Wet energiebesparing toestellen

[Regeling vervallen per 05-03-2011.]
Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2020 en zichtdatum 01-01-2020.
Geldend van 24-10-2007 t/m 04-03-2011

Wet van 5 februari 1986, houdende regels ten aanzien van toestellen en installaties in het belang van de energiebesparing

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om, in het belang van de energiebesparing, regels te stellen met betrekking tot toestellen en installaties, alsmede met betrekking tot het in rekening brengen van kosten van energieverbruik, welke mede als grondslag kunnen dienen voor de uitvoering van voorschriften ter zake, vastgesteld door de Raad of de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

  • 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    toestel: een technisch hulpmiddel, met inbegrip van een vervoermiddel, bij het gebruik waarvan energie wordt gebezigd of dat naar zijn aard geschikt is om energie op te slaan, over te brengen dan wel om te vormen;

    installatie: een samenstel van een of meer toestellen, voorwerpen of materialen, bestemd om als een geheel te functioneren, bij het gebruik waarvan energie wordt gebezigd of dat naar zijn aard geschikt is om energie op te slaan, over te brengen of om te vormen;

    Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken.

  • 2 In deze wet en de daarop berustende bepalingen worden onder toestel of installatie mede begrepen voorwerpen en materialen, welke bestemd zijn om deel uit te maken van een toestel of een installatie.

§ 2. Regels ten aanzien van toestellen en installaties

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

  • 1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen, in het belang van het doelmatig gebruik van energie, regels worden gesteld met betrekking tot toestellen en installaties.

  • 2 Hiertoe kunnen behoren regels, inhoudende een verbod een toestel of een installatie, behorende tot een bij de maatregel aangewezen categorie, in- of uit te voeren, ten verkoop voorhanden te hebben, ten verkoop aan te bieden, ten toon te stellen, te verkopen, te verhuren, af te leveren of te installeren, dan wel te gebruiken:

    • a. indien het toestel of de installatie niet voldoet aan de bij of krachtens de maatregel gestelde eisen;

    • b. indien het toestel of de installatie dan wel het type, waartoe het toestel of de installatie behoort, niet bij een keuring aan de hand van de bij of krachtens de maatregel daartoe vastgestelde voorschriften is goedgekeurd.

  • 3 Tot de in het eerste lid bedoelde regels kunnen eveneens behoren regels, inhoudende het verbod een toestel of installatie, behorende tot een bij de maatregel aangewezen categorie, te installeren of te gebruiken op een plaats of wijze of onder omstandigheden, aangewezen bij die maatregel.

  • 4 De regels, bedoeld in het eerste lid, zijn niet van toepassing op het gebruik van toestellen of installaties in woningen of op erven in de sfeer van de particuliere huishouding of een daarmee bij algemene maatregel van bestuur gelijk te stellen huishouding.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Indien regels als bedoeld in artikel 2 worden gesteld, wordt daarbij tevens een termijn bepaald, eerst bij het verstrijken waarvan die regels ten aanzien van toestellen of installaties, die bij het in werking treden van de maatregel reeds vervaardigd en hier te lande ten verkoop voorhanden zijn, van toepassing worden.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

  • 1 Indien toepassing wordt gegeven aan artikel 2, tweede lid, onder b, wijzen Onze Minister en Onze krachtens artikel 18 aangewezen Ministers te zamen de instellingen aan, die de in die bepaling bedoelde keuringen verrichten.

  • 2 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van het aanvragen van een goedkeuring, de wijze waarop de keuringen plaatshebben, het gebruiken van aanduidingen inzake de goedkeuring, alsmede de gevallen waarin en de wijze waarop een goedkeuring kan worden geschorst of ingetrokken. Daarbij kan een termijn worden bepaald, voor welke een goedkeuring van kracht is.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

  • 1 Indien met betrekking tot het type, waartoe een toestel of installatie behoort, goedkeuring is voorgeschreven en verkregen, is de vervaardiger of de importeur van de betrokken toestellen of installaties gehouden de ingevolge artikel 4 aangewezen instelling in de gelegenheid te stellen te controleren of toestellen of installaties overeenkomstig het goedgekeurde type zijn of worden vervaardigd.

  • 2 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, indien met betrekking tot enige categorie van toestellen of installaties goedkeuring van het type is voorgeschreven, regels worden gegeven omtrent de wijze waarop de in het eerste lid bedoelde controle wordt uitgeoefend, omtrent de normen volgens welke de controle plaatsvindt en omtrent de vergoeding van de voor de controle gemaakte kosten van de ingevolge artikel 4 aangewezen instelling.

  • 3 De ingevolge artikel 4 aangewezen instelling wijst de personen aan, die met de controle zullen zijn belast.

  • 4 De vervaardiger of de importeur van de toestellen of installaties is gehouden aan de ingevolge het derde lid aangewezen personen, indien deze zich behoorlijk als zodanig hebben bekendgemaakt, alle medewerking te verlenen en alle inlichtingen met betrekking tot die toestellen en installaties te verstrekken, die zij redelijkerwijs bij de vervulling van hun taak behoeven.

§ 3. Regels ten aanzien van gegevens en aanwijzingen met betrekking tot energieverbruik

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

  • 1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen, in het belang van een doelmatig gebruik van energie, regels worden gesteld ten aanzien van gegevens en aanwijzingen met betrekking tot het energieverbruik van toestellen en installaties, alsmede daarmee samenhangende gegevens over andere eigenschappen daarvan en bepaalde identificatiegegevens.

  • 2 Hiertoe kunnen behoren regels, inhoudende:

    • a. de verplichting in de bij de maatregel aangegeven gevallen met betrekking tot toestellen of installaties, behorende tot een bij de maatregel aangewezen categorie, gegevens of aanwijzingen als bedoeld in het eerste lid beschikbaar te hebben of te verstrekken, die voldoen aan bij of krachtens de maatregel gestelde eisen;

    • b. het verbod om in de bij de maatregel aangegeven gevallen met betrekking tot toestellen of installaties, behorende tot een bij de maatregel aangewezen categorie, gegevens of aanwijzingen als bedoeld in het eerste lid beschikbaar te hebben of te verstrekken, indien die gegevens of aanwijzingen niet voldoen aan bij of krachtens de maatregel gestelde eisen;

    • c. de verplichting om in de gevallen, bedoeld onder a of b, gegevens of aanwijzingen als bedoeld in het eerste lid, beschikbaar te hebben of te verstrekken op een bij of krachtens de maatregel aangegeven wijze;

    • d. de verplichting aan de hand van bij of krachtens de maatregel gestelde regels onderzoek te verrichten ter vaststelling of ter toetsing van gegevens als bedoeld in het eerste lid omtrent toestellen of installaties, behorende tot een bij de maatregel aangewezen categorie;

    • e. de verplichting op een bij of krachtens de maatregel aangegeven wijze een administratie te voeren van het onderzoek, bedoeld onder d, en van de daarbij verkregen resultaten, alsmede de verplichting om de bescheiden, behorende tot die administratie, gedurende een bepaalde termijn te bewaren;

    • f. het verbod in de onder a of b bedoelde gevallen gegevens als bedoeld in het eerste lid beschikbaar te hebben of te verstrekken, welke niet overeenstemmen met de resultaten van een onderzoek als bedoeld onder d dan wel niet overeenstemmen met de resultaten van een keuring, verricht aan de hand van de bij of krachtens de maatregel daartoe vastgestelde voorschriften;

    • g. de verplichting om in de bij de maatregel aangegeven gevallen op een bij of krachtens die maatregel aangegeven wijze het bij of krachtens de maatregel aangegeven kenmerk te vermelden of gegevens te verstrekken ter identificatie van de partij of serie, waartoe toestellen of installaties behoren, of van het type van toestellen of installaties, dan wel de bij de maatregel aangewezen gegevens ter identificatie van de vervaardiger, de importeur of een ander van wie de toestellen of installaties afkomstig zijn.

