Wet van 5 december 1985, houdende regelen ter bescherming van mens en milieu tegen
gevaarlijke stoffen en preparaten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is ter aanvulling van
de bestaande wetgeving nieuwe regelen te stellen ter bescherming van mens en milieu
tegen gevaarlijke stoffen en preparaten, in het bijzonder ter zake van de verplichting
onderzoek te verrichten naar de mogelijke ongewenste effecten van stoffen op mens
of milieu, zulks mede ter uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 18 september 1979, 79/831/EEG ( Pb.E.G. 1979, L 259), alsmede ter zake van het treffen van passende maatregelen met betrekking
tot stoffen en preparaten, indien van gevaar voor mens of milieu is gebleken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: