C1 en C2 een uitzicht zou moeten worden vastgesteld dat lager is dan het schaalsalaris dat voor hem per 1 april 1985 met toepassing van het bepaalde in paragraaf B is berekend, wordt tevens een uitzicht vastgesteld op het laatstbedoelde salarisniveau dat uitsluitend van toepassing is aan een nieuwe lerarenopleiding zolang de belanghebbende zonder een onderbreking van langer dan 2 maanden als zodanig in dienst blijft bij een nieuwe lerarenopleiding in een functie als leraar met een maximumschaal die ten minste gelijk is aan die welke voor hem geldt in de functie waarin hij op 1 april 1985 benoemd is.

Artikel C6. Afgifte verklaring

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De belanghebbende ontvangt binnen twee jaar na 1 april 1985, doch uiterlijk op de datum waarop hij wordt ontslagen, een door het bevoegd gezag opgestelde en door de minister van Onderwijs en Wetenschappen gewaarmerkte verklaring waarin het volgens dit hoofdstuk vastgestelde uitzicht gedetailleerd is aangegeven. De hier bedoelde verklaring wordt slechts eenmaal verstrekt.

Artikel C7. Uitkeringsgenietenden

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Voor degene die op 31 maart 1985 in het genot was van een ontslaguitkering als bedoeld in hoofdstuk 1-H van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel, wordt een uitzicht vastgesteld indien hij voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a. het ontslag terzake waarvan hij een ontslaguitkering geniet is hem verleend op of na 1 augustus 1983;

    • b. het ontslag is verleend uit een betrekking als directeur, adjunct-directeur, hoofddocent of docent aan een nieuwe lerarenopleiding als bedoeld in artikel A1, tweede lid onder a;

    • c. de desbetreffende aanspraak op een ontslaguitkering is na de dag waarop het recht daarop is ingegaan zonder wezenlijke onderbreking blijven bestaan, waarbij een onderbreking van twee maanden of minder niet als een wezenlijke onderbreking wordt aangemerkt.

      Het uitzicht wordt vastgesteld op de wijze als in artikel C2, eerste lid, is aangegeven met dien verstande dat in dit artikel in plaats van het in de kolommen A, C onderscheidenlijk E van dat artikellid vermelde salarisbedrag op 31 maart 1985 wordt gelezen: het salarisbedrag volgens de schaal en het salarisnummer op basis waarvan de desbetreffende ontslaguitkering is berekend.

  • 2 Ten aanzien van degene die op 31 maart 1985 als directeur, adjunct-directeur, hoofddocent of docent in dienst was bij een nieuwe lerarenopleiding en aan wie met ingang van 1 april 1985 terzake van ontslag uit die betrekking een uitkering als bedoeld in hoofdstuk 1-H van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel is toegekend, is het bepaalde in het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

  • 3 In afwijking van het bepaalde in artikel C6 wordt de verklaring, bedoeld in dit artikel, afgegeven door de minister van Onderwijs en Wetenschappen. Het bepaalde in artikel C6 is overigens van overeenkomstige toepassing.

Artikel C8. Model van de verklaring

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De verklaring, bedoeld in deze paragraaf, heeft het model zoals is opgenomen in bijlage II bij deze beschikking.

Hoofdstuk III. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 1. Uitvoering hoofdstuk II

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De minister van Onderwijs en Wetenschappen geeft nadere regels voor de uitvoering van het bepaalde in hoofdstuk II van deze beschikking.

Artikel 2. Billijkheidsbepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

In gevallen waarin het bepaalde in hoofdstuk II van deze beschikking niet of niet naar billijkheid voorziet, beslist de minister van Onderwijs en Wetenschappen.

Artikel 3. Citeertitel hoofdstuk II

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Het bepaalde in hoofdstuk II van deze beschikking kan worden aangehaald als Beschikking overgangsmaatregelen N.L.O.'s 1985.

Artikel 4. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Deze beschikking treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publikatie in de Nederlandse Staatscourant, en werkt terug tot en met 1 april 1985.

  • 2 Van deze beschikking wordt afschrift gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

Zoetermeer, 17 juli 1985

De

minister

van onderwijs en wetenschappen,

W. J. Deetman

Schema I

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Kolom A

Kolom B

op 31-03-1985 salarisbedrag bij

maximum salaris op of na 01-04-1985 volgens

BBRA-schaal

salaris nummer

RPB/O schaal

salaris nummer

7

9

11

6

7

10

11

6

8

5

11

6

8

6

11

6

8

7

11

6

8

8

11

6

8

9

11

6

8

10

11

6

9

5

11

6

9

6

11

6

9

7

11

6

9

8

11

6

10

10

11

6

10

11

11

6

10

12

11

6

11

6

11

6

Schema II

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Kolom C

Kolom D

op 31-03-1985 salarisbedrag bij

maximum salaris op of na 01-04-1985 volgens

BBRA-schaal

salaris nummer

RPB/O schaal

salaris nummer

8

9

11

6

8

10

11

7

8

5

11

8

8

6

11

8

8

7

11

8

8

8

11

8

8

9

11

8

8

10

11

8

9

5

11

8

9

6

11

8

9

7

11

8

9

8

11

8

10

10

11

8

10

11

11

8

10

12

11

8

11

6

11

8

11

7

11

8

11

8

11

8

Schema III

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Kolom E

Kolom F

op 31-03-1985 salarisbedrag bij

maximum salaris op of na 01-04-1985 volgens

BBRA-schaal

salaris nummer

RPB/O schaal

salaris nummer

10

3

12

3

10

4

12

4

10

5

12

5

10

6

12

6

10

7

12

7

10

8

12

7

10

9

12

7

10

10

12

7

10

11

12

7

10

12

12

7

11

6

12

7

11

7

12

7

11

8

12

7

11

9

12

7

11

10

12

7

12

3

12

7

12

4

12

7

12

5

12

7

12

6

12

7

12

7

12

7

Schema IV

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Kolom A

Kolom B

leeftijd in jaren op 28-02-1985

maximum salaris op of na 01-04-1985 volgens

RPB/O schaal

salaris nummer

24

10

9

25

10

10

26

10

11

27

10

11

28

10

12

29

11

5

30

11

6

31

11

7

32 of ouder

11

7