  • 3 De eisen, bedoeld in het tweede lid, onder a of b, kunnen worden gesteld met betrekking tot een bij of krachtens de maatregel aangegeven groep van toestellen of installaties. Daarbij kunnen regels worden gegeven volgens welke bij een onderzoek als bedoeld in het tweede lid, onder d, aan de hand van onderzoek met betrekking tot een uit die groep genomen steekproef kan worden getoetst of aan de eisen is voldaan.

  • 4 Met betrekking tot keuringen als bedoeld in het tweede lid, onder f, is artikel 5 van overeenkomstige toepassing.

  • 5 De regels, bedoeld in het eerste lid, zijn niet van toepassing, voor zover de toestellen, waarop de in dat lid bedoelde gegevens betrekking hebben, zich bevinden in woningen of op erven in de sfeer van de particuliere huishouding of een daarmee bij algemene maatregel van bestuur gelijk te stellen huishouding.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Indien regels als bedoeld in artikel 6 worden gesteld, wordt daarbij tevens een termijn bepaald, eerst bij het verstrijken waarvan die regels ten aanzien van toestellen of installaties, die bij het in werking treden van de maatregel reeds vervaardigd en hier te lande aanwezig zijn, van toepassing worden.

§ 4. Regels met betrekking tot het in rekening brengen van de kosten van energieverbruik

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

  • 1 Bij algemene maatregel van bestuur kan degene, die warm tapwater of warmte in enige vorm ten behoeve van ruimteverwarming levert of toevoert, worden verplicht om in de bij de maatregel aangewezen gevallen de kosten van het verbruik in een gebouw of een gedeelte daarvan in rekening te brengen op basis van het gemeten verbruik in dat gebouw of gedeelte daarvan.

  • 2 De eigenaar en de gebruiker van een gebouw of een gedeelte daarvan, alsmede de rechthebbende met betrekking tot een gebouw of een gedeelte daarvan dienen de nodige medewerking te verlenen met het oog op de nakoming van een verplichting als bedoeld in het eerste lid met betrekking tot dat gebouw of gedeelte daarvan. Hiertoe behoort het verlenen van medewerking aan:

    • a. het aanbrengen, in stand houden en gebruiken van de noodzakelijke technische voorzieningen door of vanwege degene, op wie de eerderbedoelde verplichting rust;

    • b. het tot stand brengen van de noodzakelijke overeenkomst of rechtsverhouding dan wel de noodzakelijke wijzigingen in een overeenkomst of rechtsverhouding, op grond waarvan het in het eerste lid bedoelde verbruik in rekening wordt gebracht.

  • 3 Bij de maatregel, bedoeld in het eerste lid, kunnen regels worden gegeven aangaande het in rekening brengen van de kosten van het verbruik en met betrekking tot de technische voorzieningen waarmee het verbruik wordt gemeten.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

  • 1 Bij algemene maatregel van bestuur kan degene, die gas of elektriciteit levert of toevoert aan verbruikers daarvan, worden verplicht om de rekeningen met betrekking tot het verbruik van afnemers in te richten op een bij of krachtens de maatregel aan te geven wijze en daarbij de bij de maatregel aangewezen gegevens over de ontwikkeling van dat verbruik te verstrekken.

  • 2 Bij algemene maatregel van bestuur kan degene, die warm tapwater of warmte in enige vorm ten behoeve van ruimteverwarming levert of toevoert aan verbruikers daarvan worden verplicht om de rekeningen met betrekking tot het verbruik in te richten op een bij of krachtens de maatregel aan te geven wijze en daarbij de bij de maatregel aangewezen gegevens over de ontwikkeling van dat verbruik te verstrekken.

§ 5. Beroep

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Tegen een op grond van deze wet genomen besluit kan een belanghebbende beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

§ 6. Toezicht op de naleving

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

  • 1 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de bij besluit van Onze Minister, in overeenstemming met Onze bij algemene maatregel van bestuur aangewezen Ministers, aangewezen ambtenaren.

  • 2 Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Van elk krachtens artikel 5:18 van de Algemene wet bestuursrecht onderzocht toestel of elke krachtens dat artikel onderzochte installatie, wordt aan de belanghebbende op diens verzoek een vergoeding gegeven ter grootte van het bedrag waarmee de verkoopwaarde daarvan ten gevolge van het onderzoek is verminderd.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

  • 1 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald, dat, ingeval aan artikel 6, derde lid, toepassing is gegeven of in andere bij die maatregel aangewezen categorieën van gevallen de krachtens artikel 11 aangewezen ambtenaren volgens bij of krachtens die maatregel gestelde regels aan de hand van een onderzoek van een deel, dat als steekproef is genomen uit een bij die maatregel omschreven groep van toestellen of installaties, kunnen vaststellen of die groep voldoet aan de bij die maatregel aangewezen eisen of voorschriften, gesteld krachtens de artikelen 2 of 6.

  • 2 Bij een maatregel als in het eerste lid bedoeld kunnen tevens regels worden gesteld:

    • a. omtrent de mededeling of de openbaarmaking van de uitslag van een onderzoek, dat met toepassing van het krachtens het eerste lid bepaalde is verricht;

    • b. inhoudende, dat het degene onder wie alle tot de steekproef behorende toestellen of installaties zijn aangetroffen, is verboden nadat de steekproef is genomen, toestellen of installaties, behorende tot de krachtens het eerste lid omschreven groep, waartoe de steekproef behoort, af te leveren, zolang hem een mededeling als onder a bedoeld niet is gedaan.

  • 3 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat, ingeval met toepassing van het krachtens het eerste lid bepaalde wordt vastgesteld dat een groep niet aan de bij die maatregel aangewezen eisen of voorschriften, bedoeld in het eerste lid, voldoet:

    • a. volgens bij die maatregel gestelde regels aan de betrokkene of de betrokkenen de gelegenheid wordt geboden om tegenbewijs te leveren;

    • b. de desbetreffende groep of een deel daarvan niet mag worden afgeleverd alvorens ten aanzien daarvan de maatregelen zijn genomen, die bij of krachtens die maatregel zijn voorgeschreven;

    • c. in de bij de maatregel aangewezen gevallen er geen sprake is van een strafbaar feit wegens overtreding van het krachtens de artikelen 2 of 6 bepaalde.

§ 7. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald dat de voordracht voor algemene maatregelen van bestuur krachtens bij die maatregel aangewezen bepalingen van deze wet met betrekking tot daarbij aangewezen onderwerpen door Onze Minister wordt gedaan in overeenstemming met Onze bij die maatregel aangewezen Ministers. De voordracht voor de eerstbedoelde maatregel wordt Ons gedaan door Onze Minister, in overeenstemming met Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Verkeer en Waterstaat, van Landbouw en Visserij en van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

  • 1 Bij algemene maatregel van bestuur kan aan Onze bij die maatregel aan te wijzen Minister de bevoegdheid worden verleend om vrijstelling en, op aanvrage, ontheffing te verlenen van voorschriften, vastgesteld op grond van deze wet.

  • 2 Een vrijstelling en een ontheffing als in het eerste lid bedoeld kan onder beperkingen worden verleend. Aan een zodanige vrijstelling en ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Bij algemene maatregel van bestuur kan een bedrag worden vastgesteld, dat ter zake van een verzoek, gedaan op grond van op deze wet berustende bepalingen, door de verzoeker dient te worden betaald. Daarbij wordt aangewezen degene, aan wie het bedrag dient te worden voldaan, en kunnen regels worden gesteld omtrent het tijdstip en de wijze van de betaling.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van een krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap met betrekking tot toestellen of installaties tot stand gekomen bindende regeling, welke het belang van een doelmatig gebruik van energie betreft.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Voor zover voor toestellen en installaties bij of krachtens titel 9.4 van de Wet milieubeheer voorschriften zijn vastgesteld, die op dezelfde onderwerpen betrekking hebben als waarvoor bij of krachtens deze wet voorschriften zijn vastgesteld, blijven laatstgenoemde voorschriften buiten toepassing.

§ 8. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

Artikel 23

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 24

[Regeling vervallen per 05-03-2011]

  • 1 Deze wet kan worden aangehaald als: Wet energiebesparing toestellen.

  • 2 Zij treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 5 februari 1986

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

G. M. V. van Aardenne

Uitgegeven de elfde maart 1986

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes