Besluit geluidproduktie bromfietsen

[Regeling vervallen per 01-01-2016.]
Geraadpleegd op 30-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 22-07-2007 en zichtdatum 18-12-2024.
Geldend van 01-01-2007 t/m 30-04-2009

Besluit van 15 augustus 1985, houdende uitvoering van artikel 2 en andere van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99) met betrekking tot de geluidproduktie van bromfietsen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 januari 1985, MJZ 2515019, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 2, 4, 6 en 147a van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99);

Gehoord de Centrale Raad voor de Milieuhygiëne (advies van 7 juni 1982, no. 451);

De Raad van State gehoord (advies van 22 april 1985, no. W08.85.0053/21.5.16.);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer a.i. van 7 augustus 1985, nr. MJZ 0785025, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk II. Verbodsbepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Het is verboden bromfietsen te vervaardigen, in te voeren, in voorraad te hebben, te koop aan te bieden, af te leveren of te vervoeren, die niet behoren tot een type dat:

  • a. hetzij is goedgekeurd bij een keuring, door de Dienst Wegverkeer of een andere door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen instantie verricht aan de hand van de krachtens artikel 4 vastgestelde voorschriften;

  • b. hetzij blijkens een typegoedkeuringsverklaring als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van richtlijn nr. 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 maart 2002 (PbEG L 124) betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen en de intrekking van richtlijn nr. 92/61/EEG van de Raad voldoet aan de voorschriften van hoofdstuk 9 van richtlijn nr. 97/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1997 betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen (PbEG L 226).

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Het in artikel 2 bepaalde geldt niet indien de handelingen geschieden met het oog op het buiten Nederland in de handel brengen van bromfietsen.

  • 2 Het in artikel 2 bepaalde geldt voorts niet ten aanzien van bromfietsen:

    • a. die zich in het kader van bedrijfsmatige vervaardiging nog bevinden in het stadium van beproeving of onderzoek;

    • b. die dienen als monster bij een ingevolge dit besluit te verrichten keuring;

    • c. waarmee blijkens een voor de bromfiets ingevolge hoofdstuk 7 van het Voertuigreglement afgegeven ontheffing uitsluitend op de weg mag worden gereden om te worden tentoongesteld of om aan overeenkomstige manifestaties te kunnen deelnemen;

    • d. die hebben behoord tot een type als bedoeld in artikel 2 en als bromfiets in gebruik zijn geweest, maar die door reparaties of door vervanging van onderdelen niet langer tot dat type behoren, mits de verschillen met het oorspronkelijke type niet tot een hogere geluidproduktie leiden dan die welke bij de typegoedkeuring werd vastgesteld;

    • e. waarvoor door of vanwege Onze Ministers ontheffing is verleend. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Hoofdstuk III. Typekeuring

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Onze Ministers stellen de voorschriften vast, aan de hand waarvan de in artikel 2, onder a, bedoelde keuring wordt verricht.

    Deze voorschriften hebben betrekking op de eigenschappen of onderdelen van bromfietsen die bepalend zijn voor de geluidproduktie van deze bromfietsen, alsmede op het keuringsproces.

Hoofdstuk VI. Wijziging keuringsvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

In geval van wijziging van de keuringsvoorschriften als bedoeld in artikel 4 die ten grondslag hebben gelegen aan een goedkeuring als bedoeld in artikel 2, onder a en onder b, kunnen Onze Ministers in hun regeling tot wijziging van die voorschriften bepalen, dat bij het verstrijken van een daarbij te stellen termijn die goedkeuring ophoudt te gelden.

Hoofdstuk VII. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Met betrekking tot bromfietsen die voor het in werking treden van dit besluit in Nederland voor het gebruik op de weg waren toegelaten, geldt artikel 2 slechts voor wat betreft het verbod om te vervaardigen of in te voeren, en wel vanaf een jaar na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 2 Voor bromfietsen als bedoeld in het eerste lid geldt het verbod om in te voeren van voor het in werking treden van dit besluit vervaardigde bromfietsen niet.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Bromfietsen als bedoeld in artikel 11, eerste lid, waarvoor een goedkeuring is verkregen op grond van een keuring waarbij de bromfiets bleek te voldoen aan keuringsvoorschriften die naar het oordeel van Onze Ministers gelijkwaardig zijn aan de keuringsvoorschriften, geldende krachtens artikel 4, eerste lid, worden gelijkgesteld met bromfietsen, behorende tot een type als bedoeld in artikel 2.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de zevende kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit geluidproduktie bromfietsen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage , 15 augustus 1985

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. Winsemius

Uitgegeven de vijfde september 1985

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes