Besluit onderwijsbevoegdheden W.V.O./O.W.V.O.

[Regeling vervallen per 01-08-2006.]
Geraadpleegd op 08-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2002 en zichtdatum 07-11-2024.
Geldend van 01-08-2000 t/m 31-07-2003

Besluit van 30 augustus 1985, houdende aanwijzing van bewijzen van bekwaamheid

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen, mede namens Onze Minister van Landbouw en Visserij, van 4 juni 1985, nr. 6290/3450, centrale directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 34, tweede, derde en vierde lid en artikel 35, derde, vierde en vijfde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1967, 387);

Gehoord de Onderwijsraad (advies van 6 september 1984, ORVII/222T);

De Raad van State gehoord (advies van 11 juli 1985, nr. W05.85.0310/09.5.28);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen a.i., mede namens Onze Minister van Landbouw en Visserij van 14 augustus 1985, nr. 6598/3450, centrale directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-08-2006]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en, voor wat betreft het landbouwonderwijs, Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

de wet: deel I van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 2. Aanwijzing bewijzen van bekwaamheid

[Regeling vervallen per 01-08-2006]

  • 1 De akten van bekwaamheid, diploma’s en getuigschriften, vermeld in de bijlage bij dit besluit, worden aangewezen tot bewijs van bekwaamheid.

  • 2 De bewijzen van bekwaamheid van de eerste graad zijn opgenomen in onderdeel I van de bijlage.

  • 3 De bewijzen van bekwaamheid van de tweede graad zijn opgenomen in onderdeel II van de bijlage.

  • 4 Indien aan de aanwijzing voorwaarden als bedoeld in artikel 34, derde lid, van de wet zijn verbonden, zijn deze vermeld in kolom 3 van de onderdelen I en II van de bijlage.

  • 5 In kolom 4 van de onderdelen I en II van de bijlage is aangegeven het vak of de combinatie van vakken waarvoor het bewijs van bekwaamheid geldt.

  • 6 Indien in afwijking van het bepaalde in artikel 35, eerste en tweede lid, van de wet uitbreiding wordt gegeven dan wel beperkingen worden gesteld aan de schoolsoorten waarvoor de aan het bewijs van bekwaamheid verbonden bevoegdheid tot het geven van voortgezet onderwijs geldt, is dit aangegeven in kolom 5 van de onderdelen I en II van de bijlage.

Artikel 3. Vakbenaming

[Regeling vervallen per 01-08-2006]

  • 1 Onder de vakken, bedoeld in het vijfde lid van artikel 2, worden mede verstaan de onder een andere benaming aan de scholen verzorgde vakken of onderdelen daarvan, die gezien hun inhoud tot de in kolom 4 van de onderdelen I en II van de bijlage aangegeven vakken gerekend kunnen worden.

  • 2 Onze Minister kan regels geven over de toepassing van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 3a. Tijdelijke afwijking bevoegdheidseisen

[Regeling vervallen per 01-08-2006]

De leraar die voor een vak of een combinatie van vakken de bevoegdheid bezit of wordt geacht te bezitten tot het geven van onderwijs in de eerste drie leerjaren van scholen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, mag, zonder de voorafgaande goedkeuring van de inspectie gedurende ten hoogste één schooljaar tevens onderwijs geven in het desbetreffende vak of de desbetreffende combinatie van vakken in de hogere leerjaren van scholen of afdelingen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs waarvoor hij niet bevoegd is of geacht wordt bevoegd te zijn, mits:

  • a. de werkzaamheden waarmee hij is belast binnen zijn betrekkingsomvang in overwegende mate zijn gelegen in de tweedegraads sector, en

  • b. het totale aantal lessen dat met toepassing van deze regeling aan de school aan niet bevoegde leraren wordt opgedragen, in het betrokken schooljaar niet groter is dan 5% van het totale aantal lessen dat wordt gegeven in die hogere leerjaren.

Artikel 3b. Tijdelijke afwijkingsbevoegdheid in verband met invoering basisvorming en voorbereidend beroepsonderwijs

[Vervallen per 01-08-2000]

Artikel 3c. Afwijkingsmogelijkheid i.v.m. 10-jarig onbevoegden

[Regeling vervallen per 01-08-2006]

  • 1 De goedkeuring tot afwijking voor onbepaalde tijd van de eisen van benoembaarheid, gesteld in artikel 33, eerste lid, onderdelen b en c, van de wet, bedoeld in artikel 114a van de Overgangswet W.V.O., kan door Onze Minister slechts worden verleend ten aanzien van de betrokkene, werkzaam aan een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs, een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of een school voor voorbereidend beroepsonderwijs voor wie het bevoegd gezag een daartoe strekkende aanvraag heeft ingediend.

  • 2 De goedkeuring wordt slechts verleend indien de betrokkene:

    • a. de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt, en

    • b. in 10 achtereenvolgende schooljaren aan een of meer scholen voor voortgezet onderwijs onder het bevoegd gezag dat om die goedkeuring heeft verzocht of diens rechtsvoorgangers, elk schooljaar belast is geweest met een gemiddelde lessentaak van ten minste 19 klokuren per week, waarvoor hij onbevoegd is in het zelfde vak dan wel het geheel van vakken die kunnen worden geacht te behoren tot eenzelfde leerstofgebied.

  • 3 De goedkeuring geldt slechts ten behoeve van de voortzetting van de betrekking van betrokkene aan een school als bedoeld in het eerste lid onder het bevoegd gezag dat daartoe een verzoek heeft ingediend of onder diens rechtsopvolgers.

Artikel 3d. Tijdelijke afwijkingsbevoegdheid in verband met invoering profielen in havo en vwo

[Regeling vervallen per 01-08-2006]

  • 1 Indien het bevoegd gezag van een school voor v.w.o. of h.a.v.o. vaststelt dat ten gevolge van de invoering van de profielen, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, onderwijs in enig vak of deelvak niet door een daartoe bevoegd leraar kan worden gegeven, kan dat onderwijs met inachtneming van het tweede lid door het bevoegd gezag tot 1 augustus 2003 met instemming van betrokkene worden opgedragen aan een in vaste dienst benoemde leraar, indien deze leraar niet over het voor dat vak vereiste bewijs van bekwaamheid, bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de wet beschikt, doch door het bevoegd gezag tot het geven van onderwijs in dat vak bekwaam wordt geacht. De eerste volzin is uitsluitend van toepassing indien bedoeld onderwijs binnen de betrekkingsomvang van de leraar kan worden gegeven.

  • 2 Aan het eerste lid wordt uitsluitend toepassing gegeven indien tussen het bevoegd gezag en de leraar in ieder geval schriftelijk is vastgelegd onder welke voorwaarden en in welke periode betrokkene zich bekwaamt om het voor het vak vereiste bewijs van bekwaamheid te behalen.

Artikel 3e. Tijdelijke afwijkingsbevoegdheid in verband met invoering leerwegen in m.a.v.o. en v.b.o.

[Regeling vervallen per 01-08-2006]

  • 1 Indien het bevoegd gezag van een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend beroepsonderwijs vaststelt dat ten gevolge van de invoering van de leerwegen, vakken en intrasectorale programma's, genoemd in de artikelen 10, 10b en 10d, van de wet of de daarmee gepaard gaande herschikking van leerwegen of afdelingen, onderwijs in enig vak of deel van enig vak niet door een daartoe bevoegde leraar kan worden gegeven, kan dat onderwijs met inachtneming van het tweede lid, door het bevoegd gezag gedurende een periode van ten hoogste vier schooljaren worden opgedragen aan een in vaste dienst benoemde leraar die niet over het voor dat vak of deel van dat vak vereiste bewijs van bekwaamheid, bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de wet beschikt, doch door het bevoegd gezag tot het geven van onderwijs in dat vak of deel van dat vak bekwaam wordt geacht.

  • 2 Aan het eerste lid wordt uitsluitend toepassing gegeven, indien tussen het bevoegd gezag en de desbetreffende leraar in ieder geval schriftelijk is vastgelegd onder welke voorwaarden en in welke periode betrokkene zich bekwaamt om de voor het vak vereiste onderwijsbevoegdheid te behalen.

  • 3 Het eerste en tweede lid vervallen met ingang van 1 augustus 2005, met dien verstande dat een voor die datum door het gevoegd gezag genomen beslissing op grond van het eerste lid in elk geval voor een periode van ten hoogste vier schooljaren van kracht kan zijn.

  • 4 De leraar, bedoeld in artikel XV, tweede lid, van de Wet van 25 mei 1998 (Stb. 337), die wordt verbonden aan een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, een school voor voorbereidend beroepsonderwijs of een scholengemeenschap waarvan ten minste een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of een school voor voorbereidend beroepsonderwijs deel uitmaakt, kan in overeenstemming met het bevoegd gezag van de school, afstand doen van de onderwijsbevoegdheid voor een of meer vakken die op grond van de artikelen 108 tot en met 114 van de Overgangswet W.V.O. is verkregen voor het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend beroepsonderwijs. De overeenstemming wordt bereikt vóór het tijdstip, bedoeld in het in de eerste volzin genoemde artikel XV, tweede lid. Aan de eerste volzin wordt uitsluitend toepassing gegeven, indien tussen het bevoegd gezag en de leraar in ieder geval schriftelijk is vastgelegd voor welke vakken van de onderwijsbevoegdheid afstand wordt gedaan.

Artikel 4. Slotbepaling

[Regeling vervallen per 01-08-2006]

  • 1 Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen datum. Het koninklijk besluit kan er in voorzien dat dit besluit terugwerkt tot en met 1 april 1985.

  • 2 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit onderwijsbevoegdheden W.V.O./O.W.V.O.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende bijlage en nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 30 augustus 1985

Beatrix

De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,

W. J. Deetman

De Minister van Landbouw en Visserij,

G. J. M. Braks

Uitgegeven de zesentwintigste september 1985

De Minister van Justitie a.i.,

Rietkerk

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-08-2006]

Onderdeel I. Bewijzen van bekwaamheid van de eerste graad

[Regeling vervallen per 01-08-2006]

Kolom 1

Kolom 2

Kolom 3

Kolom 4

Kolom 5

nummer

bewijs van bekwaamheid

voorwaarden aanwijzing tot bewijs van bekwaamheid

vakken waarvoor het bewijs van bekwaamheid geldt

uitbreiding of beperking school soorten waarvoor de onderwijsbevoegdheid geldt

I.1.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak aardrijkskunde

 

aardrijkskunde

 

I.2.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek voor het vak algemene economie

 

algemene economie

 

I.3.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak bedrijfseconomie

 

bedrijfseconomie

 

I.4.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek voor het vak biologie

 

biologie

 

I.5.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak bijbelkennis en cultuurgeschiedenis van het christendom

 

bijbelkennis en cultuurgegeschiedenis van het christendom

 

I.6.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak Duits

 

Duits

 

I.7.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak Engels

 

Engels

 

I.8.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak filosofie

 

filosofie

 

I.9.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak Frans

 

Frans

 

I.10.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak Fries

 

Fries

 

I.11.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak geschiedenis

 

geschiedenis

 

I.12.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak Grieks en Latijn

 

Grieks en Latijn

 

I.13.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak Hebreeuws

 

Hebreeuws

 

I.14.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak Italiaans

 

Italiaans

 

I.15.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak kunstgeschiedenis

 

kunstgeschiedenis

 

I.16.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak maatschappijleer

 

maatschappijleer

 

I.17.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak muziek

 

muziek

 

I.18.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak natuurkunde

 

natuurkunde

 

I.19.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak Nederlands

 

Nederlands

 

I.20.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak Russisch

 

Russisch

 

I.21.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak scheikunde

 

scheikunde

 

I.22.

getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen van een universitaire eerstegraads lerarenopleiding, geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs in het onderdeel onderwijs, en genoemd in artikel 7.4, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor het vak Spaans

 

Spaans

 

Onderdeel II. Bewijzen van bekwaamheid van de tweede graad

[Regeling vervallen per 01-08-2006]

Kolom 1

Kolom 2

Kolom 3

Kolom 4

Kolom 5

nummer

bewijs van bekwaamheid

voorwaarden aanwijzing tot bewijs van bekwaamheid

vakken waarvoor het bewijs van bekwaamheid geldt

uitbreiding of beperking schoolsoorten waarvoor de onderwijsbevoegdheid geldt

II.1

akte van bekwaamheid van de derde graad, welke krachtens artikel III van de Wet van 4 juli 1985 (Stb. 1985, 408) tot uiterlijk 1 augustus 1989 kan worden uitgereikt tot het geven van voortgezet onderwijs in het vak

aardrijkskunde

 

aardrijkskunde

de bevoegdheid tot het geven van onderwijs is beperkt tot scholen voor lager beroepsonderwijs, scholen voor lager- en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en de gemeenschappelijke leerjaren van scholengemeenschappen, waarvan de eerder genoemde scholen deel uitmaken

II.2

idem

Arabisch

 

Arabisch

idem

II.3

idem

biologie

 

biologie

idem

II.4

idem

Duits

 

Duits

idem

II.5

idem

economische wetenschappen

 

bedrijfseconomie algemene economie

idem

II.6

idem

Engels

 

Engels

idem

II.7

idem

Frans

 

Frans

idem

II.8

idem

Fries

 

Fries

idem

II.9

idem

geschiedenis

 

geschiedenis

idem

II.10

idem

natuurkunde

 

natuurkunde

idem

II.11

idem

Nederlands

 

Nederlands

idem

II.12

idem

scheikunde

 

scheikunde

idem

II.13

idem

Spaans

 

Spaans

idem

II.14

idem

Turks

 

Turks

idem

II.15

idem

wiskunde

 

wiskunde

idem

II.16

akte van bekwaamheid van de tweede graad als bedoeld in artikel 29, vierde lid onder a, van de WVO, tot het geven van voortgezet onderwijs in het vak

aardrijkskunde

 

aardrijkskunde

 

II.17

idem

algemene economie

 

algemene economie

 

II.18

idem

bedrijfseconomie

 

bedrijfseconomie

 

II.19

idem

biologie

 

biologie

 

II.20

iden

Duits

 

Duits

 

II.21

idem

Engels

 

Engels

 

II.22

idem

Frans

 

Frans

 

II.23

idem

Fries

 

Fries

 

II.24

idem

geschiedenis

 

geschiedenis

 

II.25

idem

natuurkunde

 

natuurkunde

 

II.26

idem

Nederlands

 

Nederlands

 

II.27

idem

pedagogiek

 

pedagogiek, agogiek, psychologie onderwijskunde

 

II.28

idem

scheikunde

 

scheikunde

 

II.29

idem

Spaans

 

Spaans

 

II.30

idem

wiskunde

 

wiskunde