Wet van 16 mei 1986, houdende regelen inzake de toekenning van een buitengewoon pensioen
aan de deelnemers aan het verzet in het voormalige Nederlands-Indië en aan hun nagelaten
betrekkingen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen betreffende
het toekennen van buitengewoon pensioen aan hen, die tijdens de vijandelijke bezetting
van het voormalige Nederlands-Indië hebben deelgenomen aan het verzet, alsmede aan
hun nagelaten betrekkingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: