Besluit van 10 juli 1986, houdende regelen ten aanzien van in het internationale handelsverkeer
omtrent strategische goederen te bezigen verklaringen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, F. Bolkestein, en
Onze Minister van Buitenlandse Zaken van 7 maart 1986, nr. 686/253 W.J.A., gehoord
de Commissie Regelingen In- en uitvoerwet, door de Sociaal-Economische Raad ingesteld op grond van artikel 43 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22);
Overwegende, dat naar Ons oordeel het belang van de internationale rechtsorde vereist
regelen te stellen ten aanzien van in het internationale handelsverkeer omtrent strategische
goederen te bezigen verklaringen, alsmede daarmee verband houdende regelen ten aanzien
van de doorvoer van strategische goederen;
Gelet op de artikelen 2a en 2b van de In- en uitvoerwet (Stb. 1962, nr. 295);
De Raad van State gehoord (advies van 21 mei 1986, nr. W10.86.0145);
Gezien het nader rapport van de voornoemde Staatssecretaris, mede namens Onze voornoemde
Minister, van 8 juli 1986, nr. 686/919 W.J.A.;
Hebben goedgevonden en verstaan: