Besluit van 18 december 1985, houdende regeling van de materiële positie van de Gouverneur
van Aruba
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse Zaken van 29 november
1985, nr. 11629;
Overwegende, dat in verband met de totstandkoming van een Reglement voor de Gouverneur van Aruba de materiële positie van de Gouverneur dient te worden vastgesteld;
Gelet op artikel 1, vierde lid, van het Reglement voor de Gouverneur van Aruba (Stb. 1985, 671);
De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 12 december 1985, no. W01.85.0647/04.5.51);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse Zaken van
18 december 1985, nr. 5;
De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;
Hebben goedgevonden en verstaan: